De man en zijn pak
Ondanks het succes van de ‘casual look’ blijft de Belgische zakenman zweren bij het klassieke pak: rechte schouders, klassieke revers, drie knopen, dubbele split, rechte zakken, een broek met een vouw, en bovenal: grijs.
De klassieke look zal in België wel nooit uit de mode raken. In zakenkringen is het grijze pak nog steeds het meest gedragen kledingstuk voor om het even welke gelegenheid. Niet toevallig natuurlijk: u kunt makkelijk elke dag van de week een grijs kostuum dragen – niet hetzelfde uiteraard – zonder dat mensen erop uitgekeken raken. Bovendien kan grijs door zowel blonde, bruine als grijze mannen worden gedragen, ongeacht de kleur van hun ogen. Wie een grijs pak draagt, zal ook nooit een foute kleurencombinatie kunnen maken. En ten slotte zal niemand u ooit verwijten dat u zich slecht kleedt.
25 pakken per jaar
Toch is er een evolutie merkbaar. De Luikse kleermaker Aldo Rizzo is gespecialiseerd in volledig handgemaakte maatpakken voor mannen. In 1969 vervaardigde hij in zijn atelier nog ruim 600 pakken, maar aan het begin van het derde millennium zijn dat er jaarlijks nauwelijks meer dan 25. “Ook al nemen de semi-industriële maatpakken en de confectiekledij de plaats in van de traditionele handgemaakte kostuums, toch blijft 90% van de productie klassiek,” benadrukt Rizzo. Wil de klant iets fantasierijkers, dan vraagt hij een donkerblauw pak of een kostuum met een streepje of een ander discreet motiefje. Maar de beige, roestbruine of lichtblauwe kostuums die deze zomer en winter in de tijdschriften zullen worden voorgesteld, zullen hier zeker niet het meest worden verkocht. “De Belgen lopen minstens een jaar achter op bijvoorbeeld de Italianen, die veel meer uitproberen.”
Bij Aldo Rizzo wordt een klassiek tweedelig maatpak gewoonlijk gemaakt met stof van 300 g tot 360 g de lopende meter (1 m x 1,5 m) in super 100 of super 130 (kwaliteit van de woldraden: belangrijk voor het kreuken, de slijtage en de verluchting van de stof). Drie pasbeurten en vier weken later bent u de trotse eigenaar van een nieuw maatpak. Afhankelijk van de gebruikte stof betaalt u daarvoor 1750 euro tot 2250 euro. De semi-industriële maatpakken met industriële afwerking kosten tussen de 620 euro en de 740 euro, terwijl die met handmatige afwerking 1120 euro tot 1360 euro kosten. In slechts 20% van de bestellingen gaat het om gekeperde kostuums.
Bij Paul Dierckx op de Frankrijklei in Antwerpen krijgen we ongeveer hetzelfde verhaal te horen. De gemiddelde klant van dit huis, dat al sinds 1896 de welgestelde sinjoor kleedt, koopt jaarlijks twee kostuums: het standaardmodel bestaat uit twee delen (dus zonder vestje), heeft een enkele knopenrij met drie knopen, is uiteraard egaal grijs (hoewel er tegenwoordig ook vraag is naar kostuums met een streepje, met twee tinten of met een discreet motiefje) en meestal gemaakt van wol (met een voorkeur voor super 100), terwijl voor de zomer soms ook linnen kostuums worden gekocht.
Volgens Paul Dierckx junior is slechts 10% van de 2500 klanten uit het bestand te vinden voor ‘trendy’ kostuums. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om roestbruine pakken met een hogere taille en met vier knopen die de minuscule kraag hoger afsluiten. Hoewel het klassieke kostuum hier nog steeds de boventoon voert, wordt het toch minder verkocht dan vroeger, want door de verbeterde kwaliteit gaan de pakken langer mee. Accessoires en hemden gaan daarentegen als zoete broodjes over de toonbank. Zelfs de klanten die steeds kiezen voor klassieke kostuums, kopen almaar vaker extravagante accessoires. De prijzen bij Paul Dierckx schommelen tussen de 731 euro voor een half handgemaakt maatpak en 1600 euro tot 2480 euro of zelfs 2110 euro tot 2970 euro voor de beste Italiaanse producten van Brioni of Kiton.
Jongeren kiezen voor traditioneel
Mario Arcuri, technisch directeur bij Scabal, schat dat het klassieke kostuum – antracietgrijs, enkele knopenrij met drie knopen, dubbele split, rechte zakken – goed is voor 85% van het verkoopvolume. Grijs en donkerblauw zijn zonder twijfel de meest gevraagde kleuren, maar Scabal produceert voor volgende zomer en winter ook prince-de-galles pakken, kostuums in lichtblauw, beige, tabakskleur en zelfs oranje. Bij het ‘trendy’ kostuum dat in die kleuren zal worden verkocht, is de vest iets langer en de taille hoger, worden de drie knopen iets hoger geplaatst, zal de rug maar één of zelfs helemaal geen split hebben en zullen de zakken schuin staan.
Voor Ivo de Bisschop van Bishop Tailors is het klassieke kostuum een vrij rekbaar begrip. “Wij voeren uit wat de klant wil,” zegt hij. Het comfort is het allerbelangrijkste bij het semi-industriële aanbod van dit huis. “Er zijn heel wat mogelijkheden binnen het klassieke gamma. Wie een aangepast borststuk wil, zal meer stof hebben op de rug. Een kostuum blijft een kostuum, je kan er geen spectaculaire veranderingen mee teweegbrengen. We stellen wel vast dat in de zakenwereld jongeren vanaf 25 jaar traditionelere, donkere kostuums dragen terwijl de oudere generatie zich ook waagt aan de lichtere kleuren en zo eigenlijk progressiever is dan haar opvolgers.”
Volgens Frank Etienne, stilist bij Scapa, blijft het traditionele confectiepak jaar na jaar het best verkopen. “Ieder seizoen passen we een klein detail aan, maar het basismodel maakt al zeven jaar deel uit van de collectie.” Klanten van Scapa houden niet van uitersten, meent hij. Voor de vier ‘trendy’ kostuumlijnen die hij jaarlijks voorstelt, ontwerpt hij bijvoorbeeld smallere mouwen, hogere revers, nauwere broeken zonder vouw, gekleurde naden enzovoort. “Maar dat soort franjes is uiteraard niet verkrijgbaar in de grote maten.”
Voor wie wat afwijkt van de standaardmaten blijft het klassieke grijs dus een vaste waarde. En traditioneel of niet, voor de Belgische man die op zoek is naar een betrouwbare look, hoeft het niet meer te zijn.
Serge Vanmaercke
De beige, roestbruine of lichtblauwe kostuums die deze zomer in de tijdschriften worden voorgesteld, zullen hier niet het meest worden verkocht.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier