De onblusbare passie van een geboren verzamelaar
Al sinds zijn tienerjaren verzamelt Axel Vervoordt kunst, antiek en interieur-objecten. “Het geheim van mijn succes? Ik kijk als een onwetend kind rond me heen.”
Vlakbij de grens tussen Nederland en België ligt, diep verscholen in de donkere bossen van ‘s Gravenwezel, het okerkleurige kasteel van antiquair Axel Vervoordt. Het ademt, in de lijn van de indrukwekkende verzameling van de antiquair, authenticiteit en eerbiedwaardige geschiedenis uit.
Wereldwijd staat dit middeleeuwse bouwwerk bekend voor de onschatbare kunstverzameling die er is ondergebracht. Het interieur bewijst dat eclecticisme geen loos modewoord is bij Vervoordt: negentiende-eeuwse Engelse meubelstukken, Italiaanse-Renaissance bronzen, prachtige gobelins, Egyptisch stenen vaatwerk, een ruwe volkse kast uit de Pyreneeën en een boeddhabeeld staan er broederlijk naast elkaar, perfect in evenwicht en in harmonie met hun omgeving, hoeveel zij ook qua stijl en geschiedenis verschillen.
“We leven niet meer in de tijd van Lodewijk XIV. We leven in een pluralistische samenleving, waar alle invloeden samen aanwezig zijn. Ik vind het goed om die uiteenlopende waaier van stijlen in een harmonieus geheel samen te brengen.”
Verzamelaar sinds zijn veertiende
De onblusbare drang naar schoonheid en het verzamelen van kunst en antiek is Axel Vervoordt aangeboren, zegt hij zelf. In de overtuiging dat kunst en antiek niet meer dan een hobby waren, begon hij ooit aan de Antwerpse universiteit Ruca aan een opleiding economie, maar na amper een jaar hield hij die voor bekeken. Vanaf dan maakte hij van zijn onstuitbare verzamelmicrobe zijn werk.
“Ik was toen al enkele jaren begonnen met verzamelen, sinds mijn veertiende. Zilveren en porseleinen voorwerpen, meubelen, gebruiksvoorwerpen, dingen die er oud uitzagen, maar evengoed moderne kunst zouden kunnen zijn. Ik ging met professoren spreken, om kennis te verwerven over kunst en de verschillende kunststromingen. Ik beeldhouwde en schilderde zelf ook en een professor aan de Antwerpse academie leerde me alles over de oude meesters. Toen ik achttien jaar was, heb ik het geluk gehad dat de grote Engelse families enorm belast werden voor erfenissen en veel van hun kunst en antiek verkochten. Ik kocht het met geld dat ik leende van mijn vader. Er zaten sublieme zaken tussen, die ik later verkocht heb aan musea en collectioneurs. Dat was een gouden tijd.”
In de jaren zestig verwierf Vervoordt zijn reputatie als gerespecteerd kunstconnaisseur door zestien renaissancehuizen in het Antwerpse stadscentrum van de sloop te redden en te renoveren. In de Vlaaikensgang bevindt zich nog steeds het woonhuis van de antiquair, een plaats waar Vervoordt niet alleen tot rust komt, maar ook een kunstgalerie heeft. Op de eerste verdieping, waar een groot schilderij van Tàpies de sfeer bepaalt, trekt hij zich af en toe terug. Vervoordt is namelijk niet alleen een gepassioneerd estheticus, maar ook een enthousiast filosoof.
Schatten hoeven niet duur te zijn
Nadat hij in 1984 het middeleeuwse kasteel van ‘s Gravenwezel kocht, restaureerde en als tentoonstellingsruimte gebruikt, liet Axel Vervoordt een paar jaar geleden zijn oog vallen op Het Kanaal, een industrieel complex van mouterij Albert dat dateert van 1870 en bestaat uit een indrukwekkend amalgaam van torenhoge silo’s, pakhuizen en stapelruimtes, die gedeeltelijk voor het publiek toegankelijk zijn.
In de immense gebouwen van de voormalige mouterij stelt Vervoordt voorwerpen tentoon die hij niet in het kasteel van ‘s Gravenwezel kwijt kan: ingebouwde boekenkasten, sofa’s, lampen… Behalve een opslagplaats voor kunstwerken en antieke voorwerpen is het ook een kunstencentrum waar hedendaagse artiesten een platform krijgen. Vervoordt ziet zichzelf dan ook als een tussenpersoon bij het inrichten van interieurs.
“Ik heb mijn eigen stijl, maar ik wil in geen geval mijn persoonlijkheid achterlaten in een interieur. Integendeel, ik wil net de persoonlijkheid van de bewoners tot haar recht laten komen. Ik wil ze via het interieur een extra dimensie van zichzelf laten ontdekken. Dat is dikwijls een aangename ervaring voor henzelf, maar het is ook een intense manier van werken. Ik voer verscheidene keren gesprekken met hen, om ze helemaal te doorgronden en ze beter te leren kennen. Omdat ik iets probeer toe te voegen aan hun persoonlijkheid, worden ze ook dikwijls goede vrienden van me. Dat maakt het aangenaam werken. Zo is het voor beide partijen een win-winsituatie.”
Door zijn voorname smaak bestaat het publiek van Vervoordt vooral uit zeer gegoede klanten. Maar Vervoordt wil dat zelf nuanceren. “Het klopt dat ik voor een select publiek werk. Maar dan heb ik het niet over rijkdom, maar over mensen die meer belang hechten aan de ziel van een object dan aan het materiaal. Sommige mensen kopen dingen om te laten zien dat ze veel geld hebben, maar dat interesseert me niet. Je kunt ook schatten vinden die helemaal niet duur zijn. Een eenvoudige kei kan voor mij een heel mooi voorwerp zijn. Ik wil tegenover alles staan als een onwetend kind.”
Dominique Soenens
“Het klopt dat ik voor een select publiek werk. Maar dan heb ik het niet over rijkdom.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier