De lessen van Argentinië
De financiële en economische problemen in Argentinië zijn niet de schuld van de Verenigde Staten, de liberale economische politiek, de speculanten of de multinationals. Ze zijn grotendeels te wijten aan een te ambitieuze muntpolitiek.
Misschien hebt u het zelfs niet opgemerkt tijdens de feestdagen. Onrust, devaluatie, oproerpolitie en presidentwissels horen bij een Latijns-Amerikaans land zoals een pretzel bij een Amerikaanse president. Tracht in het tijdbestek van het nieuws maar eens uit te leggen waarom het misloopt in Argentinië. Kan je het falen van Sabena in een nieuwsitem van twee minuten verklaren? Daarom is er ruimte voor een simplificatie van de werkelijkheid: “Het is de schuld van de speculanten” of “het zoveelste slachtoffer van de vrijemarkteconomie”.
Argentinië is niet zomaar een economie. Het is de negende wereldeconomie. Het land werd geleid door een president met een economische opleiding van een Amerikaanse business school. Het volgde de voorgeschreven economische regels om hyperinflatie te bestrijden, het probleem nummer één van een tiental jaren geleden. Met succes. Het land had niet alleen een gedurfde economische politiek, maar ook een erg ambitieuze monetaire politiek. De munt was gekoppeld aan de dollar. Eén dollar was één peso waard, meer dan zeven jaar. Het hielp om de hyperinflatie de kop in te drukken en om de monetaire politiek stabiel, onafhankelijk en voorspelbaar te maken.
Maar wat een middel was om een initieel probleem van een ontwikkelende economie te bestrijden, was gaandeweg een doel op zich geworden.
Een muntkoppeling brengt discipline. Destijds was dat zeker nodig, en het land kreeg alom applaus. Een peg legt je het ritme op van de gekozen partner, in dit geval de Verenigde Staten. Dat is niet evident voor Argentinië, omdat de VS zeker niet haar belangrijkste handelspartner is. Maar toen de keuze werd gemaakt, was de Amerikaanse economie nog niet in grootse vorm, en was het groene biljet een schim van haar huidige gedaante.
Het is zoals een wielrenner die vooruit wil en beslist in het wiel te blijven van een gedisciplineerde renner. Je kiest bijvoorbeeld het wiel van de Amerikaan Lance Armstrong. Een goede keuze in de eerste vlakke ritten. In 1998 stapte de Braziliaanse real uit het peloton. Een eerste signaal dat Argentinië negeerde. Vervolgens ging het bergop. De dollar begon aan een sterke klim die alle andere munten pijn deed. Argentinië beet zich vast in het Amerikaanse wiel tot de man met de hamer passeerde.
De appreciatie van de Amerikaanse munt tegenover bijna alle andere munten is met andere woorden de rechtstreekse oorzaak van het ineenstorten van de Argentijnse economie. Omdat de export werd ondergraven en de reële rentevoeten in het land erg hoog waren, zakte het land weg in een economische recessie. Daardoor werden de overheidsfinanciën onhoudbaar.
De binnenlandse bevolking ontleende echter dikwijls in dollar om van een lagere rente te genieten. Door het loslaten van de muntkoppeling en de devaluatie van de Argentijnse munt zijn binnenlandse bezittingen minder waard geworden. Dollarschulden worden onbetaalbaar voor de Argentijnse bevolking die, als ze al werk heeft (de werkloosheid bedraagt 20%), een erosie van haar inkomen ondergaat.
Argentinië is in zekere zin het slachtoffer van een blinde ambitie, maar evenzeer van de nieuwe economie. Mocht de dollar niet zo sterk overgewaardeerd zijn, dan zou Argentinië het langer hebben kunnen volhouden. Maar uiteindelijk zou het onvermijdelijke toch zijn gebeurd.
De kettingreactie is nu compleet: eerst Mexico, toen Brazilië, nu Argentinië. Merk op dat de twee eerste al samen fietsen, en ik denk dat binnenkort de Argentijnse peso zich bij hun pelotonnetje zal voegen.
Wisselkoersen zijn de ultieme schokbrekers. Als je ze wegneemt, moeten de andere financiële en economische variabelen voldoende flexibel zijn. Als je wil fietsen met Armstrong, moet je ook de pijn kunnen verdragen. In het eengemaakte Europese peloton moet je dus goed luisteren of er wordt gekreund: de euro is een prachtig middel, maar het mag geen doel op zich zijn. Dat betekent een volgehouden discipline voor de deelnemers en een zeer kritische selectie van nieuwe renners.
Geert Noels
De auteur is hoofdeconoom bij Petercam.
Het Europese peloton vraagt een volgehouden discipline van de deelnemers en een zeer kritische selectie van nieuwe renners.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier