De roerloze jaren 20
De economische groei van voor de pandemie keert ook in 2023 niet terug.
In 2020 en 2021 zorgde de ontwikkeling van de covid-19-vaccins voor een golf van optimisme. Als de mens in enkele maanden een pandemie kon beëindigen, waartoe was hij dan nog meer in staat? Veel economen koesterden de hoop dat de wereld aan de vooravond van een nieuwe roaring twenties stond en dat er binnenkort vaccins tegen kanker, zelfrijdende auto’s en VR-brillen voor iedereen zouden zijn. Anderen meenden dat de verschuiving naar thuiswerk de productiviteit zou verhogen, zonder het tijdverlies van het woon-werkverkeer.
Die torenhoge verwachtingen zijn sindsdien allesbehalve ingelost. De productiviteit – wat mensen produceren op hun werk – nam in 2020 en 2021 toe, maar dat kwam vooral doordat lager geschoolde mensen hun baan opzegden en zo het gemiddelde deden stijgen. Inmiddels laten de recentste cijfers een dalende productiviteit zien. Helaas wijst weinig erop dat het in 2023 anders wordt. Dat is van groot belang, want een hogere productiviteit is de voornaamste oorzaak van een hoger bbp en hogere nettolonen.
Geen lege rekken meer
Er zijn verschillende redenen voor de tegenvallende productiviteitsgroei. De verschuiving naar thuiswerk is misschien toch minder positief dan het eerst leek. Inderdaad kunnen mensen zich thuis beter concentreren op deep work dan in een lawaaierig kantoor. Maar het productiviteitsverlies door het gemis aan gesprekken in de koffiehoek kan zich geleidelijk ophopen. De communicatie binnen organisaties tussen afdelingen zal er wellicht ook onder geleden hebben.
Bovendien kampen veel bedrijven nog met de naweeën van de pandemie. Er krijgen nog elke week miljoenen mensen covid, waardoor ze thuis moeten blijven. En in de wetenschap dat de arbeidsmarkt krap is, spannen sommige medewerkers zich misschien niet te veel in omdat ze weten dat de kans op ontslag klein is. Het vermoeden groeit dat quiet quitting – werknemers die alleen het absolute minimum doen – het nieuwste probleem voor de bazen is.
Er zijn evenmin signalen van een opleving van de innovatie. Het mondiale aantal patentaanvragen is nauwelijks veranderd in 2021. De investeringen scheerden hoge toppen, maar niet noodzakelijk in zaken die het leven van mensen verbeteren. Sommige bedrijven zorgden voor extra productie- en opslagcapaciteit om een herhaling van het legerekkenfiasco te vermijden. Zo’n maatregel verlaagt de productiviteit doordat de kosten verhogen. Andere ondernemingen hebben voorraden opgebouwd van grondstoffen, halfafgewerkte en afgewerkte goederen om zich in te dekken tegen opstoppingen in de toeleveringsketen. Dat telt mee voor de investeringscijfers, maar helpt de productiviteit niet.
Structureel
De hoop dat de langverwachte opleving van de productiviteit alsnog werkelijkheid wordt, kan al te optimistisch blijken. Door de blijvende aanwezigheid van covid zullen de afwezigheidscijfers waarschijnlijk hoger blijven dan voor 2020. De recentste gegevens doen vermoeden dat de wereldwijde kapitaaluitgaven weer naar hun normale niveau terugvallen. Hogere rentes zullen maken dat ondernemingen twee keer nadenken voor ze grote investeringen doen.
Nog belangrijker is dat er geen verandering komt in de structurele omstandigheden die al voor de pandemie op de productiviteitsgroei hadden gewogen. De meeste bevolkingen blijven verouderen, en oudere mensen hebben over het algemeen minder ideeën. Veel productiviteitsverhogende activiteiten, zoals de bouw van commercieel en residentieel vastgoed tot het goedkeuren van uitvindingen of het stimuleren van immigratie, worden door bureaucratie belemmerd. Voor de groei wordt 2023 veeleer roerloos dan roerig.
De auteur is contentmanager economie van The Economist
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier