De leesbare baksteen

240 pagina’s nieuws uit de bouwsector. Dat legt Leo Van Hoorick elke week op tafel met Bouwkroniek. Door de jaren heen zag het blad zijn abonnees toenemen tot bijna 10.000.

B ouwkroniek is een familiebedrijf van de derde generatie. Grootvader Leo Van Hoorick, toen medewerker van Het Laatste Nieuws, richtte het blad op in 1921. Sinds ruim twintig jaar staat zijn kleinzoon en naamgenoot aan het hoofd van de uitgeverij en de drukkerij. Operationeel wordt hij bijgestaan door zijn jongste broer Pieter, de technische man, en door zijn neef Jan, die de commerciële taken behartigt.

Als 27-jarige kreeg Van Hoorick de volledige verantwoordelijkheid over Bouwkroniek. Daarvoor had hij als tolk Engels-Frans vrij uiteenlopende jobs uitgeoefend: van cafébaas via vertaler tot decoratieschilder.

Leo Van Hoorick bouwde Bouwkroniek met ongeveer 10.000 abonnees uit tot het grootste bouwvakblad van België. Eigenlijk moeten we zeggen: van Vlaanderen. Het weekblad wordt immers alleen in het Nederlands uitgegeven. “Maar we zitten aan de juiste kant van de taalgrens,” zegt hij. “De Belgische bouwsector is voor 70 % een Vlaamse aangelegenheid.”

Bouwkroniek is een prospectie-instrument voor grote en kleine aannemers, voor studiebureaus, architecten, openbare besturen en toeleveranciers van de bouwsector. Het blad bevat naast de redactionele pagina’s de agenda van de aanbestedingen en de resultaten ervan, bouwvergunningen en informatie als geprotesteerde wissels, faillissementen en nuttige adressen. Het redactionele gedeelte omvat 32 pagina’s met juridische en technische artikelen en societynieuws. Voor de invulling ervan beschikt het blad over vijf vaste redacteurs en een netwerk van freelancers. Drukken doet het bedrijf van de familie Van Hoorick zelf.

‘E-business bestaat niet’

De bedrijfsleider kreeg in het verleden veel aanbiedingen om bladen over te nemen. “Daar ben ik met uitzondering van het Nederlandse maandblad Bouwmaterieel Benelux nooit op ingegaan,” aldus Van Hoorick. “Bouwmaterieel is volledig complementair met Bouwkroniek.” Bouwkroniek heeft in Vlaanderen twee concurrenten: Vraag en Aanbod van Kluwer en Het Bouwbedrijf van de Confederatie van het Bouwbedrijf ( CB). Die laatste is de grootste opponent. “Nieuwe initiatieven komen moeilijk van de grond omdat Bouwkroniek te stevig in de markt zit,” beweert Van Hoorick. “Bouwkroniek telt wekelijks ongeveer 240 pagina’s. De bladen van de opponenten komen niet eens aan de helft. Het Bouwbedrijf is vooral een concurrent op het vlak van advertenties. Dat neemt niet weg dat we een behoorlijk financieel plaatje kunnen voorleggen. Onze omzet van 4,85 miljoen euro halen we voor een derde uit abonnementen. Een derde komt uit de advertentie-inkomsten en de rest uit de aanbestedingsaankondigingen.” Ondanks de krimpende bouwmarkt steeg de omzet van het bedrijf vorig jaar met 5 %. Van Hoorick: “Dat is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de toename van de abonnementen met 5,3 % en de drukkerijactiviteiten. De advertentie-inkomsten liepen dan weer met 3,5 % terug.” Toch kreeg de winst een klap van 56 %, voornamelijk door het wegvallen van uitzonderlijke opbrengsten.

Met de komst van het internet ontstond een immense markt van potentiële aanbieders. Van Hoorick heeft de internetevolutie lange tijd aan zich laten voorbijgaan. “Ik heb het begin van de hype meegemaakt. Er werden massa’s geld in e-business gepompt, maar ik heb gewacht. Pas in 1996 stond de eerste versie van www.bouwkroniek.be on line. Het was een pure kopie van de printversie; zonder zoekfuncties.” Hij beschouwt de website van Bouwkroniek niet als e-business. “Met internet is er, behalve met porno, geen geld te verdienen. De site is voor mij een extra service die deel uitmaakt van de abonnementsprijs.” Bouwkroniek heeft nog investeringsplannen. Het bedrijf investeert 3 miljoen euro in de renovatie van een voormalige geuzebrouwerij in Itterbeek. Het is de bedoeling om na het bouwverlof de krappe behuizing in de Brusselse Slachthuisstraat te verlaten.

Geert Vandepitte