De hergeboorte van een legende
Nu de Noord-Ierse troubles plaatsmaken voor peace, heeft Belfast de wind in de zeilen. Verlaten scheepswerven veranderen in een gigantische nieuwe wijk waarin de Titanic centraal staat. Het is precies 100 jaar geleden dat het legendarische schip in Noord-Ierland te water werd gelaten.
H&W, die letters staan bovenaan twee gigantische kranen die het uitzicht op Belfast domineren. “De letters staan voor Hello & Welcome”, verduidelijkt Billy Scott, een erkende gids die met zijn traditionele black hackney-taxi toeristen rondleidt. Hij maakt uiteraard een grapje. De letters staan voor Harland & Wolff, de scheepswerf die de Titanic bouwde.
Scott pikt me op aan het Europa Hotel, het hotel dat de meeste terroristische aanslagen te verduren kreeg in Europa. Het IRA dropte er dertig bommen, maar telkens zonder dodelijke slachtoffers. De troubles zijn zowat het eerste dat door je hoofd gaat als je aan Belfast denkt.
“De murals, muurschilderingen op de gevels, waren tot voor enkele jaren politiek en provocerend, maar nu worden ze hoe langer hoe vaker cultureel, zelfs een toeristische attractie. Zeker in de katholieke wijken is de openheid groot”, vertelt Scott met een sappig Noord-Iers accent – lees: amper verstaanbaar – terwijl hij door de uitgeleefde, gesegregeerde woonwijken rijdt. De schier eindeloze rijen lage huizen liggen vlak bij het stadscentrum. De grote metalen poorten tussen de protestantse en katholieke straten gaan ‘s nachts nog altijd dicht.
Toch valt het veiligheidsprobleem nogal mee. “Belfast is de veiligste stad na Tokio”, beweert Scott. Lucia King van Northern Ireland Tourist Board bevestigt zijn stelling. “De pubs en restaurants floreren en religie speelt daarbij geen rol meer. Vroeger durfde niemand zich in het centrum te vertonen, zeker ‘s avonds niet, maar nu herleeft het centrum van Belfast.”
Ierse industriële trots
Net als de Keltische tijger is de Ierse hype wat gaan liggen. Daarom zoekt de gemeenschappelijke toeristische dienst van de Ierse republiek en Noord-Ierland nieuwe trekpleisters. En laat het nu net 100 jaar geleden zijn dat de Titanic het ruime sop koos in Belfast. “Toen de Titanic Ierland verliet, was het een prima schip”, zegt gids Ed van Titanic Walking Tours. “Maar iedereen weet hoe het verhaal met een Engelse eigenaar, een Schotse kapitein en een Canadese ijsberg afliep…”
De Ieren zijn trots op hun industriële verleden. Belfast boomde in de negentiende eeuw. De stad zat helemaal op het spoor van de industriële revolutie en ontwikkelde een bloeiende linnen-, tabaks- en scheepsbouwindustrie. “Duizenden Ierse plattelanders zochten in de negentiende eeuw het geluk in de industriestad Belfast. Heel vaak gingen ze samenhokken met dorpsgenoten en dat werkte de segregatie in de hand. Zo woonden in East Belfast vooral protestanten, 15.000 onder hen bouwden de Titanic. Op een oude foto van de werf zie je ‘No pope here’ staan”, toont Ed.
H&W bouwde talloze passagiers- en oorlogsschepen. De poort waar de arbeiders dagelijks door moesten, bestaat nog altijd, al verhuisde het hoofdkwartier van H&W in 1989. Met de scheepsbouw ging het in de jaren tachtig bergaf, nu houdt H&W zich vooral bezig met reparaties en de bouw van offshorewindmolens.
Ed loodst ons door de gebouwen die eerder ook op een bezoekje van de Duitse keizer Wilhelm II, de bankier J. Morgan en de filmmaker James Cameron konden rekenen. Vanuit de tekenzaal had je een prachtig uitzicht op de werf. Nu zie je een gloednieuw, glanzend gebouw, het Titanic Museum dat in april opent.
De board room van H&W is een plek vol geschiedenis. “Hier nam de directie de beslissing om in minder reddingsboten te voorzien dan er passagiers waren, daar was overigens niks illegaals aan. En sowieso, de Titanic was vrijwel onzinkbaar .. .”
Het titanische vaartuig sprak ook in 1911 al tot de verbeelding. “De tewaterlating lokte 181.000 toeschouwers. Niet te verwonderen, want het schip is volledig gebouwd met stoom- en mankracht. Duikers moesten het schip op een lange rij stenen in het droogdok leiden, een gigantisch stoomhuis pompte het water daarna weg.” Nu is daar een bezoekerscentrum met cafetaria in ondergebracht.
De Titanic komt weer thuis
Terwijl enkele jaren geleden niemand in Belfast wat gaf om de Titanic, zijn de verwachtingen nu hooggespannen. Het nieuwe museum – prijs: 111 miljoen euro – moet in het eerste jaar al 500.000 bezoekers lokken. “Om te beginnen is er de iconische architectuur, vier blinkende schipstevens die weerkaatst worden in het water”, zegt Adrian Grimshaw van Harcourt Construction, dat de werken coördineert.
“Eigenlijk willen we de Titanic na 100 jaar weer laten thuiskomen. In negen galerijen op vier verdiepingen ga je terug naar het edwardiaanse, boomende Belfast. Je kunt luisteren naar verhalen van de mensen die het schip bouwden en zij die inscheepten, maar je kunt ook kijken naar livebeelden van het wrak op de bodem van de oceaan. Op de hoogste verdieping komt een grote conferentieruimte met een replica van de befaamde traphal van het schip.”
Het museum is nog in aanbouw, maar ondertussen is er de expo Titanica in het Ulster Folk and Transport Museum. Honderden originele artefacten die op de oceaanbodem lagen, zijn er uitgestald, waaronder uiteraard heel wat servies en bestek. Zo zie je de gouden randjes voor de eerste klasse en het simpele hotelporselein voor de derde klasse, of het servies met Hebreeuwse opschriften dat gebruikt werd in de koosjere keuken. Naast porseleinen nachtpo’s en luxueuze prullaria.
In het ruim van de Titanic reisde ook een luxeauto van Antwerpse makelij mee. Het museum bezit zo’n soortgelijke Minerva en allerlei andere voertuigen uit vervlogen tijden. Op het domein van 70 hectare, met een prachtig uitzicht op het Belfast Lough, de verbinding tussen de scheepswerven en de open zee, bevindt zich een Noord-Iers Bokrijk. In de historische straten vertellen acteurs verhalen van in en rond de scheepswerf. Zo hadden de arbeiders per werkdag maar zeven minuten om naar het toilet te gaan, en ja, dat werd getimed. In het historische postkantoor kun je een telegram sturen naar de Titanic.
Parallellen met Vlaanderen
Het centrum van Belfast is vrij klein maar gemoedelijk. Het centrale plein van de stad bevindt zich rond de City Hall. Op de gazons verzamelen locals – tatoeages verplicht – bij evenementen om naar de grote schermen te kijken. Rond de kathedraal vind je gezellige pubs en restaurants. The Crown Liquor Saloon wordt zelfs uitgebaat door de National Trust. “En de Ierse keuken heeft tegenwoordig wel wat meer te bieden dan stew“, verzekert Lucia King.
De heropleving van het stadscentrum dateert van na de Goede Vrijdagakkoorden uit 1998. De gezellige buurt rond Queen’s University was altijd al een fijne plek met mooie architectuur en aantrekkelijke cafés, restaurants en winkels.
Als je langs het prachtige Palm House door de Botanic Gardens stapt, kom je aan het gratis Ulster Museum. Zowel cultuur-, natuur- als geschiedenisliefhebbers kunnen er hun hart ophalen. De hele binnenkant van het klassieke gebouw werd gestript en de schotten tussen de disciplines verdwenen. Iedereen kan zijn eigen parcours uitstippelen en op zoek gaan naar wat hem boeit.
Onvermijdelijk zie je parallellen met de Vlaamse cultuur en geschiedenis. Een van de topstukken is trouwens een werk van Jacob Jordaens. Al moet hij het afleggen tegen een dinosaurusskelet, Keltisch design en de complete zilveren toiletset van een achttiende-eeuwse lady. Maar ook de troubles krijgen een plaats, een moeilijke opgave aangezien de recente geschiedenis aan de oppervlakte geheeld lijkt, maar nog altijd hevige emoties opwekt.
FREDERIC EELBODE IN BELFAST
“De Titanic is volledig op stoom- en mankracht gebouwd”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier