De kaart wordt hertekend

Op de Europese top die vandaag in Nice begint, komt onder meer de rol van de regio’s aan bod. Spreekt Europa zich uit voor gedeelde soevereiniteit tussen de Unie, de natiestaten en de regio’s? België kan maar beter goed bij de les blijven.

Bij de start van de Europese top kijken diplomaten en journalisten met argusogen naar de rapporten van het European Policy Centre (EPC), dat de Europese besluitvorming analyseert. De Brit John Palmer, gewezen journalist van The Guardian in Brussel, is directeur van het EPC en bestudeert de relatie tussen de Europese Unie, de lidstaten en de regio’s. Volgens hem heeft Europa de kracht van zijn regio’s ontdekt, en gaan we een nieuwe fase van het eengemaakte Europa in. Palmer: “De tegenstelling is niet langer: óf er ontstaat een steeds nauwer samenwerkende Europese Unie, óf er ontstaat een steeds bredere verscheidenheid. Europa herontdekt zijn grote diversiteit.”

De Unie evolueert momenteel in twee bewegingen. Enerzijds centralisering, anderzijds een spreiding van de macht over de regio’s. Palmer meent dat die tendens aansluit bij het intussen algemeen aanvaarde subsidiariteitsbeginsel binnen Europa. “De traditionele natiestaat smelt. Er gebeuren meer en meer deconstructies van Europese natiestaten. Spanje, Groot-Brittannië en België bestaan uit drie naties. Hun diversiteit werd verstopt tijdens de eeuwenlange opbouwfase van de Europese natiestaten. Duitsland is na de oorlog een federale bondsstaat geworden. Ook de erkenning van een reeks soevereine rechten in Corsica past in dat plaatje.”

De schaalvergroting leidt tot een standaardisering, maar gelijklopend ligt er een meerwaarde bij niches, en dat zowel qua producten en diensten als qua regionale voordelen, oordeelt Palmer. “De verschillen tussen regio’s kunnen toegevoegde waarde leveren. Er blijkt een steeds sterkere band te groeien tussen economische ontwikkeling en culturele ontwikkeling. Zo heeft Zuid-Finland een andere relatie met informatica dan Holland, en dat wegens regionale en culturele verschillen. Dit is een indicatie die ingaat tegen het eeuwenoude argument dat een sprong naar harmonisering en uniformisering noodzakelijk is.”

Die globalisering gaat dus niet blind rechtdoor, maar splitst uit. Palmer: “Dat wordt weerspiegeld in de nieuwe structuur van de Europese Unie als we in de volgende vijf jaar van 15 naar 25 EU-leden gaan. De uitbreiding van Europa vergroot de discussie over een Europese grondwet met een machtsverdeling tussen centrum, tussenniveau – de nationale staten – en de regio’s. De Verenigde Staten zijn een goed voorbeeld van een coherent centraal beleid dat de staten veel rechten laat. De top van Nice zal, zij het op een gedempte manier, het drielagige Europa uittekenen.”

frans crols

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content