De metalen vlasboer
Ex-vlasboer Michel Geldof stampt op 28 jaar tijd een internationaal productiebedrijf uit de grond. Na een management-buy-out werd G&G overgenomen. Daarmee werden de eerste grote stappen in het buitenland gezet. Thans gooit Geldof Metaalconstructie zich op de lucratieve milieumarkt.
Praktisch één jaar na de principiële goedkeuring bezegelde de Mechelse curator Philip Stiers op 11 februari jl. officieel de overname van het failliete G&G International door Geldof Metaalconstructie (GM). Nochtans is het West-Vlaams bedrijf al zes maanden actief op de werf in Willebroek. Maar alles was pas rond nadat de eigenaar van de grond Willebroek Vastgoed BV een dochter van de Begemann-groep, voormalige moeder van G&G de noodzakelijke bodemsanering liet uitvoeren, zodat Geldof de gebouwen kon kopen. En dat is nu gebeurd.
Ook het familiebedrijf hield woord. Het management na een leveraged buy-out begin ’96 wordt de onderneming nu gecontroleerd door een trio (financieel directeur Marc Meurisse, productiemanager Bernard Mestdag en aankoopverantwoordelijke Petra Geldof, de 25-jarige dochter van de stichter) investeerde 200 miljoen frank in een modernisering van G&G International. Vandaag werken opnieuw een 60-tal werknemers (van de initieel 180 personeelsleden) op Den IJzeren, zoals het voormalige Granges & Gräver in de streek genoemd wordt. Het eerste boekjaar verwacht men eind juni af te sluiten met een omzet van zo’n 170 miljoen frank.
Het internationaal orderboek van G&G is goed gevuld. Deze lente levert de onderneming in opdracht van het Zweedse studiebureau Kvaerner John Brown twee distillatiekolommen van 75 meter lang (met een gewicht van 360 ton per stuk) op voor de Britse petrochemiegroep BP. Een opdracht van 25 miljoen frank. Bestuurder Marc Meurisse : “Met G&G zet Geldof Metaalconstructie z’n eerste stappen buiten onze buurlanden. In Harelbeke leggen wij ons toe op de kleine tot middelgrote constructies van tanks, silo’s en andere mechanische installaties. Voor de gigaprojecten gebruiken we de ruime hal (23.100 m²) en een aangepast machinepark (zoals de reuzenwals met een capaciteit van 1000 ton, die sferische platen van 60 mm dik kan persen) van Willebroek. Beide ateliers vullen elkaar perfect aan.”
OUDE VLASBOER.
In ’69 beslist vlasboer Michel Geldof zijn riek over de haag te gooien. Na rijp beraad het oprichten van een bowling of een transportbedrijf lijken hem toch iets te risicovol schakelt hij over op de metaalconstructie. In die periode wordt namelijk in de omgeving van Kortrijk nogal stevig gebouwd, voornamelijk door de spaanderplaatindustrie en oliehandelaars.
De Rekkemnaar ziet zijn kans schoon. Langs de Leie deze gouden rivier blijft z’n thuishaven bouwt Geldof een eerste atelier voor de productie van mazouttanks en silo’s. In ’72 verhuist hij naar Harelbeke, waar zich nog altijd het hoofdkwartier bevindt. Vervolgens wordt het toeleveringsbedrijf Bagger Bouwwerken en Electromechanica (BBE) opgericht. Geleidelijk aan groeien beide bedrijven uit tot specialisten in industriële toepassingen (opslagruimtes, schouwen, transportbanden, ketels, lucht- en rookgaskanalen). Er wordt ook een eigen engineeringafdeling opgezet.
Begin ’96 laat de stichter/eigenaar, die op dat ogenblik 63 jaar jong is, de leiding over aan het management. Enkele maanden later neemt het bedrijf tot ieders verrassing het failliete G&G International van Begemann over. Marc Meurisse : “Wij stonden net op het punt onze productiecapaciteit in Harelbeke uit te breiden, toen het Willebroekse bedrijf te koop kwam te staan. De keuze was vlug gemaakt. In plaats van grote investeringen in nieuw materiaal, kozen we voor een gereputeerd bedrijf met bestaandcliënteel en complementaire infrastructuur. Bovendien vind je in de Rupelstreek veel meer geschoolde arbeidskrachten na de sluitingen van Cockerill Yards, Boelwerf en G&G dan in West-Vlaanderen.” Vandaag realiseert de groep (GM, BBE en G&G) met 196 medewerkers een geconsolideerde omzet van 1,1 miljard frank (zie cijfertabel). Tot ’98 behoudt Michel Geldof 10 % van de aandelen en neemt hij nog een commerciële functie waar. Zijn opvolgers Petra, Marc en Bernard besluiten als triumviraat te regeren om de unanimiteit en het familiaal karakter te bewaren.
Met het oog op een verdere groei in de toekomst wordt nu voorzichtig naar het buitenland gelonkt. Ex-belastingcontroleur Marc Meurisse : “De expansie gebeurt stap voor stap, zonder risico’s noch een uitgebreid netwerk van verkoopkantoren. Daar is G&G tenslotte aan ten onder gegaan. België is en blijft onze belangrijkste (thuis)markt. Voor de groei moeten we echter over de grenzen gaan. Zo prospecteert Geldof momenteel in Brazilië, Egypte, Indonesië, Oman en Venezuela.”
Als eerste, grote opdracht sleept G&G International de bouw van een overslaginstallatie van kolen voor de Duitse multinational Koch in de wacht. De transportband van 128 meter lang (24 miljoen frank) werd in Willebroek ontworpen, gelast, gestraald, geschilderd en in september ’96 langs het Zeekanaal naar de plaats van bestemming (Kopenhagen in Denemarken) vervoerd. Andere projecten volgen elkaar op, zoals de vijf distillatiekolommen (inhoud van 350 m3 per stuk) voor het chemiebedrijf Eurodiol ex- Pantochim in Feluy (totale kostprijs van 40 miljoen frank) en de 13 opslagtanks (totale inhoud van 34.000 m3) voor het chemisch bedrijf Eastman in de haven van Rotterdam, die eind maart ’97 opgeleverd worden. Een opdracht van het Nederlandse studiebureau Fluor Daniël, goed voor zo’n 148 miljoen frank.
NIEUWE NICHE.
Intussen blijft Geldof gestaag verder groeien. Afgelopen 12 maanden steeg de omzet van het moederbedrijf uit Harelbeke van 785 naar 925 miljoen frank.
Als belangrijkse realisaties het afgelopen seizoen noteren we de bestelling van een menginstallatie voor de hoogovens van de Duitse staalgroep Eko Stahl (waarvan Cockerill Sambre 60 % bezit) in Eisenhuttenstadt, vlakbij Frankfurt-an-der-Oder aan de Poolse grens (een klus van meer dan 400 miljoen frank) en de bouw van de nieuwe ecologische spuitfabriek (met wateroplosbare verven) voor Volvo Cars Europe in Gent (opdracht van 185 miljoen frank). Ook staat een nieuwe transportband voor Fina Antwerp Olefins in de steigers (job van 100 miljoen frank).
Sinds ’96 legt het West-Vlaamse constructiebedrijf zich toe op milieu (zie kader Engagement). Zo ontwierp en bouwde Geldof vorig jaar de rookgasfakkel van Sidmar in Gent. Ook werkten de Harelbekenaars in onderaanneming mee aan de wastorens voor verbrandingsovens in Eeklo, Menen, Oostende, Virginal (nabij Clabecq) en Gent. Voor de elektriciteitscentrales van Electrabel in Gent en Brugge realiseerde de onderneming zopas de opslagtanks en het koelsysteem voor zo’n 110 miljoen frank. Bij ISVAG dingt Geldof voor de eerste maal als projectleider in een tijdelijke vereniging met CEI en Schelde. Samen met Seghers Engineering, die ook de nieuwe roosteroven van Indaver in Beveren bouwt, behoort de combinatie tot de belangrijkste kanshebbers. Meurisse : “Mits de nodige inventiviteit en flexibiliteit is nog een grote toekomst voor de Belgische metaalnijverheid weggelegd, zolang we ons maar van de seriematige producten weghouden.”
ERIC POMPEN
MICHEL GELDOF, MARC MEURISSE, BERNARD MESTDAG EN PETRA GELDOF (GELDOF METAALCONSTRUCTIE) Nieuw management mikt op milieu en buitenland.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier