De oeso ziet u
Regeringen die de regels van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling ( Oeso) ondertekenden, verbinden zich ertoe om de gedragscode bij hun ondernemingen te promoten en te laten naleven. Daartoe werd in elk van de lidstaten een Nationaal Contactpunt ( NCP) opgericht, dat in permanent contact staat met het Committee on International Investment and Multinational Enterprises ( CIME) van de Oeso. Alle NCP’s komen jaarlijks samen in Parijs voor een stand van zaken en informatie-uitwisseling. De jongste vergadering vond midden juni plaats.
Het Belgische NCP is ondergebracht bij de federale overheidsdienst Economie. De dagelijkse leiding is in handen van twee personen. Zij leggen dossiers voor aan de leden van het NCP, dat samengesteld is uit vertegenwoordigers van federale en gewestelijke overheidsdiensten, de vakbonden en de werkgeversorganisaties VBO, Agoria en Fechimie.
Colette Vanstraelen (NCP): “De NCP’s vervullen een bemiddelende rol tegenover de bedrijven. We onderzoeken klachten die aangebracht worden door NGO’s of andere instanties en nemen contact op met de betrokken ondernemingen, zodat ze hun gedrag in overeenstemming met de Oeso-richtlijnen kunnen brengen. We raadplegen allerlei deskundigen en de hele procedure verloopt op confidentiële basis. Resultaten worden wel openbaar gemaakt.”
De Oeso-gedragsregels werden opgesteld in 1976. In 2000 werden ze herzien, zodat het toepassingsgebied niet langer is beperkt tot de Oeso-lidstaten, maar de hele wereld beslaat. Dat verklaart waarom sindsdien heel wat dossiers door NGO’s worden aangebracht, naast initiatieven van vakbonden. De regels bestrijken diverse aspecten: arbeidsnormen, mensenrechten, duurzame ontwikkeling, openbaarheid van informatie, bestrijding van corruptie, consumentenbelangen, milieu, wetenschappelijke en technologische mededinging, en belastingen. Aanvankelijk waren ze bedoeld voor multinationale bedrijven, maar gelden sinds 2000 ook voor kleinere bedrijven met internationale activiteiten. De naleving – niet alleen in ontwikkelingslanden, maar ook in eigen land (denk aan de sluiting van RenaultVilvoorde en Marks & Spencer) – is alsnog vrijwillig en niet wettelijk afdwingbaar.
Momenteel wordt onderzocht hoe het Belgische NCP betaalde experts kan inschakelen om complexe dossiers te bestuderen en of het informatie moet doorgeven aan gerechtelijke instanties. Binnen het CIME en de Bribery Group van de Oeso wordt bekeken of en hoe NCP’s de rol van klokkenluider kunnen vervullen om bedrijven te beschermen die in landen met zwakke staatsstructuren soms onderhevig zijn aan chantage, afpersing en corruptiepraktijken door plaatselijke machthebbers.
CORBIS/IMAGES. Com
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier