De NextGeneration Unie
De mantra van de Europese Unie is dezer dagen ‘NextGeneration’, een verzamelnaam voor een Unie die groen, digitaal, gezond, sociaal sterk en gelijk is, allemaal gesmeerd met miljarden Europees en nationaal relancegeld. Europa is aan een generatiescheut toe. Maar die gaat dieper dan wat nu met overgave wereldkundig wordt gemaakt.
De Europese rechtsstaat mist de fundering van een duidelijke machtsafbakening tussen de Unie en de lidstaten. De suprematie van de Europese regels op de nationale steunt op een vrijwillig samenspel tussen nationale rechtscolleges en het Europees Hof van Justitie. Dat breekt zuur op zodra een nationale rechtbank begint te twijfelen, zoals in Polen, maar ook in Duitsland en Frankrijk. Er is een verdrag nodig om de Unie boven elke lidstaat te plaatsen. En dan mogen ook de rechtspraak, de rechtshandhaving en de corruptiebestrijding er een paar tanden bij krijgen.
De geografie van de Unie is onvoldragen. De Unie heeft decennialang de uitbreiding met nieuwe lidstaten gebruikt om meer landen te europeaniseren met democratie en een markteconomie. Dat heeft deels gewerkt, maar is ook deels mislukt. Er is geen mechanisme om falen te verhelpen, zoals in Hongarije of Polen. Er is geen elegant tussenstation tussen lidmaatschap en vrijhandel, denk maar aan de brexit.
De Unie wil meer strategische autonomie, maar ze moet daarvoor haar geografie kunnen domineren: de Balkan, de mediterrane regio inclusief Turkije en Noord-Afrika, de feitelijke bufferstaten tussen Europa en Rusland. Ze moet daarbij de interferentie van strategische tegenstanders kunnen counteren, Rusland en China voorop. Ze moet eendrachtig grenzen kunnen handhaven en vluchtelingenstromen kunnen beheren. We weten hoe het daarmee gesteld is.
Er wordt al heel lang gepraat over Europese defensie. Zolang er geen Europese militaire strategie, infrastructuur en commandostructuur bestaat, is dat praten tegen de vaak. Zijn we bereid dat een aangestelde Europese leiding, boven en tegen de wensen van deze of gene lidstaat in, Europese mannen en vrouwen in de vuurlinie plaatst? Tot zolang is militaire autonomie een wensdroom.
Energiesoevereiniteit is nog een must. Je kunt energie ofwel zelf produceren, ofwel tegen marktprijzen opkopen, ofwel via bevoorrechte deals met energieproducenten verkrijgen. Dat laatste betekent afhankelijkheid van dictaturen die op gas en olie zitten. Het tweede betekent een prijzenoorlog met onder andere China. Het eerste is alleen denkbaar met sterke en gedeelde Europese kernenergie, in afwachting van hernieuwbare autonomie die nog decennia is verwijderd. Niet dus.
Economisch wil Europa meer soortelijk gewicht in alles wat voorheen globalisering was: halfgeleiders, productieketens, cyberzekerheid, satellieten, batterijen, ga zo maar door. Dat is een complete mutatie van het Europese model. De Unie stond voor Europese globalisering: open grenzen, interne markt, een gelijk speelveld zonder directe overheidsinmenging. Ze wil voor het omgekeerde gaan: verankering via grootschalige planning. Niet open maar gesloten, niet de markt maar de overheid, niet de zachte invloed maar de harde macht, niet multilateraal maar autonoom.
Kan de Europese Unie zichzelf transformeren in een gecentraliseerd, dirigistisch en deels protectionistisch project zonder nieuwe brexitscenario’s en zonder de feitelijke dominantie van grote lidstaten en hun nationale belangen? Net als België weet de Europese Unie wat ze moet doen, maar is ze niet gemaakt om het te doen. België moet zijn staatsstructuur ontrafelen, Europa moet de zijne maken. Het is ofwel Europees federalisme, ofwel een clash tussen de lidstaten, ofwel gewoon falen richting historische irrelevantie.
De auteur is decaan aan de Macquarie University in Sydney en visiting fellow bij het Itinera Institute in Brussel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier