‘De opklimmende middenklasse is verleden tijd’

STEFAAN EN GEERT GIELENS "De echte angst van de middenklasse is dat er uiteindelijk aan de tweede pijler van het pensioen zal worden geknabbeld." © Dieter Telemans

De vergrijzing is een van de trends die onze maatschappij steeds ingrijpender definiëren. Het is ook een fenomeen waar de broers Geert en Stefaan Gielens elke dag professioneel mee bezig zijn. De eerste als hoofdeconoom bij Belfius, de andere als CEO van de zorgvastgoedspecialist Aedifica. Tijd voor een broederlijk gesprek.

Het is de ochtend dat Donald Trump de Amerikaanse presidentsverkiezingen heeft gewonnen. De Leuvense binnenstad is nog aan het ontwaken, maar Geert Gielens, de hoofdeconoom van een van de grootste banken van ons land, heeft er al enkele interviews opzitten. Net als zijn zus, die professor is in de Verenigde Staten, heeft hij een doctoraat op zak. Is de jurist Stefaan Gielens dan het kneusje van de familie? “Ik ben wel de enige die CEO is van een beursgenoteerd bedrijf”, grijnst die.

Maakt u zich zorgen over uw pensioen of over dat van uw kinderen?

GEERT GIELENS. “Ja, want het pensioenstelsel is onhoudbaar. Er is te weinig instroom om de pensioneringsgolf die op ons afkomt, te betalen. Er is ook onzekerheid over wat nu eigenlijk de pensioenrechten zijn die je opbouwt. Je draagt wel elke maand netjes af aan de sociale zekerheid, maar tegen dat het zover is, zou het best weleens kunnen dat je pensioen naar beneden wordt bijgesteld. Omdat het niet anders meer kan.”

STEFAAN GIELENS. “Voor de meeste mensen volstaat het wettelijke pensioen niet om hun levensstandaard aan te houden. Ik moet niet flauw doen. Ik verdien goed mijn kost. Maar de echte angst van de middenklasse is dat er uiteindelijk aan de tweede pijler van het pensioen zal worden geknabbeld. Een fiscale aanslag op dat spaargeld is een schrikbeeld waarvan mijn haren ten berge rijzen. We zullen het voor een deel zelf moeten doen, maar dan wil je ook niet dat de overheid in jouw spaarpot zit.”

GEERT GIELENS. “Je hebt een combinatie nodig van een wettelijk pensioen en aanvullingen met privébijdragen zoals groepsverzekeringen. Daar komt bij dat wie vermogen heeft opgebouwd of een huis bezit, dat ook moet aanspreken om zijn oude dag te financieren.”

Wat denkt u van de voorstellen om de pensioenen te hervormen?

STEFAAN GIELENS. “We kennen een soort embedded social security culture. Het is ondenkbaar dat we de kraan zouden dichtdraaien voor behoeftige, bejaarde mensen die hun rustoord niet kunnen betalen. In de Verenigde Staten heerst een andere cultuur. Daar stellen ze zich wel degelijk de vraag wat ze gaan doen met een 90-jarige, demente senior die niet meer kan betalen voor zijn rusthuis. Als we de levensstandaard van de vergrijzende babyboomers volledig via publieke middelen willen financieren, dan moeten we het actieve deel van de bevolking zo hard belasten dat het tot generatieconflicten zal leiden. Dat is nu eigenlijk al bezig. Daar komt nog bij dat je je kunt afvragen waarom het vermogen van die babyboomers intact moet blijven. Misschien is het wel logisch dat ze het vermogen opsouperen dat ze hebben opgebouwd. De publieke middelen zijn een vangnet om de grootste zorgbehoeften op te vangen. Dat mag je niet in twijfel trekken. Maar daarbovenop moeten extra lagen komen, die privé gefinancierd worden.”

Is het echte probleem niet het aantal actieven in de bevolking?

GEERT GIELENS. “Om het pensioenprobleem structureel en relatief pijnloos op te lossen hadden we in 2000 talrijke maatregelen moeten nemen. Hoe langer het uitstel duurt, hoe moeilijker het wordt. De verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 jaar is een belangrijke stap, maar het is nog belangrijker dat mensen effectief langer werken. Hervormingen die geen pijn doen, mag je wel vergeten.”

STEFAAN GIELENS. “Het verruwende politieke klimaat maakt het doorvoeren van noodzakelijke hervormingen op de arbeidsmarkt ook moeilijker.”

Betekent dat het einde van de opklimmende middenklasse?

GEERT GIELENS. “De tijd dat de middenklasse vanzelfsprekend kon opklimmen, is voorbij. Als de te verdelen koek kleiner wordt en een kleinere actieve bevolking voor meer uitgaven moet opdraaien, dan betekent herverdelen ook wegnemen. Wij gaan er te gemakkelijk van uit dat we toekomstige welvaart mogen uitgeven en dat we niet hoeven te sparen. Dat verhaal is afgelopen. Dat besef dringt onvoldoende door. Het betekent dat we onze steun moeten veranderen, maar ook dat we aan de bijdragen moeten sleutelen. Politiek ligt dat moeilijk.”

De rusthuisfactuur is door de band hoger dan het pensioen. Is dat houdbaar?

STEFAAN GIELENS. “De zorgsector wil steeds grotere en mooiere gebouwen. Dat vertaalt zich in hogere dagprijzen. Per maand kost een kamer al snel 1800 euro, maar de gemiddelde verblijfsduur in een rustoord is minder dan 24 maanden. En dat zal nog dalen. De vraag of je te ver kunt gaan in de prijszetting voor rustoorden, is wel legitiem. Een dagprijs die enkel de happy few nog kunnen betalen, is niet wenselijk.

“Aan de andere kant: een vergelijking van het wettelijke pensioen met de gemiddelde prijs voor een rustoord geeft geen correct beeld. De dagprijzen zijn hoog, maar dat betekent nog niet dat de gemiddelde Belg zich geen rustoord meer kan permitteren. Je moet ook kijken naar het gemiddelde vermogen. De meeste Belgen zijn eigenaar van een huis of een appartement, dat al snel 200.000 euro waard is. Je kunt dat verkopen. Persoonlijk ben ik er ook van overtuigd dat zorgverzekeringen een steeds belangrijkere rol zullen spelen in de financiering van de ouderenzorg. Het wettelijke pensioen is ook maar een stukje van het pensioen.”

GEERT GIELENS. “Voor sommige mensen is het wettelijke pensioen wel het enige pensioen. De pensioenplannen van de bedrijven zijn door de band behoorlijk voor kaderpersoneel, maar voor de gewone werknemers niet zo groot. Iemand met een inkomen van pakweg 30.000 à 40.000 euro per jaar, krijgt bruto misschien een aanvullend pensioen van 100.000 euro uitbetaald. Dat betekent 5000 euro per jaar of iets meer dan 400 euro per maand. Het zijn niet de laatste maanden in het rusthuis die onbetaalbaar worden, wel de decennia ervoor. De wettelijke pensioenen zijn te laag.”

Er wordt weleens gezegd dat de lage rente een gevolg is van de vergrijzing.

GEERT GIELENS. “Door de vergrijzing beginnen mensen te sparen voor hun pensioen en consumeren ze minder. Er is minder vraag naar spaargeld, waardoor de rente daalt.”

STEFAAN GIELENS. “Als ik cynisch ben, beschouw ik dat als een opportuniteit voor wat wij doen. Er komt een enorme vergrijzing aan, maar het zijn wel mensen die geld hebben om te investeren.”

Vlamingen kopen meer en meer vastgoed als veilige belegging, omdat de rente op obligaties zo laag is.

STEFAAN GIELENS. “Dat klopt, maar je moet wel twee dingen scheiden. De professionele markt probeert een langetermijninvestering uit te bouwen in zorgvastgoed. De particuliere investeerder heeft – typisch Belgisch – een baksteen in de maag en koopt als hij wat extra centen heeft een appartement om te verhuren. Meer recent hebben de mensen ook zorgvastgoed ontdekt. De financiële kater door de beurscrash van 2008 maakt dat ze hun heil zoeken in vastgoed. Ze hebben nog steeds het idee dat baksteen altijd veilig is. Dat klopt niet.”

Maar een echte vastgoedcrisis is hier nog niet geweest?

STEFAAN EN GEERT GIELENS. (In koor) “Helemaal niet.”

GEERT GIELENS. “De prijzen zijn hier wel eens een semester of twee gedaald, maar dat was tijdelijk.”

STEFAAN GIELENS. “Typisch voor de Belgische residentiële markt is het hoge eigenaarspercentage. Dat gaat richting 70 procent. Mensen kopen in de eerste plaats iets om in te wonen.”

GEERT GIELENS. “Dat verklaart de stabiliteit van de markt. Als mijn huis 100.000 euro in waarde zakt, kan mij dat weinig schelen. Voor wie koopt met de bedoeling een rendement op te bouwen, ligt dat natuurlijk anders.”

STEFAAN GIELENS. “In de markt van assistentiewoningen verkopen veel vastgoedontwikkelaars hun product per stuk aan private investeerders, omdat ze dan een hogere prijs kunnen vragen. Daardoor krijg je een particuliere en subjectief aangedreven markt. Professionele investeerders berekenen hoeveel risicopremie ze willen voor hun investering, iets wat particulieren niet doen. Dat heeft zich vertaald in vrij hoge prijzen. Het probleem op lange termijn is, dat je ook een goed zorgverhaal moet bieden aan de bewoners van die assistentiewoningen. Als de zorg niet op poten staat, zal die vastgoedinvestering ook niet renderen. Ik zeg vaak: niet alle grijs is goud dat blinkt.”

Donald Trump wil in infrastructuur investeren. Moeten wij niet meer beleggen in infrastructuur?

STEFAAN GIELENS. “Er is in België een grote behoefte aan investeringen in infrastructuur. De staat van de wegen is erbarmelijk. Mobiliteit tout court is een groot probleem in België.”

GEERT GIELENS. “Dat niet alleen. Investeringen zijn hier teruggedrongen tot een minimum. Dat is een kortetermijnpolitiek, want ooit storten dan je tunnels in, zoals we in Brussel zien. En dan moet je massaal investeren. Er zijn ook pensioenfondsen die willen investeren in infrastructuur en de overheid is een kader aan het uitdenken om dat mogelijk te maken. Maar infrastructuur is meer dan alleen goede wegen. Dat gaat ook over een geïnformatiseerd gerecht en belastingdienst. Zelfs over een transparant en eenvoudig wettelijk kader. Twee controleurs kunnen dezelfde wetten op een totaal verschillende manier toepassen. Een transparant wettelijk kader is ook een vorm van infrastructuur.”

Zit er in u ook een dromer of overheerst het pessimisme?

STEFAAN GIELENS. “Ik ben wel een beetje de dromer. Ik heb rechten gestudeerd, omdat ik niet goed wist wat ik met mijn leven wilde aanvangen. Maar de advocatuur was niets voor mij. Ik ben toevallig in een aantal dingen gerold. Nu ik vijftig ben, weet ik dat ondernemen mijn ding is en dat ik dat altijd wil blijven doen. Als je wilt ondernemen, dan moet je durven te dromen. Ondernemen is problemen oplossen. Dat klinkt een beetje gratuit, maar we moeten de problemen wel durven te benoemen, anders geef je ruimte aan populisme dat niets oplost. Er zitten nog veel mensen in een soort ontkenningsfase. Ik geloof sterk in menselijke inventiviteit, in technologische vooruitgang. We moeten het klimaatprobleem oplossen en daar zullen we in slagen. We moeten de vergrijzing oplossen. We zitten in een bijzonder tijdsgewricht, waarin veel veranderingen samenkomen: digitalisering, globalisering, vergrijzing, klimaat, en ook geostrategisch verandert er

veel. Dat creëert onzekerheid, maar er schuilen ook veel opportuniteiten in.”

GEERT GIELENS. “In deze smartphone zit meer rekenkracht dan in de computer waarmee ik mijn doctoraat heb gemaakt. We hebben in twintig jaar een onvoorstelbare vooruitgang gezien. En de technologische vooruitgang gaat almaar sneller. Kijk naar alles wat we dankzij biotechnologie bijleren over het menselijke lichaam. Ook op het gebied van herbruikbare energie gaan we met rasse schreden vooruit. Umicore heeft bijvoorbeeld zijn businessmodel gebouwd op het recycleren van materialen uit smartphones. Dat is een multinational. Er zit business in. Er zit economie in. En dat is ook nodig. Het nadeel van technologie is dat ze de wereld verandert. Daar moet je als maatschappij mee om kunnen.

“Dromen, ja. Dromen om te dromen, neen. Ik hou van abstraheren. Het is leuk onderzoek te voeren en daarover te schrijven, maar wie leest al die academische publicaties? Ik ben Paul Krugman niet. Ik zal nooit de Nobelprijs winnen. Ik heb daarom heel bewust niet gekozen voor een academische carrière. Ik had de kans aan de universiteit van Maastricht te beginnen, maar ik was bang niet nuttig genoeg te zijn. Ik wil resultaat van mijn werk zien.”

Roeland Byl en Ilse De Witte, fotografie Dieter Telemans

“Hervormingen die geen pijn doen? Dat mag je vergeten” – Geert Gielens

“Als we de babyboomers hun levensstandaard volledig via publieke middelen financieren, leidt dat tot generatieconflicten” – Stefaan Gielens

“Ik zeg vaak: niet alle grijs is goud dat blinkt” – Stefaan Gielens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content