De laatste dagen
Op het laatst gingen de tafelgesprekken in de Führerbunker over manieren om pijnloos zelfmoord te plegen. “Het beste is je in je mond te schieten”, raadde Adolf Hitler zijn secretaresse aan. “Dan ontploft je schedel, je merkt er helemaal niets van.” Enkele dagen later, op 30 april 1945, maakte hij op die manier een einde aan zijn leven. Op 20 april – de verjaardag van Hitler, toen het Rode Leger al was doorgedrongen tot de buitenwijken van Berlijn – geloofde de nazitop nog dat de oorlogskansen konden keren. Minister van Propaganda Joseph Goebbels voorspelde in een radiotoespraak dat Europa “door orde, vrede en welvaart zal worden geregeerd” als Duitsland de oorlog wint; anders zou “de mensheid in een zee van bloed en tranen ten onder gaan”. Veldmaarschalk Albert Kesselring ging de jarige Hitler feliciteren, maar kwam er niet toe te zeggen waarvoor hij eigenlijk was uitgestuurd: dat elk verder verzet tegen de geallieerde overmacht zinloos en misdadig was.
Het zijn enkele getuigenissen uit Zwanenzang 1945, het sluitstuk van de monumentale bloemlezing die de Duitse succesauteur Walter Kempowski samenstelde uit brieven, dagboeken, memoires en andere egodocumenten over de Tweede Wereldoorlog in Duitsland. Kempowski was zelf een kind van de oorlog. Zijn vader sneuvelde in april 1945, enkele dagen voor de capitulatie van het naziregime.
Het boek geeft een schokkend beeld van de bloedige laatste dagen van de oorlog. Terwijl Berlijn en andere Duitse steden worden gebombardeerd en geplunderd, zijn de wegen volgepakt met vluchtelingen, bevrijde gevangenen en terugtrekkende militairen. Een van hen is de Waalse Waffen SS-officier Léon Degrelle. Een boerenmeisje ziet een dodenmars van uitgemergelde gevangenen uit het concentratiekamp Dachau voorbijtrekken. Even later hoort de wereld die naam – en namen zoals Buchenwald, Bergen-Belsen en Theresienstadt – voor het eerst. In het stadhuis van Leipzig plegen nazibonzen zelfmoord met hun gezin. Dat in Berlijn lijken langs de straten liggen, is een doodgewone zaak. De Duitse schrijver Walter Teich beseft dat zijn land aan holle frasen ten onder is gegaan. “Het puin van onze steden kan ons zeggen waar de frase, de halve waarheid, een volk toe kan brengen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier