“De jobschaarste zal de komende jaren niet verdwijnen”

Randstad
Trends Information Services

Trends Information Services verbindt organisaties met de lezers van en doet een beroep op de specialisten van Roularta Brand Studio voor tekst en illustraties. De inhoud wordt eventueel aangebracht door de partner en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.

27 januari 2020, 00:00 Bijgewerkt op: 20 juli 2022, 08:11

In tijden van hoogconjunctuur is het aantal werkzoekenden laag en raken vacatures moeilijker ingevuld. Als de economie afkoelt, zou dat probleem zichzelf moeten oplossen, maar op dat effect hoeven we de komende jaren niet te rekenen. Dat blijkt uit analyses van het Steunpunt Werk. De impact van de vergrijzing zorgt ervoor dat het tekort op de arbeidsmarkt het komende decennium niet weg te denken is.

De oorlog om talent is niet gestreden. De analyses die het Steunpunt Werk de voorbije maanden publiceerde liegen er niet om. “In heel België bevindt de jobschaarste zich momenteel op het hoogste punt in lange tijd“, zegt Prof. dr. Sarah Vansteenkiste van het Steunpunt Werk. “Kijk je naar het aantal werkzoekenden per vacature (de spanningsratio, nvdr.) dan zie je dat in elk gewest het aantal zeer laag is.”

Schaarste piekt in 2019

Uit het kwartaalbericht van het Steunpunt Werk blijkt dat een vacature in het Vlaamse Gewest in 2019 kon rekenen op de interesse van 3,9 werkzoekenden. Ter vergelijking: in 2014 waren het er nog 9,3. In Vlaanderen was het cijfer deze eeuw nooit lager dan in 2019. In het Waals Gewest gaat het om 2,9 werkzoekenden per vacature (4,9 in 2014) en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om 4,7 (8 in 2014). Vergelijkingen tussen de gewesten gaan echter niet op omdat de regio’s andere definities van de spanningsratio gebruiken. “We zien minder werkzoekenden per vacature bij functies voor hoger opgeleiden“, preciseert Vansteenkiste. “De schaarste is het sterkst bij zorgkundigen, IT-personeel, maar ook vrachtwagenchauffeurs,… De profielen die de VDAB dan ook als knelpuntberoep omschrijft.”

De vergrijzing zet door

Kijkend naar de arbeidsmarkt verwacht Steunpunt Werk dat de schaarste de komende jaren structureel zal blijven. “We zien een toename van het aantal 55-plussers dat de arbeidsmarkt zal verlaten”, verklaart Vansteenkiste. “Ten opzichte van twintig jaar geleden gaat het om een verdubbeling. Ook dit is in heel België het geval.” Van 2023 tot 2028 zal Vlaanderen bijna 400.000 55-plussers moeten vervangen. In het minder bevolkte Wallonië gaat het om 160.000 vervangingen en in Brussel om 50.000, maar ook daar zien we steevast een verdubbeling vergeleken met de periode 1998-2003.

Ook bij een tragere economie

Vansteenkiste voegt nog enkele extra verklaringen toe om de structurele krapte uit te leggen. Zo zal het aantal mensen ‘op arbeidsleeftijd’ in Vlaanderen de komende jaren dalen. In Wallonië blijft dat cijfer eerder stabiel en in Brussel neemt het zelfs toe. Tegelijk stappen jongeren later in op de arbeidsmarkt. De vraag blijft echter welke impact de economie heeft. Blijft het aantal vacatures op peil de komende jaren? “Indicatoren als het consumenten- en ondernemersvertrouwen wijzen wel op een afkoeling van de economie. Dat kan een impact hebben op de vraag naar werknemers. Ook gebeurtenissen zoals de Brexit of een handelsconflict met China kunnen een rol gaan spelen. Maar zelfs met die impact gaan we ervanuit dat de uitstroom van 55-plussers en de evolutie van de bevolking op arbeidsleeftijd structureel voor druk zullen blijven zorgen”, aldus Vansteenkiste.

Werkgevers moeten breder rekruteren, ze zullen moeten openstaan voor profielen waaraan ze nog niet hadden gedacht.” – Sarah Vansteenkiste

Niet enkel werklozen activeren

De cijfers moeten voor de beleidsmakers enkele alarmlichten op rood doen springen. Steunpunt Werk formuleert enkele richtingaanwijzers en opvallend is dat het daarbij verder kijkt dan het activeren van werklozen. “Omdat we een economisch goede periode kenden, is die groep stelselmatig kleiner geworden”, zegt Sarah Vansteenkiste. “Dat kan een goede aanleiding zijn om ook andere groepen te activeren. Daarmee bedoelen we niet dat we massaal mensen in een ziektestelsel moeten verplichten om te werken, maar je kan wel optimaliseren. Onderzoek uit de arbeidsgeneeskunde toont aan dat mensen vaak openstaan voor een gedeeltelijke terugkeer. Ook bij leefloners zien we al een beweging door de samenwerking tussen de VDAB en de OCMW’s, en daar zijn verdere stappen mogelijk. Het beleid moet evolueren naar een inclusief verhaal, waarin verschillende beleidsdomeinen samenwerken om groepen te activeren die vandaag onder de radar blijven.”

Anders rekruteren

Voor de werkgevers betekent de prognose in de arbeidsmarktscan dat het zoeken naar talent de komende jaren een stevige uitdaging blijft. Sarah Vansteenkiste geeft een voorbeeld: “In Vlaanderen is in de groep van 25- tot 50-jarige hoger opgeleiden al 92% aan het werk. Dan weet je dat veel bedrijven in dezelfde kleine vijver aan het vissen zijn. Werkgevers zullen meer moeten openstaan voor profielen waaraan ze nog niet hadden gedacht. In de praktijk betekent dit breder rekruteren, intern meer groeikansen creëren en beter nadenken over hoe je mensen meer kan opleiden na de aanwerving.”

Levenslang leren

Met opleidingen is het grote woord gevallen. Werknemers met vaardigheden die niet meer beantwoorden aan wat bedrijven zoeken, komen sneller in aanmerking om van de arbeidsmarkt te verdwijnen. Ligt de sleutel dan in omscholing, zodat werkgevers vlotter geschikte kandidaten vinden die meteen over een goed pakket aan vaardigheden beschikken? “Dat is zeker belangrijk”, zegt Vansteenkiste, “maar je kan het niet los zien van een andere aanpak bij de werkgevers. We moeten mensen meer aanmoedigen om levenslang te leren. Daar zijn werknemer en werkgever beide verantwoordelijk voor. De werknemer moet het willen, de werkgever moet voldoende kansen bieden. Maar ook dat is niet evident. Tijd vrijmaken voor opleidingen is niet vanzelfsprekend op een moment dat je krap zit in werknemers.”