De markantste ministers van Financiën (en andere roemruchte politici)
In 1993 publiceerde Aloïs Van de Voorde een kroniek van de Belgische ministers van Financiën. Nu verschijnt een herziene editie van ‘De penningmeesters van de Wetstraat’. Wie waren de ‘beste’ ministers van Financiën?
Eerst een waarschuwing: het uiten van sympathie voor meer Vlaamse bevoegdheden of zelfstandigheid kan (zeer) schadelijk zijn voor uw carrière. Vraag dat maar aan Herman De Bode, die ontslag moest nemen als topman van het adviesbureau McKinsey België, nadat hij het Manifest voor een Zelfstandig Vlaanderen in Europa van Denkgroep ‘In de Warande’ mee ondertekend had. Bijna had ‘Vlaamse sympathie’ er zelfs voor gezorgd dat de politieke loopbaan van een van de grootste Belgische politici van de twintigste eeuw in de knop gebroken was: die van homme d’État Gaston Eyskens. Toen hij begin 1938 aangezocht werd om minister van Economische Zaken te worden, blokletterde La Libre Belgique prompt: “Het zou paradoxaal zijn dat een aanhanger van het federalisme deel zou uitmaken van de ministerraad.”
De aanval van de Franstalige krant was een belgicistische reactie op de belangrijke rol die vader Eyskens vervulde in de Vlaamse Concentratie een paar jaar voordien. Aloïs Van de Voorde: “Hoewel Gaston Eyskens uit een burgerlijk gezin stamde waar het flamingantisme taboe was, engageerde hij zich vroeg in de Vlaamse Beweging en speelde hij er een niet te onderschatten rol, die thans door het grote publiek nog weinig is gekend. Daarbij beoogde hij finaal – in de sporen van Lodewijk de Raet – de sociaal-economische verheffing van het Vlaamse volk.”
Dergelijke onthullingen, anekdotes en inzichten vormen het peper en zout van De penningmeesters van de Wetstraat. Aloïs Van de Voorde, voormalig secretaris-generaal van het ministerie van Financiën, schreef de geschiedenis van ‘zijn’ ministerie en alle ministers van Financiën tussen 1831 en 2005. Bovendien schetst hij een vrij uitgebreid portret van de volgens hem vijf markantste figuren onder hen. Uit die eminente stoet ministers koos hij voor vijf vechters die op cruciale ogenblikken hun vaak impopulaire maar noodzakelijke maatregelen durfden te nemen (en ze dus niet afwentelde op volgende generaties). Uit de beginperiode van de Belgische geschiedenis selecteert de auteur de katholieke Ieperling met Noord-Franse roots Jules Malou en de Luikse liberaal Walthère Frère-Orban, een vurige voorvechter van de vrijhandel. Als schakel tussen de twee eeuwen kiest hij voor de in Oostende geboren Auguste Beernaert. In 1909 kreeg hij de Nobelprijs voor de vrede, een erkenning voor zijn werk als internationaal actievoerder voor rechten en vrede. De overige twee namen liggen voor de hand: Camille Gutt, de architect van de muntsaneringsoperatie in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog, en Gaston Eyskens, die ook vijfmaal premier werd. Het boek van Aloïs Van de Voorde blinkt niet bepaald uit door verrassingen, wel door degelijkheid en helderheid – en dat is al een hele verdienste in deze omvangrijke en complexe materie.
Aloïs Van de Voorde, De penningmeesters van de Wetstraat. LannooCampus, 299 blz., 24,95 euro.
Luc De Decker
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier