DE HELLEENSE HEL
Torenhoge werkloosheid, een bloedende staatskas, verstikkende oligarchieën, en een ongeïnteresseerde politiek duwen Griekenland in de verpaupering. In het referendum van zondag zullen de Grieken zichzelf in de ogen moeten kijken. Hoe is het zover gekomen, en hoe geraakt Griekenland er ooit uit? Trends sprak met vijf bevoorrechte getuigen.
Bij het binnenrijden van Athene wijst de taxichauffeur naar een jongeman die staat te bedelen aan een verkeerslicht. Hij ziet er verzorgd uit, niet het type van de bedelaar, eerder een bankbediende of leraar. “One of three young people have no job“, zegt de taxichauffeur. De werkelijkheid is dubbel zo erg. Volgens economen haalt de Griekse jeugdwerkloosheid pieken van 60 procent, of bijna twee op de drie jongeren zitten zonder job.
Een land dat zijn jeugd geen toekomst meer kan geven, zit op een gevaarlijke glijbaan. De Grieken wisten dat er veel niet deugde in hun land — de spilzucht van de overheid, de almacht van de zakentycoons, het cliëntelisme in de politiek — maar lieten betijen. Iedereen pikte wel een graantje mee, een voordeeltje hier, een vergunning daar, een postje ginder.
Misschien had Griekenland het zo lang kunnen uitzingen. Maar toen het land in 2001 toetrad tot de euro, kreeg het toegang tot artificieel goedkope kredieten. Het laafde zich mateloos. De begrotingstekorten zwollen tot onhoudbare proporties, en alarmeerden de schuldeisers. Zij leggen zware besparingen op, waarover Griekenland zich zondag moet uitspreken, in een referendum dat feitelijk zal beslissen over het Griekse lidmaatschap van de euro.
Het wordt een sleutelmoment, dat de Grieken met de kop uit het zand trekt. Waarom ging het verkeerd, en hoe moet het verder?
DE ONDERNEMER ‘De invoering van de euro was een verschrikkelijke fout’
Voor Dirk De Cuyper is Griekenland een tweede thuis. De CEO van Resilux, een producent van voorvormen van petflessen, opende in 1999 een fabriek in Patras, 200 kilometer ten westen van Athene. “Ik heb de drachme nog meegemaakt”, zegt De Cuyper. “Een flesje water van een halve liter kostte omgerekend vijf Belgische frank. De drachme maakte het land competitief. De invoering van de euro was een verschrikkelijke fout. De Grieken konden onmogelijk concurreren tegen landen met goedkopere munten, zoals Turkije. Het heeft de industrie weggejaagd. De scheepsbouw bijvoorbeeld, trok naar China en Zuid-Korea.”
Bij de Arabische Lente was het opnieuw pech. “Traditionele Griekse afzetmarkten als Egypte en Libië vielen weg. En door de crisis in Oekraïne zitten de markten in de Balkan in zware problemen.”
Vooral de beledigingen maken De Cuyper kwaad. “De Grieken zijn helemaal geen luieriken die onder hun olijfboom liggen. Mijn negentig werknemers in Patras zijn harde werkers, die veel te veel belasting betalen op hun loon. Zijn het niet eerder de Belgen die gemakzuchtig geworden zijn? In België kun je eten en drinken zonder te moeten werken. In Griekenland stelt de sociale zekerheid niet veel voor. Grieken die niet werken, hebben geen eten en drinken.”
Als antwoord op de crisis, stemde De Cuyper zijn Griekse vestiging af op export, zodat de rendabiliteit intact bleef. Hoe zal het met de rest van Griekenland aflopen? De Cuyper maakt de vergelijking met een ander land waar Resilux een productievestiging heeft, Spanje. “Ook dat land ging door een zware crisis, maar heeft een functionerende administratie, goede infrastructuur, en vele mensen die Engels spreken. Zodra de crisis voorbij was, kon Spanje meteen in tweede versnelling gaan. Griekenland moet ook zo’n basis aanleggen, en werken aan zijn marketing. Dit land heeft fantastische producten, maar niemand kent ze. De beste olijfolie ter wereld koop ik hier, bij een kleine olijfboer. Griekenland moet zichzelf ontsluiten. Ik ken de allermooiste plekken op de Griekse eilanden, maar je kunt er geen huisje kopen, of zelfs maar huren.”
De Cuyper heeft een paradoxaal advies. “Het is het moment om te investeren in Griekenland. Goedkoper kan het niet, want dieper kunnen ze niet meer vallen. Nu komt het omslagpunt, ook psychologisch. De mensen gaan de klik maken in hun hoofd.”
DE AANNEMER ‘De oligarchen hebben het Griekse bedrijfsleven vernietigd’
In 2009 haalde het bouwbedrijfje van de burgerlijk ingenieur George Charalampopoulos nog een omzet van 3 miljoen, vorig jaar was dat nog 1 miljoen euro. Dat komt niet omdat zijn bedrijfje, Heron Constructions, geen orders meer krijgt. “We werken veel meer dan vroeger, met meer personeel”, zegt Charalampopoulos. “Maar we moeten enorme kortingen toestaan, 30 tot 50 procent op de normale prijs.”
Charalampopoulos is een van de duizenden Griekse aannemers die moeten leven van kruimels, kleine aanbestedingen van enkele honderdduizenden euro. De grote, interessante projecten gaan naar de bouwfirma’s van de oligarchen, die ook belangen hebben in tal van andere sectoren, zoals energie en media. “De oligarchen hebben nauwe banden met de politici van de vorige regeringen, van wie ze projecten onder tafel toegestoken kregen, meestal boven de marktprijs”, zegt Charalampopoulos. “Delen van het project besteedden ze vervolgens uit aan kleine aannemers, die 30 tot 40 procent korting moesten bieden, en hun geld pas zagen na zes maanden.”
Het uitknijpen van de kleine bedrijven vreet de Griekse economie aan, volgens Charalampopoulos. “De oligarchen houden de winsten voor zich, het geld vloeit niet naar de economie. De oligarchen hebben het Griekse bedrijfsleven vernietigd. Het land kan niet groeien zolang dit systeem bestaat. Protest van de bevolking komt er niet. Want de commerciële tv-stations hebben een marktaandeel van 90 procent, en zijn allemaal in handen van de oligarchen.”
Zal de regering van Alexis Tsipras de oligarchen kunnen kortwieken? “Dat wil ze oprecht, maar zal ze slagen? De oligarchie is een enorm machtsapparaat, dat honderdduizenden mensen werk geeft. De staat zit zonder geld, zodat hij niet zonder de oligarchen kan. De EU moet ons hierbij helpen, want zij ziet het allemaal onder haar ogen gebeuren. In de grote projecten zijn vaak Duitse, Franse en Italiaanse bedrijven betrokken.”
Het probleem begon toen na de Tweede Wereldoorlog het geld van het Marshallplan naar vijf grote familiale groepen ging, volgens Charalampopoulos. “Die vijf families maken vandaag nog altijd de dienst uit. Maatschappelijke tegengewichten waren er niet. Door de gebrekkige rechtsstaat heerste er straffeloosheid, en de politici kochten electorale loyauteit door overheidsjobs uit te delen aan het volk. Het slechte onderwijs deed de rest. In 1980 was nog altijd 70 procent van de Grieken ongeletterd. Het onderwijs is altijd het weesje van de begroting geweest, ook vandaag, zodat de kennis van de mensen ondermaats blijft. Door de crisis zitten duizenden gezinnen zonder elektriciteit, zodat de kinderen hun huiswerk bij kaarslicht moeten maken. Mijn vrouw is kleuterleidster, en ziet op school kinderen flauwvallen van de honger. Dat is Europa niet.”
DE PROFESSOR ‘Griekenland consumeert te veel, en investeert te weinig’
In de aanloop naar de crisis scoorde Griekenland een hogere groei dan de EU, maar dat was te danken aan overmatige consumptie en het opblazen van tekorten, volgens Panos Tsakloglou, professor aan de Athens University of Economics and Business. Hij was van juni 2012 tot juni 2014 voorzitter van de raad van economische adviseurs van de Griekse regering. “In 2008 was het tekort op de lopende rekening opgelopen tot 14,9 procent van het bbp, een jaar later zat het tekort op de begroting op 15,4 procent. Dat zijn astronomische cijfers.”
Het feest veroordeelde Griekenland tot een zware kater. In ruil voor nood-leningen, eisten de geldschieters zware bezuinigingen. “Het werd de grootste en snelste besparingsoperatie ooit in een ontwikkeld land”, volgens Tsakloglou. “De sociale kosten waren enorm. We verloren een kwart van ons bbp, de werkloosheid haalde pieken van 27 procent, en het beschikbaar inkomen van de gezinnen zakte met een derde.”
Een deel van de pijn was niet nodig. “Griekenland kon zijn schulden niet betalen. Dat is een probleem van solvabiliteit. De geldschieters zagen het probleem echter als een tekort aan liquiditeit, en verschaften ons zware leningen, tegen hoge intresten en met korte looptijden. ‘Onhoudbaar voor Griekenland’, oordeelden de financiële markten. Toen ook geruchten over een grexit de kop op-staken, wilde niemand nog investeren in Griekenland en sloeg het kapitaal op de vlucht. Dat heeft de crisis nodeloos verergerd.”
Hoe gaat dit land ooit geld verdienen in plaats van uit te geven? “Griekenland consumeert te veel, en investeert te weinig. Ook de export moet hoger. Griekenland heeft een gunstige geografische positie, redelijk geschoolde werkkrachten tegen een goede prijs, en nog veel andere troeven, die we niet uitspelen. Wist je dat er skipistes zijn in Kreta? Ook in logistiek zijn we veel te bescheiden. Je geraakt goedkoper in Wenen via de haven van Piraeus dan via Antwerpen. We hebben de grootste koopvaardijvloot ter wereld, maar aanverwante activiteiten als verzekeringen en makelaardij zitten grotendeels in Londen. Die horen hier.”
Voor een echte toekomst, moet de Griekse economie eerst verlost geraken van de overheidsbureaucratie en het politieke cliëntelisme. “Griekenland telt meer ziekenhuizen dan Duitsland, gewoon omdat elke politicus om de 25 kilometer een ziekenhuis wil in zijn kiesdistrict, een enorme verspilling van middelen. Griekenland moet ook zijn productmarkten liberaliseren. Een oerwoud aan regels voedt kartelpraktijken in sectoren als energie en retail. En de starre arbeidsmarkt remt de jobgroei af. We mogen ambitieus zijn. De kwestie-Sabena was klein bier tegen het loodzware dossier van Olympic Airlines. Toch hebben we dat staatsbedrijf ontmanteld. We kunnen het.”
DE AMBTENAAR ‘Als de staat je geen service geeft, moet je het wel op een andere manier regelen’
Als chemicus leidde Anargyros Koutselieris eerst een overheidslabo voor voedselveiligheid, en klom daarna op tot het hoofd van de interne fraudebestrijding bij het ministerie van Financiën. Hij en zijn 200 controleurs moesten de handel en wandel van de ambtenaren controleren, en kregen ook fraudezaken toegestopt van de procureur. Sinds enkele maanden is hij met pensioen.
Zijn dienst kon het werk amper bolwerken, en het werd nog erger toen opeens 40 procent van de diensten – waaronder de zijne – afgeslankt moest worden op bevel van de trojka, het trio van schuldeisers bestaande uit het IMF, de EU en de ECB. “Er zijn toen fouten gebeurd”, zegt Koutselieris. “De mobiele brigade van belastingcontroleurs werd in tweeën gesplitst. Een deel kwam terecht bij een andere overheidsdienst, die daar totaal niet op voorbereid was. Gevolg: de brigade had eind 2013 op poten moeten staan, maar is nog altijd niet helemaal operationeel. De experts van de trojka waren meestal buitenlanders, die hun ervaring uit eigen land mordicus wilden toepassen op het Griekse systeem.”
Is de Griekse overheid dan geen logge en inefficiënte bureaucratie? “Er zijn veel overlappende diensten en veel bazen, maar weinig voetvolk, dat zich vaak bezighoudt met de verkeerde dingen”, zegt Koutselieris. “We hebben betere procedures nodig. Griekenland heft bijvoorbeeld zware taksen op alcohol, brandstoffen en tabak. Ondanks de veelvuldige controles, is de overheid niet in staat om de fraude met die taksen in te dijken, ook door toedoen van sommige ambtenaren. Goede en vooral eenvoudigere controleprocedures zouden corruptie en fraude de pas kunnen afsnijden.”
Waarom komen die procedures er niet? “Dat heeft te maken met grote belangen. Smokkel brengt veel op, en dat geld gaat ergens naartoe. De vorige regeringen konden dat niet aanpakken, en wilden dat misschien ook niet.”
Zouden goede procedures echt een einde maken aan fraude en corruptie? Zitten die fenomenen niet ingebakken in het Griekse systeem? “Ja, maar dat is niet onbegrijpelijk. Als de staat je geen service geeft, moet je het wel op een andere manier regelen. Dat is het kernprobleem. De notie ‘van algemeen belang’ bestaat niet meer in de geest van de Griek, want de staat is er niet om te helpen. Je krijgt iets geregeld als je de juiste politicus kent. Dat is al tientallen jaren ingeburgerd bij de Grieken. Je kan die mentaliteit pas veranderen als de staat iets in ruil geeft: kwaliteitsonderwijs en goede gezondheidszorg, en een sociale zekerheid die naam waardig. Het moet van twee kanten komen.”
DE BANKIER ‘Dit had niemand ooit kunnen voorspellen’
De man voor mij ziet zijn naam liever niet gepubliceerd, je weet nooit hoe een dubbeltje rollen kan. Hij is hoofd van de afdeling consumentenkredieten in een Griekse grootbank. “Velen kunnen hun lening niet terugbetalen. In het Griekse bankensysteem wordt een op de drie kredieten niet meer afgelost. Nochtans ondergaan klanten vooraf een grondige screening van hun financiële toestand. Maar de crisis is uit de hand gelopen. Dit had niemand kunnen voorspellen.”
Het gesprek vindt plaats enkele dagen voor de beslissing de Griekse banken een week lang te sluiten. Paniek bij de spaarders was er nog niet, al circuleerden er berichten dat slechte kredieten de kapitaalbuffer van de Griekse banken dreigden weg te vreten. “De banken hebben het bedrag aan slechte kredieten voor 60 procent gedekt met provisies”, zegt de man. “Vandaag hebben de Griekse banken nog voldoende kapitaal. Van de 50 miljard euro Europees geld om de banken te herkapitaliseren, hebben we 11 miljard niet eens nodig gehad.”
Dreigt er geen liquiditeitsprobleem door de depositovlucht? “Sedert begin dit jaar is al 40 miljard euro van de rekeningen gehaald, maar meteen goedgemaakt met noodfinanciering van de ECB. Een echte run on the banks is er nog niet geweest. De verklaring is de gezondheid van de banken, zelfs na vijf jaar crisis. De afname van de deposito’s remt wel de economie af, want de banken gebruiken het spaargeld om gezinnen en bedrijven te financieren.”
Kan een kmo-baas hier nog altijd een lening krijgen vandaag? “Natuurlijk, al zal hij een intrest betalen die zowat de helft hoger ligt dan in de rest van de eurozone. Maar het eigenlijke probleem van onze kmo’s is competitiviteit. Ze moeten nieuwe markten durven te verkennen en te exporteren. Daarvoor zijn producten nodig met internationale aantrekkingskracht. De Grieken moeten anders leren denken.”
JOZEF VANGELDER IN ATHENE
“De Grieken zijn helemaal geen luieriken die onder hun olijfboom liggen”
“Toen geruchten over een grexit de kop opstaken, wilde niemand nog investeren in Griekenland. Dat heeft de crisis nodeloos verergerd”
“Je krijgt iets geregeld als je de juiste politicus kent”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier