De Ronde van Yorkshire

Yorkshire is voor velen nog altijd Black Country, het grauwe Engeland van vervlogen industriële tijden. Margaret Thatcher was er extreem onpopulair omdat ze de onrendabele mijnen en fabrieken sloot. Dertig jaar later focust de regio op toerisme, met de start van de Tour de France als orgelpunt.

Yorkshire is geen onbekende regio. Wie af en toe naar Britse tv-reeksen kijkt, kent de landschappen van Brides-head Revisited, Heartbeat, All Creatures Great and Small of Downton Abbey. In die pittoreske setting van een heuvelend landschap met groene schapenweiden en gele koolzaadvelden start begin juli de Ronde van Frankrijk.

Hoge cols moeten de renners niet bedwingen, toch kunnen ze een aantal flinke kuitenbijters verwachten. De riviertjes die door de dalen lopen, waren eeuwen een bron van rijkdom. Watermolens groeiden uit tot fabriekjes en uiteindelijk tot werelderfgoed. In de vallei van de Skell stichtten dertien cisterciënzermonniken aan het begin van de twaalfde eeuw een abdij. “Fountains Abbey groeide uit tot een van de welvarendste en machtigste van Engeland, tot Hendrik VIII ze in 1539 ophief”, vertelt de vrijwillige gids Gail. “De monniken waren de beste ingenieurs van hun tijd en bouwden een verbluffend abdijcomplex met watermolen. Hij functioneert onafgebroken sinds 1160 en werd vorige eeuw omgebouwd tot elektriciteitsturbine. De belangrijkste economische activiteit was de productie van kwalitatieve wol, een exportproduct voor, juist ja, Vlaanderen. Je hebt niet veel inlevingsvermogen nodig om je hier aan- en afrijdende middeleeuwse handelaars en reizigers voor te stellen.”

Fountains Abbey is de grootste monastieke ruïne van Engeland en ligt bij het gezellige marktstadje Ripon in het Studley Royal Park, een landgoed met een Georgian watertuin. Het geheel is door de Unesco erkend als werelderfgoed.

Industrieel begijnhof

Ook werelderfgoed, maar dan van een heel ander tijdperk, is Saltaire. Sir Titus Salt stichtte in 1851 aan de rivier de Aire — vandaar de naam Salt-aire — een victoriaans modeldorp. De verlichte industrieel wilde zijn arbeiders in betere omstandigheden laten wonen en bouwde een soort industrieel begijnhof met kleine huisjes en een koertje, wasruimtes met stromend water, concertzaal, kerk, bibliotheek, enzovoort. Tegenwoordig is Saltaire een bruisende plek waar je kan flaneren in het park aan het water. In de indrukwekkende fabriekshallen hangt nog altijd de weeë lucht van industriële spinmachines, het oorverdovende lawaai moet je er zelf bij denken. In de plaats kwamen winkeltjes en een galerij met de grootste collectie van de Britse popartkunstenaar David Hockney.

In de tijd van de industriële revolutie moest katoen uit de Nieuwe Wereld tot in de Engelse fabrieken raken. Het Leeds and Liverpool Canal verbindt de Ierse Zee met Yorkshire, is 205 kilometer lang en overwint een hoogteverschil van 148 meter met 92 sluizen. Een bijzonder staaltje Engelse engineering uit de jaren 1770 zijn de Bingley Five Rise Locks, enkele kilometers ten westen van Saltaire: vijf opeenvolgende sluizen om achttien meter te overbruggen.

Woeste hoogten

In de vallei van de Worth ligt Haworth, de woonplaats van de Brontë-zussen. “Hun vader was hier dominee”, vertelt gids Johnnie Briggs in de steile Main Street. “Er is in 200 jaar amper iets aan de straat veranderd. Al moet je abstractie maken van de lieflijkheid van vandaag om het verhaal van de Brontës goed te verstaan. Dit was een drukke verkeersader. Van ‘s morgens tot ‘s avonds denderden volgeladen karren over de kasseien van deze tolweg. Achter de historische gevels krijg je een goed beeld van de rauwe realiteit van toen. Arbeidersgezinnen leefden op elkaar gepakt in eenkamerflats met amper hygiënische voorzieningen.” De kerk werd pas na de dood van de Brontës gebouwd en is een bedevaartsoord voor literatuurliefhebbers. Enkele passen verder ligt de school die vader Brontë liet bouwen om arbeiderskinderen op te leiden en waar zijn dochters lesgaven. In de pastorie kom je te weten hoe de Brontës leefden en vind je allerlei documenten en prullaria.

Vanuit Haworth vertrekken verschillende wandelwegen naar de omliggende venen. “The Brontë Way is goed voor 69 kilometer paden en leidt je naar graslanden waar schapen grazen tussen stenen muren. Als je hoger wandelt, bereik je het woeste gebied waar nu vooral ruïnes van eeuwenoude boerderijen overblijven. Meteen weet je waar Emily Brontë de inspiratie voor Wuthering Heights haalde…”

Bossen en venen

In Pickering, alweer een typisch marktstadje, vertrekt de North Yorkshire Moors Railway. Je waant je meteen 150 jaar terug als je het fluitsignaal hoort, brandende kolen ruikt en grote stoomwolken in de lucht ziet verdwijnen. Door de raampjes glijdt het schitterende landschap van het North Yorkshire Moors National Park voorbij, een desolaat gebied met lage bossen en venen.

De trein rijdt tot Whitby aan de Noordzeekust, 29 kilometer verderop, en stopt onderweg in dorpjes waar de tijd stil bleef staan. Spoorwegliefhebbers komen helemaal aan hun trekken in het gratis National Railway Museum in York. In het grootste spoorwegmuseum van de wereld staan 300 historische en hedendaagse treinen, van een stoomlocomotief van Robert Stephenson over koninklijke rijtuigen van alle Britse vorsten tot de Japanse hogesnelheidstrein Shinkansen.

Paleisbusiness

De historische stad York ligt centraal in het graafschap. Haar wortels gaan terug tot de Romeinen, de Saksen en de Vikingen. De middeleeuwse sporen zijn overal zichtbaar met onder meer de langste stadsmuur van Engeland of het Minster, de grootste gotische kathedraal van Noord-Europa, historische huizen en gezellige steegjes. De stad is veel minder een industriestad dan Bradford of Leeds en dat merk je. De sfeer is uitgesproken vriendelijk, zeker met de talloze hippe winkeltjes, koffie- en wijnbars die overal in het centrum opduiken.

In Castle Howard, 20 kilometer ten noordoosten van York, geen middeleeuwse gotiek, maar barok en classicisme in volle glorie. Het magnifieke achttiende-eeuwse paleis is al meer dan 300 jaar in het bezit van de familie. “Ze wonen hier nog altijd en dat kan je voelen”, vertelt Gwynne Hoss terwijl ze de staatsieslaapkamer van lady Georgina toont. “Als er gasten komen, bijvoorbeeld voor jachtpartijen, logeren ze nog altijd in dit historische bed. Gelukkig kunnen ze zich wel wassen in moderne badkamers en ook de nachtpo gebruiken we niet meer.”

Hoewel de Right Honourable Mister Howard niet meer over dienstmeisjes en knechten beschikt, bestuurt hij zijn paleis als een privéonderneming met 300 medewerkers. “Een professioneel management is noodzakelijk om het gigantische estate te onderhouden. Castle Howard werd zowel in 1981 als in 2008 het decor van Brideshead, bij de verfilming van de roman van Evelyn Waugh. In 2010 kwamen 220.000 bezoekers over de vloer en die vullen gemakkelijk een hele dag in het huis en de tuinen.”

Als je van tuinen houdt, is ook het Yorkshire Sculpture Park een leuke bestemming. “Het is een galerie zonder muren”, vertelt Kerry Chase. “Het is een achttiende-eeuws landgoed van 200 hectare dat in de jaren zeventig werd omgevormd tot een gratis openluchtmuseum met hedendaagse beeldhouwkunst.”

FREDERIC EELBODE IN YORKSHIRE

Je waant je meteen 150 jaar terug in de tijd als je het fluitsignaal hoort, brandende kolen ruikt en grote stoomwolken in de lucht ziet verdwijnen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content