De groeipil
Zowel Vlaanderen als de EU pleiten voor een nieuwe, lokale vorm van innovatief ondernemerschap. Is dit het wondermiddel voor economische groei ?
Rome.
Tot eind vorige maand konden de 15 lidstaten van de Europese Unie naar hartelust debatteren over een document dat zowel wetenschappers, ondernemers als creatievelingen op dit Oude Continent een nieuw elan moet bezorgen het Groenboek voor Innovatie. De syntheseconferentie in Rome op 29 mei jl. floot het afsluitsignaal. Het is nu wachten op de concrete acties die Edith Cresson, de bevoegde Europese Commissaris ter zake, zal nemen.
In welk bedje zijn we ziek ? De EU heeft alle innovatieve potentieel in huis : we publiceren meer wetenschappelijke artikelen dan in de VS en Japan (grafiek 1). Maar we tellen minder onderzoekers, we spenderen gemiddeld slechts 2 % van ons BBP ( bruto binnenlands produkt) aan onderzoek en ontwikkeling (tegenover 2,7 % in de VS en Japan) en de kostprijs om een octrooi te krijgen en te behouden is hier vijfmaal zo hoog als in de VS (zie grafiek 2). Die pijnpunten zijn gekend.
RISICO.
Hét delicate punt blijkt echter de grotere risico-aversie van ondernemers, financiers en overheid in Europa te zijn. Dit zet een domper op ons vermogen tot creativiteit, innovatie en de introductie van nieuwe marktprodukten. “Ondernemers letten vandaag vooral op kwaliteitsmanagement, kostenreductie, automatisering, efficiëntie en productiviteit. Zij innoveren niet met de grote “I”. Hierdoor worden we slechts concurrentiëler op de korte termijn,” aldus Jacques Evrard, manager bij Technopol Brussel.
In een discussieverslag, dat hij samen met het Vlaamse IWT opstelde, wordt dit probleem te berde gebracht. “Het Groenboek schenkt te weinig aandacht aan die Europese risicoschuwheid,” vindt Evrard. “De Commissie zou er goed aan doen om haar inspanningen op het verbeteren van de risico-omgeving voor innovatieve ondernemers te concentreren.”
Cijfers van de Oeso bevestigen het belang van die omgevingsfactoren voor het bedrijfsleven. Zo maakten de VS en Japan in de periode 1986-’90 veel intenser gebruik van fiscale prikkels dan de lidstaten van de EU : gemiddeld 88,8 % van alle Amerikaanse bedrijfssteun was afkomstig van belastingfaciliteiten, tegenover 43 % in Duitsland, 16,8 % in Frankrijk en 0 % in het Verenigd Koninkrijk, Italië en Nederland.
REGIO.
Ook Vlaams minister van Economie Eric Van Rompuy ( CVP) beseft dat het fiscale beleidsinstrumentarium één van de hefbomen is voor een hernieuwd groeimodel, dat onze oude exportgeleide Vlaamse groei-economie moet omvormen tot een economie waarin het lokale ondernemerschap centraal staat. Vereiste is dan wel dat de Vlaamse regering die fiscale hefbomen in eigen handen krijgt. Een pleidooi in die zin gaf Van Rompuy onlangs ten beste op de viering van 40 jaar Centrum voor Economische Studiën in Leuven.
Vlaanderen en de EU lijken elkaar hierin biezonder goed te vinden. Zo stelde Edith Cresson op een persbijeenkomst in Rome : “Het nationale niveau alleen zal niet volstaan om de punten uit het Groenboek te verwezenlijken. We zullen de geschikte regionale kanalen moeten vinden en openhouden.” Ter illustratie wordt in het Groenboek verwezen naar zogenaamde buurtdiensten die dienen als aanspreekpunt one-stop-shop voor de kmo’s : zij analyseren de behoeften en mogelijkheden en verwijzen door naar gespecialiseerde instanties.
“Dit lijkt me een erg inspirerend voorstel,” zegt Christine Claus, directeur-generaal van het IWT, verheugd. Het toekennen van grotere bevoegdheden aan het regionale en lokale tussenniveau is volgens haar de sleutel voor het toekomstsucces van het Groenboek. Ook de aandacht voor kmo’s (minder dan 250 werknemers) goed voor 66 % van de werkgelegenheid en 65 % van de omzet in de EU is hierin van cruciaal belang.
Verfrissend is ook dat het Groenboek aandacht besteedt aan de niet-technologische innovaties. Zo wordt de vrijetijdsformule van de Club Méditerranée geroemd om zijn innoverende waarde. En er wordt ook nadruk gelegd op het belang van de ontwikkeling van nieuwe (multimedia-)diensten. Vorige maand ging het INFO2000-programma voor kmo’s van start waarin over de periode 1996-’99 een budget van 65 miljoen ecu (2,4 miljard frank) wordt vrijgemaakt.
Toch klonken bij al dit moois ook enkele waarschuwende stemmen op de Rome-conferentie. “De vraag naar innovatie moet vanuit de markt komen en moet een antwoord bieden op de toekomstige sociale en economische problemen,” zei C. Lopez Barrio, O&O-direkteur bij Telefonica. Dit betekent : géén vrijgeleide voor wetenschappers of onderzoeksmanagers om innovatie als doel op zich te beschouwen. “Wil het Groenboek enige kans op slagen hebben, dan zal in Europa niet zozeer moeten gesleuteld worden aan het technische prototype maar wel aan het commerciële eindprodukt van de innovatie,” aldus Sean McCarthy, manager van het softwarebedrijf Hyperion.
PDP
ERIC VAN ROMPUY (ECONOMISCHE ZAKEN) Het innovatieve ondernemerschap als Vlaams groeimodel.
Qua publicaties zit Europa goed, qua octrooien veel minder.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier