De harde lessen van een joods-Roemeense asielzoeker
De autobiografie van de bijna honderdjarige Joseph Juran, de pionier van het kwaliteitsmanagement, kan niet alleen ingenieurs en entrepreneurs boeien. Het is ook een aangrijpend levensverhaal, dat zowel de vooruitgang als de dieptepunten van de twintigste eeuw weerspiegelt.
Joseph Juran, Architect of Quality. McGraw-Hill, 379 blz., 29,20 euro. Verkrijgbaar bij Acco Leuven, tel. 016 29 11 00, fax: 016 20 73 89.
Midden augustus 1912 stapte de zevenjarige Joseph Juran in de Antwerpse haven op het schip dat hem, zijn moeder, zussen en broers naar Canada zou brengen. Van daaruit ging het met de trein naar de Amerikaanse stad Minneapolis, waar zijn vader Jacob drie jaar eerder onderkomen had gevonden bij een zus die ook het arme en barre Gura Humora was ontvlucht. Vandaag ligt het stadje in Roemenië, toen zwaaiden de Oostenrijkers er de plak. Op school leerde de knaap dan ook Duits, terwijl hij op de zondagsschool Hebreeuws studeerde en thuis Jiddisch sprak, de taal van de joodse minderheid. Niet alleen de uitzichtloze armoede had de doorslag gegeven om via Antwerpen naar de Verenigde Staten te emigreren. Ook de haat en de discriminatie die de joden te verduren hadden, speelden een voorname rol. Helaas bracht het beloofde land het gezin van de berooide schoenmaker niet met- een rijkdom of geluk. Voor hun schamele woning in Minneapolis reed wel een tram, maar dat was voor de Jurans geruime tijd het enige zichtbare teken van de weelde in hun nieuwe omgeving. “In de winter kwam onze watervoorraad van de sneeuw, die we lieten smelten op het keukenvuur. In de zomer moesten we water putten uit een bron in de buurt.”
Amerikaanse Droom. Uit die kansarme jeugd sproot de ingenieur Joseph Juran voort, de man die pionierde met kwaliteitsmanagement, furore maakte toen hij in het naoorlogse Japan de industrie leerde concurreren met kwaliteitsproducten en nadien geconsulteerd werd door de tycoons wereldwijd. Deze maand, mei, viert de door hem gestichte consultancygroep haar 25-jarige bestaan. Tegelijkertijd wordt er gefeest bij de vijftigste herdenking van zijn eerste reis naar Japan. En op 24 december 2004 wordt Juran 100 jaar. De schriele knaap, in zijn jeugd de spin genoemd, groeide uit tot de belichaming van de Amerikaanse Droom. Dat blijkt ook uit zijn autobiografie Architect of Quality.
Zijn puike resultaten op school vormden de opstap naar zijn voorspoedige carrière, maar de school was niet zijn enige zorg. Hij moest zelf alle studies financieren én zijn familie mee onderhouden. Dat werd er niet beter op toen zijn moeder al in 1920 bezweek aan bronchitis en zijn vader elke ambitie verloor. Alle jobs deed Juran, van krantenjongen tot hulpje bij de groenteboer. De iele bloemkolensjouwer en rekkenvuller schopte het tot professor, indu- strieel vernieuwer en managementicoon. Ook de andere kinderen uit de krotwoning beklommen de sociale ladder op indrukwekkende wijze. Een broer werd een gefortuneerde beursmakelaar, een andere werd gelauwerd met een oscar in filmMekka Hollywood, een zus werd professor. “We groeiden op zonder schrik van lange werkdagen of hard labeur. We leerden dat we moesten zoeken naar kansen en vindingrijk moesten zijn om er profijt uit te halen. We aanvaardden de verantwoordelijkheid om onze eigen valnetten te bouwen. Door het leren verdragen van de hitte van de smeltovens, verwierven we een arbeidsethos, dat ons goed ten dienste kwam tijdens ons hele leven.”
Controleer en zwijg. Na het behalen van zijn ingenieursdiploma elektrotechniek, kon Juran meteen aan de slag in de controledivisie bij Western Electric, als telefoonproducent toen de modieuze groeisector par excellence. Juran had niet bepaald een voorkeur uitgesproken voor de controle van de kwaliteit, het bedrijf wees hem die functie toevallig toe. Al gauw zag hij in dat er niets geleerd werd uit de controle van het eindproduct. Toen Juran erop wees dat veranderingen in het productieproces veel averij konden voorkomen, kreeg hij alleen maar te horen dat hij niets te maken had met de afdeling productie. Controleer en zwijg.
Het verging Juran net als die andere grondlegger van kwaliteitsmanagement, Edwards Deming, met wie hij vaak in één adem genoemd wordt. Ze oogstten pas echt erkenning, toen ze in Japan uitgenodigd werden om de bedrijven te helpen bij hun strategie om met kwaliteitsproducten de wereld te veroveren. Over de vermeende rivaliteit met Deming laat Juran in zijn autobiografie niet echt iets los. Hij legt wel de nadruk op hun verschillende opvatting. Deming bleef meer de ingenieur en statisticus, terwijl Juran de invloed van de mens, van de motivatie en van het management toevoegde aan de kwaliteitsidee. Zijn ideeën én praktische methoden zette hij vooral uiteen in het baanbrekende Quality Control Handbook (1951), Managerial Breakthrough (1964) en Planning for Quality (1988). Het jongste nieuws over de bijna honderdjarige is dat hij samen met een kleinzoon werkt aan een volgend managementboek. Sterk arbeidsethos?
Luc De Decker
Alle jobs deed Juran, van krantenjongen tot hulpje bij de groenteboer. De straatarme, iele rekkenvuller schopte het tot professor, industrieel vernieuwer en managementicoon.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier