DE MACHTIGSTE MAN VAN BELGIË: ELIO DI RUPO
Het rommelt in de Wetstraat. Moet de VLD zich voorbereiden op de oppositiekuur? Loopt Elio Di Rupo zich warm als premier? Hij is ertoe in staat, zoveel is zeker. Als een spin in het web beschikt hij over een uitgebreid sociaal-economisch en politiek netwerk. Een portret van de machtigste man van Wallonië vandaag. En van België morgen?
Met vier minister-presidenten, bijna allemaal burgemeesters van grote Waalse steden en drie parlementsvoorzitters (plus die van de senaat) is de PS goed vertegenwoordigd in ons staatsapparaat. De partij is een piramide, opgebouwd uit verschillende lokale piramides. Helemaal bovenaan staat Elio Di Rupo.
Zeker in zijn beginjaren werd de intellectuele Bergenaar gewantrouwd door de socialistische voormannen uit de volkshuizen. Zijn hoofse manieren liggen niet goed bij de macho’s van de PS oude stijl. Drinkgelagen zijn voor de gestrikte politicus uit den boze. Net als gesjoemel. Vandaar ook dat de herrie rond de inrichting van het kantoor van minister-president Marie Arena (Franse Gemeenschap) hem bijzonder slecht uitkwam. De jonge politica is immers een van de sleutelfiguren in zijn netwerk. De PS-voorzitter kwam zelf even onder vuur, omdat er een door alternatieve sites ondersteunde geruchtenstroom op gang kwam over een mogelijke relatie met de broer van Arena. Wat hij uitdrukkelijk ontkent.
Octopus met drie poten
Formeel hakt het bureau van de PS de knopen door, maar de man uit Bergen neemt poolshoogte en bereidt de beslissingen voor. Hij zet nieuwe netwerken op (zonder ze met elkaar te vermengen) en breidt het aantal gesprekspartners uit. Hij stelt de vragen en toetst de adviezen. “Alle informatie vergaard uit de buitenlandse contacten (zie kader: Di Rupo verzwakt liberalisering van diensten), de binnenlandse politiek, de administratie, de parastatale instellingen en de sociaal-economische contacten, vloeit naar boven,” weet Guido Fonteyn, auteur van Afscheid van Magritte – Over het oude en het nieuwe Wallonië en kenner van Franstalig België. “Voor de PS is er weinig verschil tussen staat, administratie en partij. Wat goed is voor de ene poot, is goed voor de andere.”
De avond voor de ministerraden brengt de voorzitter alle socialistische ministers van de federale, gewest- en gemeenschapsregeringen bij elkaar. Die bijeenkomsten dienen een dubbel doel: informatie doorspelen – vaak een cruciaal element om standpunten doeltreffend te verdedigen – en ervoor zorgen dat ze uitspraken doen die in dezelfde lijn liggen.
Het Instituut Emile Vandervelde vormt een hoeksteen in die strategie (zie kader: De motor van de macht). Het bereidt dossiers minutieus voor, wijst de voorzitter op specifieke problemen en speelt een vooraanstaande rol in het uittekenen van een coherente beleidslijn. Het Instituut wekt bewondering en afgunst bij andere partijen.
Steunpilaren van de clan-Di Rupo zijn Frédéric Delcor, Charles Picqué en de rijzende ster Philippe Courard (Binnenlandse Zaken in de Waalse regering). Zijn gewezen medewerker Nicolas Martin werd kabinetschef bij de Waalse minister-president Jean-Claude Van Cauwenberghe. Vertrouweling Gilles Mahieu werd dat van Fadila Laanan, minister van Cultuur.
De invloedssfeer van de PS-voorzitter breidt langzaam uit door een aantal opmerkelijke benoemingen en contacten buiten traditionele structuren. Zo deed hij een tactische zet door Christiane Vienne, iemand uit de christelijke arbeidersbeweging, te benoemen als gewestminister van Gezondheid. Ook onderhoudt hij uitstekende contacten met Armand Beauduin, directeur-generaal van het Secrétariat Général de l’Enseignement Catholique en Communautés Française et Germanophone (de Franstalige ‘Guimardstraat’). Hij stelde aan Régis Dohogne, secretaris-generaal van de CSC Onderwijs, een staatssecretariaat voor in de deelregering (zonder resultaat).
Ondergronds leger
De PS beschikt ook over een ondergronds leger, dat diep in de administratie opereert. Een handvol hoge ambtenaren is als het ware op afroep beschikbaar. Daartoe behoren Lambert Verjus, de patron van de federale overheidsdienst (FOD) Economie, Michel Jadot, die aan het hoofd staat van de FOD Tewerkstelling, en Jean-Marc Delporte, de nummer twee van de belastingadministratie.
Naast de minister van Sociale Zaken, Rudy Demotte, en zijn kabinetschef Renaud Wittmeur (een getrouwe van Frédéric Delcor) kan de voorzitter ook terugvallen op Pierre Vandervorst, de baas van de RSZ, om de dossiers in verband met de ziekteverzekering van nabij op te volgen. Hij doet tevens een beroep op de expertise en onderhandelingstalenten van Gabriel Perl, bestuurder bij de Rijksdienst voor Pensioenen en voorzitter van de Commissie Geneesheren Ziekenfondsen.
Di Rupo’s visie op de ziekteverzekering is allicht gekleurd door Bernard De Backer, secretaris-generaal van de Socialistische Mutualiteiten. Die zetelt in het partijbureau, weliswaar zonder stemrecht, maar dat heeft bijvoorbeeld Marie Arena ook niet. Via De Backer heeft Di Rupo ook toegang tot een berg informatie om een beleid te voeren dat de socialistische zuil uit de wind houdt. Waarnemers wijzen op de nauwe contacten met dokter Jacques Detoeuf (van het artsensyndicaat BVAS). Franstalige artsen krijgen hun verlanglijstjes sneller op de politieke agenda dan Vlaamse.
Di Rupo’s netwerk in de wereld van de justitie is minder sterk. Wel was vertrouweling Marc Uyttendaele zijn advocaat in de rel rond zijn zogenaamde betrokkenheid in een pedofiliezaak (waarbij hij naar verluidt onvoorwaardelijk kon rekenen op Philippe Busquin en André Flahaut, wat hen tot vandaag zijn steun garandeert). Uyttendaele is volgens insiders de feitelijke kabinetschef van minister van Justitie Laurette Onkelinx, zijn echtgenote.
In de sfeer van Justitie opereert het Comité I, dat Staatsveiligheid controleert. Voorzitter Jean-Claude Delepière is substituut-procureur op het Bergense hof van beroep en hoofd van de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI). Een even belangrijke informatiebron is de nummer twee van de staatsveiligheid, André Dumoulin. Een waarnemer: “Alle belangrijke politieke informatie die Staatsveiligheid verzamelt, komt bij Di Rupo terecht. De liberalen hebben hun man aan de top, Koen Dassen, maar het is ondenkbaar dat hij systematisch de VLD-top brieft over zijn dienst.”
Invloed op Europese richtlijnen
Ook buiten de administratie beschikt Di Rupo over een stevig netwerk. Hij kan bijvoorbeeld rekenen op Martine Durez, een Bergense econome en lid van het comité van toezicht van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA).
Durez is trouwens ook chief financial officer van De Post en bestuurder van Belgacom. Het valt overigens op dat de PS geen enkele gedelegeerd bestuurder van een overheidsbedrijf wist te benoemen. Wel houdt het de publieke ondernemingen indirect in de gaten via mensen als Luc Lallemand (Infrabel, De Post) en Marc Delporte (Nationale Loterij).
De voorzitter van de PS volgt de elektriciteitssector op via Fernand Sonck, directeur-generaal Energie bij de FOD Economie. Hij speelde een sleutelrol bij de omzetting van een Europese richtlijn ter organisatie van de elektriciteitsmarkt. “De richtlijn voorzag geenszins in een meerjarentarief voor het elektriciteitstransport,” licht een lid van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (Creg) toe. De PS-voorzitter, ook burgemeester van Bergen, heeft de bepaling doorgeduwd. Ze begunstigt het monopolie van Elia en zou de controle door de Creg kunnen bemoeilijken. Die bepaling is een geschenk voor de gemeenten. Ze zijn daardoor immers verzekerd van een constant dividend.
De pion van Elio Di Rupo bij de Creg is Bernard Lacrosse, hoofd van de administratieve directie. De vertegenwoordigster van de PS in de algemene raad is Marie-Pierre Fauconnier, die eerder aanleunt bij Laurette Onkelinx.
Vlaams charmeoffensief
Nadat het weekblad Knack hem uitriep tot “regent van België” begon Elio Di Rupo een Vlaams charmeoffensief. Hij heeft een uitstekend contact met de voorzitter van Bekaert, Paul Buysse. Om de Vlaamse zakenlui ervan te overtuigen dat de PS niet de oorzaak is van de tegenspoed van Vlaanderen, had hij verschillende ontmoetingen met hem, meer bepaald in maart en april 2004. Buysse nodigde hem ook uit om het woord te nemen toen zijn denktank NEA zijn twintigjarige bestaan vierde. Ze ontmoeten en telefoneren elkaar geregeld. Buysse is discreet, maar looft Di Rupo als een “intelligente en charmante persoon, die terecht gruwt van clichés over het Waalse profitariaat en diep bezorgd is over het voortbestaan van België”. Ook Luc Bertrand (Ackermans & van Haaren) en CD&V-minister Kris Peeters (toen topman van Unizo) waren ooit present bij een informatieronde van de PS-voorzitter.
“Je onderhoudt maar beter goede contacten met Elio Di Rupo als je in Wallonië actief wil zijn,” vertelt een Vlaamse ondernemer. Toen de farmaceutische groep UCB besloot om te investeren in de streek van Bergen, zorgde de steun van Elio Di Rupo ervoor dat de besluitvorming versnelde.
Di Rupo bouwt bruggen om zijn netwerk te verstevigen. In de zakenwereld doet hij dat zeer discreet, want het heeft al kritiek uitgelokt binnen zijn eigen partij. Zo peilt de PS-voorzitter – telefonisch of onder vier ogen – naar de mening van mensen als Georges Jacobs (UCB), Daniel Janssen (Solvay en UCB) of Didier Bellens (Belgacom). Hij onderhoudt ook uitstekende relaties met Jean-Pierre Hansen (Tractebel en Electrabel) en had destijds ook veel contact met diens voorganger Philippe Bodson. Hij aarzelt niet om zijn agenda vrij te maken voor Maurice Lippens (Fortis), met wie hij goed overeenkomt. Beiden hadden ook contact met elkaar tijdens de lancering van SN Brussels Airlines, waarbij Elio Di Rupo erover waakte dat de Société Régionale de Wallonnie (SRIW) aanwezig bleef in het kapitaal.
Een centrale spil in het bedrijfsleven is Thomas Spitaels, zoon van Guy en bedrijfsleider van het studiebureau TPF (500 werknemers). Deze jarenlange intimus van Di Rupo is ook beheerder van de Union wallonne des Entreprises en lid van de Cercle Lorraine.
Een ander belangrijk aanknopingspunt in de sociaal-economische wereld is de socialist Robert Tollet, die de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) voorzit. Di Rupo was vóór de andere leden van de CRB op de hoogte van de beschikbare speelruimte bij de interprofessionele onderhandelingen. Hij vroeg de sociale partners hun leden voor te bereiden op een niet al te rooskleurige economische realiteit. Zo vermijdt Di Rupo dat hij beschouwd wordt als een spelbreker die aandringt op voorzichtigheid en loonmatiging. Hij zou tussenbeide zijn gekomen in het sociaal overleg. Zonder een interprofessioneel akkoord moet de regering de knoop doorhakken en dan komt het zeker tot een politieke confrontatie.
Di Rupo geniet een behoorlijke geloofwaardigheid bij het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO). Een patronale insider noemt hem “de intelligentste en best geïnformeerde politicus van België”, en voegt daar monkelend aan toe: “Spijtig genoeg”. De PS-voorzitter laat zich graag informeren over de gang van zaken in Vlaanderen door VBO-voorzitter Luc Vansteenkiste.
“Di Rupo laat zich niet treiteren”
Netwerken zijn essentieel voor de opbouw van expertise. Alleen in wijlen de CVP-staat was een partij zo goed vertegenwoordigd in alle geledingen van de maatschappij als de PS. De liberalen moeten hun expertise opbouwen via andere wegen. Omdat ze vóór de regering-Verhofstadt jaren in de oppositie vertoefden, kwamen ze amper aan hun trekken in hoge administratieve functies. Dat laat zich voelen tijdens onderhandelingen.
Liberalen zijn vooral vertrouwd met financiën, economie, het budget en fiscaliteit, maar laten soms steken vallen op andere domeinen. Een liberale regeringsonderhandelaar: “Wij focussen op onze actiepunten en proberen uiteraard het onderste uit de kan te halen. Als sociale beleidsmaatregelen of milieudossiers aan bod komen, staan we ietsje zwakker. Bij de PS is dat helemaal anders. Hun beste krachten behandelen de sociale dossiers. En als fiscaliteit aan bod komt, toveren ze een mannetje uit de administratie uit hun hoge hoed. Bij de SP.A gebeurt dat ook wel, maar nergens is de verwevenheid tussen politieke macht en het beleid zo nauw als in het netwerk van Di Rupo.”
Bij de vorige regeringsonderhandelingen lanceerde Di Rupo het idee om de gezondheidsuitgaven elk jaar met 4,5 % te laten toenemen. “Steve Stevaert moest zelfs met moeite enkele kregelige SP.A’ers overtuigen dat deze onverwachte eis een goede zaak was,” vangen we op bij de SP.A-top. De Vlaamse socialisten vielen echter compleet uit de lucht toen Di Rupo ook de portefeuille Sociale Zaken opeiste. Frank Vandenbroucke was er immers van overtuigd dat ze die tijdens Verhofstadt I als een goed huisvader en volgens de socialistische regels hadden beheerd. Een liberale regeringsonderhandelaar: “Maar blijkbaar waren de socialistische regels niet goed genoeg, het zouden die van Di Rupo worden.”
Marc Sirlereau, zowat de Di Rupo-specialist van de RTBF-redactie: “Di Rupo laat zich niet treiteren. Er mag niet radicaal aan de sociale zekerheid worden getornd. Als de Vlamingen dat toch doen, is het einde in zicht.”
De volgende premier?
Elio Di Rupo speelt radicaal het Belgische spel, weet Wallonië-kenner Guido Fonteyn. “Lang heeft de PS zich teruggeplooid op de Waalse instellingen. Maar de PS stuurt zijn strategie fundamenteel bij. In het meest extreme scenario zou het kunnen dat hij de ultieme federale kaart trekt: het premierschap.”
Het scenario dat de liberale coalitiepartner MR, die af te rekenen heeft met de sterk op de rand gerichte FDF-poot, Verhofstadt II laat struikelen over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde (BHV) wordt reëel. Voor de PS betekent de splitsing dat de liberale stemmen niet in Brussel vallen, dus een versterking van haar macht. BHV is een symbooldossier, dat tegen een zacht prijsje (meer geld voor het gesplitste Brusselse gerecht bijvoorbeeld) kan worden afgekocht. Zijn de stoere verklaringen van de PS van de voorbije dagen slechts schijn? Hoe dan ook: de PS hecht minder belang aan taalkwesties dan aan de handhaving van de kerntaak van de Belgische staat: de sociale zekerheid. En als dat niet kan met de liberalen, soit. Dan maar met de christendemocraten.
Volgens Louis Tobback (SP.A) is de PS de enige partij die autonoom en op alle niveaus coalities kan maken en kraken. Di Rupo liet al verstaan dat hij Verhofstadt II “met een vingerknip” kan laten vallen. De PS werkt op Waals niveau al samen met de CDH, omdat ze nu eenmaal liefst met een zwakke partner regeert.
Binnen de CD&V hopen sommigen dat Elio Di Rupo zich voorbereidt op het premierschap. Met een Waalse premier zouden de Vlaamse partijen immers meer ‘buit’ kunnen binnenhalen. Marc Sirlereau van de RTBF-redactie gelooft daar niets van. Hij wijst erop dat politici als Michel Daerden, Claude Eerdekens, Jean-Claude Van Cauwenberghe en zelfs Laurette Onkelinx bij al te veel bereidheid tot compromissen hun messen wetten. “Als Di Rupo toegevingen wil doen om zijn persoonlijke ambities te botvieren, wordt hij teruggefloten,” weet hij. “De macht van Elio reikt zover als zijn entourage hem toelaat. En de partij kan het meeste realiseren onder een Vlaamse premier.”
Haat-liefdeverhouding met strijdsyndicalisme
Niet alleen de partij, maar ook de vakbond kan Di Rupo treffen. Insiders uit patronale kringen wijzen erop dat de vakbondstop na de recente interne machtsstrijd de greep op zijn kaderleden verliest. “Waalse ABVV-kernen aanvaarden nooit dat de regering sterk ingrijpt in sociale dossiers,” weet een toponderhandelaar.
Een naaste medewerker van Di Rupo merkt op dat hij on speaking terms is met BBTK-voorzitter Christian Roland, maar last heeft met de lagere echelons van de overheidsvakbond. “Hij laakt hun archaïsche visie op de vakbond.” Bij de opstelling van het eerste ‘toekomstcontract’ voor Wallonië hekelden syndicale afgevaardigden het voorstel. Ook in Bergen klinkt kritiek. “We hebben Di Rupo verteld hoezeer we gekant waren tegen de jacht op werklozen, maar ik ben er niet van overtuigd dat hij daarover de nodige druk heeft uitgeoefend bij de SP.A,” zegt Freddy Mathieu, regionaal secretaris van de ABVV Mons-Borinage. De vakbond heeft een zetel in het partijbureau. Bij conflicten blijft de stoel van de vakbondsvertegenwoordiger soms een paar maanden leeg. “Elk staat op zijn onafhankelijkheid,” zegt André Mordant, voorzitter ad interim van het ABVV.
Di Rupo houdt rekening met het ABVV, maar verdedigt niet openlijk de vakbondsstandpunten. Dat laat hij over aan vice-premier Laurette Onkelinx. “Zijn ideaalbeeld is dat van een syndicalisme met verantwoordelijkheidszin, dat erin slaagt om ontsporingen te vermijden die een smet zouden kunnen werpen op het imago van Wallonië,” aldus nationaal secretaris Pino Carlino van het ACV. Hun beider wortels liggen in de Borinage en ze bleven elkaar heel hun professionele carrière tegen het lijf lopen. Di Rupo vreest dat praktijken zoals de gijzeling van bedrijfsleiders een negatief beeld van Wallonië scheppen. Zo zou hij bij de sluiting van Sigma Coatings in 2003 de vakbonden ertoe aangezet hebben om te onderhandelen en een confrontatie met de ordediensten te vermijden. Hij wilde het beeld van vechtende Waalse arbeiders absoluut uit de media. Hij creëerde zelfs een waarschuwingscomité, dat nog een keer verzamelde naar aanleiding van de gijzeling bij AGC Automotive in Fleurus.
“Intussen schuift het ACV dichter aan tegen de PS,” benadrukt François Martou. De sterke man van de christelijke arbeidersbeweging zoekt zelf ook toenadering tot de nummer een van de PS. “Hij is een invloedrijk man, wij zijn een invloedrijke beweging. Dus plegen we overleg.”
België moet Wallonië redden
Volgens auteur Guido Fonteyn staat Di Rupo symbool voor “de mentale ommekeer: het besef dat Wallonië niet in staat is Wallonië te redden”. Daarom is de vrijwaring van de sociale zekerheid prioriteit nummer één. “Zolang als nodig hoopt Di Rupo dat Belgisch geld de geruïneerde Waalse economie terug op de sporen kan brengen. Zeker met het wegvallen van de Europese fondsen is er geen andere uitweg. Op zijn bevel leren alle PS-kopstukken Nederlands, want dat past nu eenmaal voor goede Belgen. Het systeem moet draaien.”
Het zuiden wil water in de wijn doen om de geldstromen op gang te houden. Een mooi voorbeeld was de koerswijziging van minister van Sociale Zaken Rudy Demotte tijdens de recente crisis over de financiering van de ziekenzorgen. De onverwachte eis van de Vlaamse ziekenhuizen om tot de splitsing over te gaan, was voldoende om bliksemsnel een alternatief uit de hoed te toveren. Volgens Fonteyn beseffen de Vlaamse politici, die klagen over de PS-staat, niet hoeveel macht ze over het zuiden hebben. “De Waalse politieke klasse is nooit zo zwak geweest,” aldus de gewezen De Standaard-journalist.
Er is nog een andere reden waarom Di Rupo compromissen wil sluiten: de strijd tegen de gemeenschappelijke vijand, het Vlaams Belang. “Vroeger kon het de PS geen barst schelen of het Blok in Vlaanderen stemmen haalde, zolang zij maar een sterke positie had,” klinkt het bij een Vlaamse toppoliticus. “Nu beseft Di Rupo dat de vooruitgang van extreem-rechts ook zijn probleem is. Als het Vlaams Belang stemmen blijft winnen en het cordon sanitaire onder druk komt, loopt de stabiliteit van België gevaar. Valt Verhofstadt omdat de PS te agressief onderhandelt over bijvoorbeeld BHV, dan scoort het Blok tijdens de volgende verkiezingen op een Vlaams thema. Die strijd verliezen de klassieke partijen sowieso. En met wie moet de PS dan onderhandelen?”
Marc Sirlereau van de RTBF weigert dat te geloven. “Extreem-rechts is geen Waals probleem, dus waarom zou Di Rupo compromissen sluiten onder hun electorale druk? Simpel gezegd: als het Vlaams Belang ooit incontournable wordt in een coalitie, zelfs een Vlaamse, plooit de PS zich terug op Wallonië. Ik ben ervan overtuigd dat dit land geen lang leven beschoren is.”
Nathalie van Ypersele, Jean-François Sacré, Sébastien Buron, Robert van Apeldoorn, Jean-Michel Lali
“Nergens is de verwevenheid tussen politieke macht en het beleid zo nauw als in het netwerk van Di Rupo.”
“Alle belangrijke politieke informatie die de Staatsveiligheid verzamelt, komt bij Di Rupo terecht.”
“Op zijn bevel leren alle PS-kopstukken Nederlands, want dat past nu eenmaal voor goede Belgen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier