De machtsgreep van Mittal
T oen Lakshmi Mittal begin 2006 zijn bod lanceerde op Arcelor, Europa’s grootste staalbedrijf, was hij voor de bewoners van het continent nog een mysterie. De Indiase expat stond toen weliswaar al bekend als de rijkste man in Groot-Brittannië, maar een aantal Franse ministers, die gealarmeerd waren door zijn stormloop op een grotendeels Frans bastion, waren er toch niet zeker van of de aanval al dan niet uit India kwam.
Als geen ander vormde Mittal de staalindustrie om van een verzameling regionale spelers tot een groep van wereldreuzen. De staalbedrijven waren verplicht om te consolideren om te kunnen optornen tegen de mijngiganten die hen ijzererts en kolen leverden en tegen de kolossen van de automobielindustrie en de bouw.
In Cold Steel wordt beschreven hoe een ooit armtierig jongetje uit Rajasthan het Frans industrieel establishment te slim af was en de krachten overwon van het ‘economisch patriottisme’ dat zo vaak verhindert dat vreemdelingen ondernemingen op het Europese continent overnemen. Het bod van Mittal op Arcelor was er een waaraan investeringsbankiers en advocaten duimen en vingers konden aflikken. Er werden ten behoeve van de bieder hele teams van consultants ingehuurd, terwijl rivaliserende groepen massa’s juridische en financiële argumenten aandroegen ter verdediging. Een van de auteurs van het boek werkte voor de Luxemburgse regering en samen interviewden ze de meeste betrokkenen. Het resultaat is een voortreffelijk en redelijk adembenemend relaas over een heleboel mensen die miljoenen verdienden aan een deal die, om hem te kunnen afronden, de Mittalgroep meer dan 25 miljard euro kostte. Intussen bewezen de adviseurs van de verdediging wat ze waard waren door tijdens de zes maanden durende strijd een toename van de overnameprijs met 50 % uit de brand te slepen.
Lakshmi Mittal en zijn zoon Aditya bekokstoofden de deal net voor Kerstmis 2005 in de chalet van de familie in de Alpen en ze benaderden Arcelor enkele weken later. Een van de grootste vergissingen die Arcelortopman Guy Dollé aan het begin van de rit maakte, was te verwijzen naar de Mittals met hun ‘apengeld’. Waarmee hij geen klinkende munt, maar wel Mittalaandelen bedoelde. Of Dollé dat als een racistische uitspraak bedoelde of niet, de schimpscheut kaatste kwalijk op hem terug.
Het boek leest als een thriller, waarin elk kamp andere staalbedrijven aan beide zijden van de Atlantische Oceaan als bondgenoot trachtte te strikken. Om lekken zoveel mogelijk te voorkomen, kwamen de overnameteams bij elkaar op geheime plekken, maakten ze gebruik van codewoorden en speurden ze naar afluisterapparatuur. Op een bepaald ogenblik dacht Mittal dat hij verloren had toen Arcelor de Russische Severstalgroep binnenhaalde om een defensieve fusie te vormen die hem buiten moest houden. Maar de bazen van Arcelor ondervonden dat het Europese protectionisme maar weinig steun kreeg. Vooral omdat de buitenlandse investeerders van Arcelor wilden dat alleen de aandeelhouders zouden beslissen. De Mittals boekten een overwinning toen ze de leidinggevende Franse zakenman François Pinault binnenhaalden om in de raad van bestuur te zetelen. Dit boek toont dan ook aan dat de logica van het geld en het zakendoen het uiteindelijk haalde op de politiek en het protectionisme. (T)
TIM BOUQUET AND BYRON OUSEY, COLD STEEL: BRITAIN’S RICHEST MAN AND THE MULTI-BILLION-DOLLAR BATTLE FOR A GLOBAL EMPIRE, LITTLE BROWN, 2008, 340 BLZ, 35 EURO
Copyright The Economist
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier