DE OVERBODIGE STUDIE

Als we de geruchten in politiek Brussel én de opiniepeilingen mogen geloven, dan zal de SP het tijdens de verkiezingen van 13 juni 1999 allesbehalve goed doen. Geen wonder dus dat campagneleider Johan Vande Lanotte kosten noch moeite spaart om het electorale tij alsnog in het voordeel van zijn partij te keren.

Een van zijn opmerkelijkste initiatieven de jongste weken was het voorstel om het tewerkstellingsplan van de VLD door vier professoren te laten onderzoeken. Het VLD-voorstel gaat uit van een verlaging van de sociale lasten met 200 miljard frank. “Twee van hen, twee van ons,” zo antwoordde Vande Lanotte op de vraag wie die vier hooggeleerde professoren dan wel moeten worden. Tegelijk vielen de namen van het Planbureau en het Rekenhof – hoewel dat laatste, gezien de aard van de te bestuderen materie, ongetwijfeld een grapje was.

Het “in politieke hoekjes duwen” van de professoren die het VLD-plan zouden moeten doorlichten, zette bij enkele economen die perfect voor deze job in aanmerking zouden komen, alvast kwaad bloed. Ze vragen zich af of Vande Lanotte een academisch correcte studie wil, dan wel een politiek evenwichtig onderzoek waarbij wetenschappelijke degelijkheid slechts bijkomstig is.

Bovendien kan men zich afvragen wat Vande Lanotte zal kunnen leren uit deze bijkomende studie. Het VLD-plan laat maar ruimte voor twee vragen. Ten eerste: hoe hoog ligt de tewerkstellingselasticiteit? Dit concept meet de mate waarin tewerkstelling reageert op een verlaging van de loonkosten, bijvoorbeeld via een vermindering van de sociale lasten. En ten tweede: hoe financiert men het deficit dat op die manier in de sociale zekerheid ontstaat?

Over het antwoord op de eerste vraag bestaat nog maar weinig discussie: die elasticiteit bedraagt minimaal 0,6, maar een realistischer cijfer is 0,8, wat betekent dat een loonkostendaling van 10% na enkele jaren 160.000 nieuwe jobs meebrengt. Diverse empirische studies, uitgevoerd aan de KU Leuven door Joep Konings en zijn medewerkers, laten over dat cijfer niet de minste twijfel meer bestaan. Wil Vande Lanotte met zijn studie misschien het warm water opnieuw uitvinden?

De voorbije dagen bleek trouwens dat coalitiegenoot CVP wél overtuigd is van deze elasticiteiten. Zo lanceerde minister van Arbeid en Tewerkstelling Miet Smet (CVP) een voorstel om 50.000 nieuwe jobs te creëren voor de minstgeschoolden – iets waarvoor een drie jaar volgehouden verlaging van de loonkosten met 3,5% nodig zou zijn. Smet, die zich naar eigen zeggen baseert op gegevens van het Planbureau, houdt dus rekening met een elasticiteit van ongeveer 0,8.

Een tweede vraag die men bij het VLD-plan kan stellen, is hoe men het financieringstekort in de sociale zekerheid zal opvullen als men de lasten met 200 miljard frank verlaagt. Ook Trends argumenteerde in zijn omslagverhaal van 5 november 1998 dat dit de achilleshiel vormt van het VLD-plan. Na vijf jaar voorziet de VLD ongeveer 163 miljard frank terugverdieneffecten per jaar, zodat nog 37 miljard frank structurele meerontvangsten en/of minderuitgaven moeten worden gevonden om het verschil goed te maken. De VLD rekent voor die structurele financiering vooral op de vennootschapsbelasting – een gegeven waarover kan worden gediscussieerd.

In de eerste jaren moet men ook een tijdelijke financiering voorzien, aangezien het even duurt vooraleer de terugverdieneffecten echt beginnen te spelen. Volgens de VLD kunnen privatiseringen hier een oplossing bieden. Het is alvast veel verdedigbaarder om de privatiseringsopbrengsten voor dit doel te gebruiken, dan voor een vermindering van het lopende begrotingstekort – een tactiek die deze regering in het verleden verschillende keren toepaste.

Het zwakke punt in het VLD-plan is dat er te weinig voorzieningen werden uitgetekend voor het geval de operatie “tegenvalt”. De conjunctuurevolutie zou er wel eens voor kunnen zorgen dat de lastenverlaging heel wat minder bijkomende jobs oplevert dan oorspronkelijk gedacht. Stel dat er in het jaar na de invoering van de lastenvermindering een recessie optreedt. Er ontstaat dan gegarandeerd een tekort in de financiering van de sociale zekerheid – hoewel dit niets zegt over het al dan niet succesvolle karakter van die lastenverlaging.

Iedereen weet waar het Vande Lanotte in heel deze discussie werkelijk om te doen is: via enkele handige manoeuvres – zoals de omweg van zijn “objectieve” studie – bewijzen dat de liberalen eigenlijk alleen maar de huidige socialezekerheidsstructuren kwijt willen. Bij de vorige verkiezingen slaagde Louis Tobback er op identiek dezelfde wijze – herinnert u zich nog het beeld van de blauwe kannibalen? – in om de burger de stuipen op het lijf te jagen. Laat de VLD zich weer in deze val lokken? Of is de burger intussen zelf volwassen genoeg om dit spelletje te doorzien?

Johan Van Overtveldt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content