DE IJZEREN SPORENSLAG?

Sommige Limburgers zien de IJzeren Rijn niet zitten. Voor anderen kan het dan weer niet snel genoeg gaan.

“Limburg, daar rijdt genen auto, daar rijdt genen trein…” zongen wij op de wijze van Limburg Allein stout in onze studentenjaren. En als het van sommige Limburgers afhangt, blijft vooral dat laatste een na te streven doel. “Het profijt is voor anderen, de lawaaihinder is voor ons,” lieten omwonenden van het IJzeren Rijn-traject optekenen in Het Belang van Limburg. Vooral de buren van het nu zo goed als ongebruikte traject Neerpelt-Hamont vrezen voor hun rust.

Dat de IJzeren Rijn, de te vernieuwen spoorverbinding tussen de Antwerpse haven en het Duitse Ruhrgebeid een goede zaak is voor Antwerpen én voor Duitsland wordt niet betwijfeld. “Maar de mensen van Hamont hebben niks aan zo’n spoorweg,” wordt er gesakkerd.

Nochtans profileert Limburg zich steeds meer als distributiezone: Essers-Belstor, de logistieke zone Hermes op het oude KS-terrein in Winterslag, Katoen Natie in Genk, Hyundai-Caterpillar Logistical Services in Lummen… De regio is goed gelegen, beschikt over arbeidspotentieel en wordt relatief vlot ontsloten – ook via het water – en dit zonder fileproblemen.

“Wij zijn honderd procent voorstander van de IJzeren Rijn,” zegt Johann Leten, de nieuwe algemeen directeur van de Kamer voor Handel en Nijverheid Limburg. “Ook voor de werkgevers ( VKW, NCMV…) en de vakbonden is de realisatie van deze spoorverbinding een prioriteit. Naar potentiële investeerders toe zijn wij de voorbije jaren wel wat voorzichtiger geworden met het marketinginstrument IJzeren Rijn. Gelukkig lijkt er nu een kentering in zicht.”

“De Noord-Limburgse regio heeft heel wat distributiepotentieel. Het is absoluut fout de IJzeren Rijn alleen maar te zien als een snelle verbinding tussen Antwerpen en het Ruhrgebied,” gaat Leten verder. “Voor Limburg wordt de toegang tot Antwerpen én het Ruhrgebied versterkt. De IJzeren Rijn kan voor ons dus een belangrijke ontwikkelingspoot zijn die onze provincie een grote meerwaarde oplevert. Daarbij is het van belang dat ook de verbinding Neerpelt-Hasselt wordt opengesteld. Deze zijtak moet de IJzeren Rijn verbinden met het Limburgse hartland.”

De verschillende nationale spoorwegmaatschappijen, de provinciale autoriteiten van (Belgisch) Limburg en Noord-Brabant én de respectieve Kamers van Koophandel – waaronder die van Duisburg – spraken zich al positief uit. Nederlands Limburg ziet de IJzeren Rijn liever iets noordelijker, kwestie van een stiltegebied te vermijden. “Maar de eigenlijke reden is dat het noordelijke traject een belangrijke Noord-Limburgse distributiezone aandoet. En daar ziet men een goede verbinding met Antwerpen en het Ruhrgebeid wél zitten,” stelt Johann Leten. “Wij moeten natuurlijk een oplossing zoeken voor de bezwaren van de Nederlanders en enige Vlaamse en federale druk kan daarbij helpen. In goed nabuurschap mogen wij toch wel wat van onze collega’s verwachten.”

Blijven natuurlijk de bezwaren van de mensen die langs de spoorlijn wonen. “Wie daar gaat wonen, wéét dat daar treinen kunnen rijden. Het belang van het individu moet hier wijken voor het belang van de gemeenschap,” besluit Leten. “De IJzeren Rijn is té belangrijk voor de economische toekomst van Limburg.”