DE LOBBYIST
VERPLICHTE LEKTUUR.
Wie lukratief wil lobbyen in de defensie-sektor, móet het verslag van de kommissie voor legeraankopen doornemen. Verplichte lektuur. In dit rapport staan vijf cruciale fazen beschreven, waarin de professionele lobbyist het besluitvormingsproces van leger en ministerie kan beïnvloeden :
1. De materiaalaanvraag of DMat die de Staf van elke macht (land, lucht, zee en medische) opstelt, wanneer zich een aankoopbehoefte voordoet. “Hét belangrijkste scharniermoment in het besluitvormingsproces inzake defensiematerieelverwerving, ” schrijft het rapport. Hier zoekt het leger op informele en officieuze wijze kontakt met de defensie-industrie. “Een voedingsbodem van beïnvloeding, ” zo merkt de kommissie op.
2. De algemene aankoopdienst van het leger of SGA. Door de kommissie omschreven als “de belangrijkste militaire actor in de besluitvormingsprocedure” en een dienst waar de personeelsleden zeer gevoelig zijn “voor de klassieke determinanten van korruptie binnen de overheid”.
De SGA is een flessehals. Zo werden alleen al in ’92, via het SGA, 1500 kontrakten voor een waarde van 17 miljard frank afgesloten. Mistoestanden zijn er spijtig genoeg geen uitzondering. Eén voorbeeld is de aankoop op 1 april ’85 van 114.000 obussen voor de 155 mm-houwitzers. Recent werd in die zaak kommandant André Vandenheede toen aankoopofficier bij de SAA, een afdeling van de SGA aan ons land uitgeleverd en gearresteerd. Deze ex-militair wordt ervan verdacht via het kontrakt 50 miljoen frank kommissieloon te hebben opgestreken. Hij was toen aankoopofficier bij de SAA, een sektie van de SGA. Ook zijn overste, generaal-majoor op rust Maurits Barrez, chef van de SGA, is in verband met de obussenaffaire in januari ’93 voor het gerecht gedaagd.
Diezelfde Barrez speelde ook bij de aanschaf van 1200 Volvo-tientonners (4,4 miljard frank) in ’86 een vreemde rol. Op 22 november ’85 bracht zijn dienst, de SGA, over Volvo een vernietigend advies uit. Onder druk van bovenaf werd het rapport echter “herwerkt” waardoor Volvo uiteindelijk toch het kontrakt binnenrijfde.
3. De dienst “Nijverheid en Defensie” op het ministerie van Ekonomische zaken. “Door vage regels gebonden, ” luidt het verdikt van de kommissie. Via deze dienst moeten de bedrijven volgens een tussen Defensie en Ekonomische Zaken afgesloten protokolakkoord onderhandelen over de “ekonomische modaliteiten” van het defensiekontrakt. De kommissie spuwt haar gal uit over het protokolakkoord : “nooit gepubliceerd, niet gedagtekend, afgesloten op puur administratief niveau, illegaal en nietig. ” Elk kontakt tussen SGA en de dienst “Nijverheid en Defensie” moet worden verboden, vindt de kommissie. Terecht, zo blijkt.
Want één man zwaait er nu al jarenlang de skepter : Jacques Jacobs. Zowel in het Agusta-dossier (’88) als het kontrakt voor de elektronische afweer ECM van de F16’s (’89) wordt Jacobs een sleutelrol toebedeeld. Hij was het die de toenmalige minister van Ekonomische Zaken Willy Claes (SP) het alibi verstrekte om in beide dossier (respektievelijk) une légère préférence voor Agusta en une nette préférence voor Dassault te geven.
4. De Commissie voor de oriëntatie en coördinatie van de overheidsopdrachten kortweg het COC genaamd. “Geleidelijk uitgegroeid tot een springplank, een lobbycel voor de Belgische industrie, ” zo schrijft het onderzoeksrapport. Het COC werd in ’76 opgericht en was voor de regering hét gedroomde instrument om via grote overheidsopdrachten de “nationale industrie” te sturen.
Zo rees in ’80 vanuit het COC fel protest tegen de plannen van het SGA om voor de aanschaf van lichte 4×4-jeeps (het zgn. Iltis Bombardier-kontrakt) de juridisch korrekte gunningswijze “algemene offerte-aanvraag” te kiezen. Het COC wilde, onder druk van de automobielindustrie, een onderhandse opdracht en wees als drogreden op “het enorme nationale ekonomische belang” van dit kontrakt. Een positief advies van zowel de Inspektie van Financiën als het SGA voor Mercedes ten spijt, besliste de regering op 6 juli ’84 het kontrakt te gunnen aan NV Volkswagen (producent van de Iltis Bombardier). In ’86 stierf het COC een stille, administratieve dood.
5. Over de “advizeur materiaalzaken” schrijft het verslag ten slotte : “Alle informatie betreffende de aankoop wordt via deze spilfiguur naar de minister toe gedirigeerd. ” Of : wie de informatiestroom naar de advizeur toe beïnvloedt, beïnvloedt de minister. In het Agusta-dossier was adjunkt-kabinetschef Jean-Louis Mazy de advizeur op het ministerie van Defensie. Hij rapporteerde aan zijn kabinetschef, kolonel André Bastien, die voordien op het SGA aktief was geweest. Is het toeval dat, ná de ondertekening van het Agusta-kontrakt, Mazy doorstootte naar de top van de Prévoyance Sociale ? En dat Bastien bestuurder werd bij De Post (nota bene het overheidsbedrijf waar de financiële man van de SP, Etienne Mangé, voorzitter was) ?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier