De nare gevolgen van goud- en andere correcties
De prijs van goud en andere grondstoffen is de voorbije dagen fors gezakt. Wat was en is er aan de hand? Ook voor de Europese banken dreigen de gevolgen omvangrijk te zijn.
De prijs van goud en andere grondstoffen is de voorbije dagen fors gezakt. Wat was en is er aan de hand? Ook voor de Europese banken dreigen de gevolgen omvangrijk te zijn.
De voorbije twee beurssessies zagen we correcties op de goud- en grondstoffenmarkten, net als op de mijnbouwaandelen en de grondstoffenmunten. Uit betrouwbare bronnen vernemen we dat die schokgolf vrijdag in gang werd gezet door de versnelde afbouw (ten belope van ongeveer 20 miljard dollar) van posities in goud en grondstoffen door enkele grote hefboomfondsen. Naar verluidt zijn ook de fondsen van de miljardair John Paulson – die zijn fortuin maakte tijdens de Amerikaanse vastgoedcrisis en nu onder meer de leerstoel van Paul De Grauwe aan de London School of Economics financiert – acuut betrokken partij. Onder druk van beleggers die willen uitstappen – bang gemaakt door berichten over mogelijke goudverkopen door Zuid-Europese landen en door negatieve rapporten over goud en grondstoffen van de grote zakenbanken (zoals Goldman Sachs en Citigroup) – worden die fondsen verplicht posities te verkopen om cash te genereren en hun klanten terug te betalen. Sommige fondsen krijgen ook te maken met margin calls: ze hebben goud deels gekocht met geleend geld, en door de dalende goudprijs worden hun posities verkocht om de verliezen te beperken.
Een snelle afbouw van zulke grote posities in goud en grondstoffen zal onvermijdelijk gepaard gaan met grote verliezen. Gelijkaardige gebeurtenissen in het verleden (de ineenstorting van LTCM in 1998, Amaranth in 2006 en de Lehman-crisis in 2008) hebben dat duidelijk aangetoond: als iedereen door dezelfde deur naar buiten wil, komen enkel de eersten er relatief ongeschonden uit. In het geval van LTCM en Amaranth betekende het zelfs het einde van die hedge funds. Los van de vraag of de aanval van de grote zakenbanken op John Paulson en co georganiseerd is of niet, dreigt de verkoopgolf niet alleen zware financiële gevolgen te hebben voor de hefboomfondsen, maar ook voor de banken.
Niet alleen zijn de banken vaak grote investeerders in deze hedge funds, ze hebben ook de gewoonte de strategieën van succesvolle hedgefundbeheerders te kopiëren met eigen middelen. In elk geval is het zeker dat de banken zelf belangrijke posities hebben in goud, grondstoffen, mijnbouwaandelen en de grondstoffenmunten. De verstoring van die markten door de gedwongen uitverkoop van enkele grote hefboomfondsen leidt dus onvermijdelijk ook tot verliezen bij de banken. Omdat banken maar een beperkt eigen vermogen hebben tegenover de totale activa op de balans, kunnen verliezen op die posities het bankkapitaal gevoelig aantasten.
De komende weken zal duidelijk moeten worden wie er het eerst de deur uit is geraakt – en dus relatief ongeschonden uit deze correctie komt – en wie niet. Feit is dat er met name in het IMF, zo vernemen we, weer grote ongerustheid ontstaan is over de financiële positie van enkele Europese grootbanken. Recente uitlatingen van IMF-topvrouw Christine Lagarde wezen ook al duidelijk in deze richting. Bij de Europese Centrale Bank (ECB) deelt men ons schoorvoetend mee dat men waakzaam is.
De ineenstorting van Amaranth
Het voorbeeld van Amaranth rolt op dit moment weer over de tongen naar aanleiding van de commotie van de voorbije dagen. Op maandag 18 september 2006 liet Nick Maounis, oprichter van Amaranth Advisors, zijn beleggers weten dat zijn hedge fund de helft van hun geld had verloren. Tegen het einde van september liep het verlies op tot 72 procent of 6,6 miljard dollar. Maounis zag zich verplicht het fonds op te doeken.
Hoe kon een van de grootste hefboomfondsen ter wereld in een maand over de kop gaan? Hoewel Amaranth beweerde een multistrategiefonds te zijn, dat op meerdere markten actief was, bleek de realiteit anders. Midden 2006 werd de helft van het fondskapitaal gebruikt voor gokken in de Amerikaanse energiemarkt (aardgas en olieproducten), die 75 procent van de winst genereerden. In september 2006 liep het echter fout toen de aardgasprijs de verkeerde richting uit ging. Enkel al op donderdag 14 september verloor het fonds 560 miljoen dollar. Op dinsdag 19 september verloor het fonds nog eens 800 miljoen dollar. Onder druk van beleggers om hun geld terug te geven, verkocht Amaranth zijn volledige energieportefeuille aan twee andere financiële spelers. Om de enorme verkoop rond te krijgen, werd Amaranth gedwongen een korting van 2,15 miljard dollar te geven op de marktwaarde. Samen met de gedwongen verkoop van alle andere posities van het fonds leidde dit tot een totaal verlies van 6,6 miljard dollar.
De Amerikaanse aardgasmarkt is relatief klein, waardoor een groot hedge fund als Amaranth erin slaagde de markt volledig te domineren. Uit een onderzoeksrapport van de Amerikaanse Senaat bleek dat in juli 2006 de posities in aardgasfutures (contracten voor levering in januari 2007) van het fonds even groot waren als het totale Amerikaanse verbruik van aardgas in januari 2007. ‘Positief’ was dat de posities van Amaranth in de gespecialiseerde aardgasmarkt niet gelinkt waren met de risicoactiviteiten van de banken. De verliezen van het debacle bleven dus beperkt tot het kapitaal dat klanten als Goldman Sachs, Morgan Stanley, Deutsche Bank en enkele pensioenfondsen in het fonds hadden geïnvesteerd. Een studie van de Franse EDHEC-businessschool over de val van Amaranth stelde dat de echte test voor de robuustheid van de financiële markten zal komen wanneer de hedge funds een markt verstoren waarin ook de grote banken zwaar geïnvesteerd hebben. De verstoring van de goud- en grondstoffenmarkten van de voorbije dagen valt in die categorie.
Ook in de zo turbulente financiële wereld is er dus alles bij elkaar weinig nieuws onder de zon.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier