De kenniskloof dichten

Koningin Rania

De eerste schooldag. Waleed sjokt door de poort, hoofd omlaag en schouders afgezakt. Maar als hij op het schoolplein komt, merkt hij dat er iets veranderd is. De gebarsten muren van het schoolgebouw werden hersteld en geschilderd. De betonnen vlakte is een speelplaats geworden. Binnen enkele ogenblikken zal hij een opgefrist klas-lokaal binnenstappen. In de komende weken zal hij meedoen in computerpractica, gecoacht worden door vrijwilligers uit enkele van Jordaniës grootste ondernemingen en deelnemen aan buitenschoolse muziek- en sportactiviteiten, samen met leerlingen van een privéschool die met de zijne ‘verzusterd’ is. In 2009 zal Waleed voor het eerst graag naar school gaan.

Die omvorming werd tot stand gebracht door Madrasati (‘Mijn School’ in het Arabisch), een nationaal programma dat ik in 2008 lanceerde en dat ondernemingen, plaatselijke personaliteiten en gemeenschappen samenbrengt om de meest noodlijdende lagere scholen te ondersteunen. Door gezamenlijke planning worden vervallen buurten omgevormd tot bruisende gemeenschapscentra. Madrasati stoelt op het eenvoudige idee dat elke burger een belang heeft in de opleiding van onze kinderen.

Jammer genoeg staat in mijn deel van de wereld de geest van gedeelde verantwoordelijkheid nog in de kinderschoenen. Ondanks onze aanzienlijke investeringen in onderwijs en ons succes inzake de toegankelijkheid van het onderwijs en de gelijkberechtiging van beide seksen, loopt het Arabische onderwijssysteem nog altijd achter op dat van vele andere regio’s. Dat leidt tot een kenniskloof die de Arabische wereld remt. Het dichten van die kloof moet een van de topprioriteiten zijn voor de Arabische regio.

In alle Arabische landen samen zijn er bijna 57 miljoen ongeletterde volwassenen. Twee derde van hen zijn vrouwen. Meer dan 6 miljoen kinderen staan niet ingeschreven in de lagere school. Nog te veel Arabische onderwijssystemen zijn gebaseerd op blokwerk, in plaats van de kinderen ertoe aan te zetten vragen te stellen, te exploreren en te creëren. We zijn er ook niet in geslaagd stevige bruggen te leggen tussen scholen en de privésector. Met als paradoxaal gevolg dat, ook al brengen we meer afgestudeerden voort dan ooit, de werkloosheid onder de jongeren bijzonder hoog is en dat vele van onze schranderste studenten een carrière opbouwen in het buitenland.

Het is duidelijk dat we niet zoveel talent kunnen blijven verkwisten. Meer dan de helft van de bevolking in onze regio is jonger dan 25 jaar. Dat zal in de komende 15 jaar de Arabische wereld een voordeel bieden. Om het maximum te halen uit die massa arbeidskrachten, moeten we reële kansen scheppen voor onze jeugd. Daarom geloof ik dat de Arabische wereld haar leerplannen moet opwaarderen, de beste leraars belonen en de band tussen het klaslokaal van vandaag en de werkplek van morgen versterken.

Dat is een aartsmoeilijke opdracht, maar Jordanië heeft al bewezen dat vernieuwende educatieve praktijken over de hele regio geëxporteerd kunnen worden.

In 2003, bijvoorbeeld, zijn we begonnen met het Jordan Education Initiative (JEI), waarin het engagement van de publieke sector samengebracht wordt met de creativiteit van de privésector om internetgesteund onderwijs naar onze scholen te brengen. Vandaag is de JEI-technologie aanwezig in meer dan honderd scholen. Meer dan alleen maar scholen aansluiten op het internet, wakkert JEI ook nieuwe manieren van lesgeven aan en het model wordt nu overgenomen in Egypte, Palestina en India.

INJAZ is een ander voorbeeld van een dynamisch partnership gericht op leren. Het brengt studenten in contact met vrijwilligers uit de privésector die seminaries komen geven. INJAZ werd in 1999 opgericht in Jordanië en heeft zich intussen verspreid naar twaalf andere Arabische landen. Tegen 2018 hoopt het initiatief 1 miljoen Arabische jongeren te bereiken.

Tegelijkertijd investeren we in mensen die de klaslokalen tot leven kunnen wekken. In samenwerking met het Columbia University Teachers College zal een nieuwe Jordaanse onderwijsacademie binnenkort leraars uit heel de regio beginnen opleiden.

Andere Arabische landen doen al even belangrijke stappen: Jemen heeft het schoolgeld afgeschaft voor jonge meisjes, Egypte schept meer meisjesvriendelijke scholen en Marokko zet alfabetiseringscampagnes op die gericht zijn op minder bevoorrechte bevolkingsgroepen. In Dubai wil de Mohammed bin Rashid al Maktoum Foundation 10 miljard dollar investeren in de uitbouw van het Arabische kenniskapitaal middels leraarsopleidingen, studiebeurzen, onderzoekssubsidies, de ontwikkeling van leiderschapscapaciteiten bij de jeugd en dies meer. In Qatar herbergt een ruim 1000 ha grote Educa-tion City deelcampussen van academische en onderzoeksinstellingen die tot de wereldtop behoren.

Dergelijke initiatieven moeten in 2009 nog aan stootkracht winnen en ervoor zorgen dat de lamp der kennis en ontdekking het pad voorwaarts voor de Arabische wereld verlicht. (T)

DE AUTEUR IS koningin van Jordanië.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content