DE ‘MANAGERSPION’ VAN SUEZ

Het vergt het fantasierijke brein van John Le Carré om Sueztopman Jean-Pierre Hansen te koppelen aan spionage. Maar realiteit is vaak straffer dan fictie. Het Brusselse parket vraagt namelijk de doorverwijzing van de Belgische topmanager en vijf andere verdachten naar de strafrechter. Zij worden ervan verdacht het computersysteem van Electrabel gekraakt en bespioneerd te hebben.

De 58-jarige Ardennees Jean-Pierre Hansen is een beminnelijke en charmante man. Als zoon van een CSC-syndicalist uit Athus schopt hij het tot de nummer 2 van het Franse energieconcern Suez. Hij is ook een razend intelligente academicus die doceert aan de UCL en de prestigieuze Ecole Polytechnique in Parijs. Zijn passie voor film en opera combineert hij met een encyclopedische cultuurkennis.

Hansen, die bekend staat als een hardwerkende diplomaat met een onverbiddelijk cartesiaans inzicht en een man die nooit verlegen zit om wat humour vinaigré, slaapt vier tot vijf uur per nacht, rookt een tiental sigaren per dag, slurpt liters koffie en heeft een enorm zwak voor een entreekaartje van de Scala van Milaan. Tot zover zijn pekelzonden.

Nu even de feiten waarvoor hij in verdenking wordt gesteld. In de nacht van 19 februari 2004 krijgen drie informatici toegang tot de gebouwen van Electrabel. Zij worden binnengelaten door Jean-Pierre Hansen met behulp van zijn toegangsbadge. Hij laat ze enkele uren ter plaatse en pikt ze daarna weer op. De drie specialisten zijn ingeschakeld door het Franse O Foll Consultants, een firma die in opdracht van Suez een veiligheidstest van het computernetwerk moet uitvoeren.

Tot zover de officiële versie. Achteraf blijken er gegevens van de harde schijf te zijn gekopieerd en wordt er illegale spionagesoftware van het type Keylogger op het netwerk teruggevonden. Toenmalig gedelegeerd bestuurder van Electrabel Willy Bosman is niet op de hoogte dat er een ‘test’ wordt uitgevoerd. Drie weken later, tijdens het weekend van 13 en 14 maart, wordt er opnieuw ingebroken bij Electrabel. Daarop dient de groep een klacht in.

In eerste instantie liet Suez weten “op geen enkele manier betrokken te zijn bij de zaken die zich op het hoofdkwartier van Electrabel zouden hebben afgespeeld”. Maar daarna moest Jean-Pierre Hansen toegeven dat hij betrokken was bij de computerinbraken. Hij beklemtoonde dat die niet onwettig waren. Of de drie specialisten hun boekje te buiten waren gegaan, kon hij echter niet uitsluiten.

Een povere repliek. Twee van de andere verdachten in deze zaak zijn geen klein grut (zie blz. 16). De hackers van de Electrabelcomputers hadden op zijn minst – en dan formuleren we het zeer eufemistisch – goede connecties met de Parijse machtscenakels. Ook Jean-Pierre Hansen heeft die. Toen de inbraken zich voordeden, bezat Suez slechts 50,1 % van kaskoe Electrabel. Een volledige overname (nu een feit) was toen al voor Suez het doel dat alle middelen heiligt.

De Electragate-zaak en haar afstraling op iemand zoals Jean-Pierre Hansen, versterkt opnieuw de indruk dat er iets schort aan Belgisch topmanagement dat op het schaakbord terechtkomt van de Franse staatsbelangen. Zit het in onze genen, ligt het aan de cultuur of opleiding, aan overmatige ambitie en carrièrezucht? Feit is dat deze managers – hoe briljant ook – zich finaal laten muilkorven door een Franse raison d’état.

Jean-Pierre Hansen genoot lange tijd de reputatie dat hij op diplomatische wijze oui kon zeggen en in de praktijk non kon doen. Op 3 december 2003 kreeg hij de eretekens van Chevalier de la Légion d’Honneur opgespeld door de Franse ambassadrice. Ze begon haar toespraak met: ” Vous êtes l’un des piliers du Groupe Suez“. Dat klopt.

Maar ze eindigde haar rede ook met: ” Vous êtes une de ces passerelles entre la France et la Belgique dont nos deux pays ont besoin. ” Laat ons toe daarover grondige twijfels te hebben.

piet depuydt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content