Stijn Fockedey

De hebzucht van Silicon Valley

Stijn Fockedey Algemeen hoofdredacteur van Trends-Kanaal Z

Anders dan Facebook in mei vorig jaar is de sociaalnetwerksite Twitter wel klaar voor een beursgang. Maar ook hier liggen hebzucht en arrogantie op de loer.

Op het eerste gezicht lijkt het bizar dat op Twitter een waardering van 10 miljard dollar wordt geplakt. Hoe kan een gratis dienst om tekstberichtjes van maximaal 140 karakters mee te versturen zes keer meer waard zijn dan de beursgenoteerde kwaliteitskrant The New York Times? Die zendt journalisten naar oorlogsgebieden en controleert nauwgezet alle informatie die ze publiceert. Twitter daarentegen bulkt van de kwakkels. Zo hebben twitteraars de gewezen Zuid-Afrikaanse president Nelson Mandela al ettelijke keren dood verklaard.

Ondanks die gebreken vervult Twitter voor zijn 200 miljoen gebruikers één functie met brio: het is de efficiëntste gepersonaliseerde nieuwsservice ter wereld. Of u geïnteresseerd bent in grappige foto’s van panda’s, de avonturen van societyfiguur Astrid Bryan of de eurocrisis, er is geen enkel platform waar u sneller en relevanter nieuws over die onderwerpen kunt vinden dan op Twitter. Bovendien is de IT-infrastructuur van de website zo efficiënt dat ze die dienst gratis kan aanbieden, grotendeels gefinancierd met advertenties.

Twitter hoeft eigenlijk niet naar de beurs trekken. Het is bijna rendabel en zal zijn advertentie-inkomsten de komende jaren nog sterk zien stijgen, zonder dat het daarvoor zware investeringen hoeft te doen. Er zijn drie redenen waarom het toch geld wil ophalen bij beleggers: de eerste investeerders willen uitstappen, Twitter wil een oorlogskas opbouwen en eigen aandelen zijn een troef bij overnames. Net zoals bij Facebook wegen de eerste twee redenen het zwaarst. Hopelijk halen hebzucht en arrogantie niet de overhand bij Twitter, en komt het niet met een astronomische waardering zoals bij de beursgang van Facebook.

Facebook was zijn beursgang volop aan het voorbereiden toen LinkedIn naar de beurs trok. De professionele netwerksite schoot op zijn eerste dag al fors omhoog. De beleggerswereld vond het een succes, maar de investeerders en het management bij Facebook vonden de beursgang van LinkedIn een flop. Het had zich niet hoog genoeg geprijsd en te veel geld in de zakken van de reguliere beleggers laten zitten, en dat ging Facebook niet overkomen. Toen Facebook in mei vorig jaar naar de beurs trok, was het nog volop bezig een goed businessmodel te zoeken. Maar de investeerders en het topkader van de sociaalnetwerksite deden niets om de hype te temperen en dreven de waardering naar een astronomische hoogte. De insiders waren er zich goed bewust van dat het aandeel in elkaar kon storten, maar zij zouden tenminste eerst kunnen cashen. Na ons de zondvloed.

Bovendien bestaat in Silicon Valley een kwalijke trend om de gewone aandeelhouders buitenspel te zetten via complexe structuren en systemen van meervoudig stemrecht. Een vergelijkbaar refrein is al vijf jaar te horen over de financiële sector: ook de technologiebedrijven willen graag het geld van de gemeenschap, maar zonder verantwoording te moeten afleggen. Als Twitter naar de beurs trekt met een veel te hoge waardering en een ondemocratische structuur, heeft de hebzucht alweer de overhand gehaald. Internetbedrijven in Silicon Valley doen zich graag voor als idealistische weldoeners. Maar als het om de knikkers gaat, hoeven ze geen lessen te krijgen van de financiële cowboys op Wall Street.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content