DE GENTLEMAN

Pierre Scohier (60 j.) voor de insiders le petit génie beleeft een onrustig fin-de-carrière. Hij ligt mee aan de basis van het financiële manoeuvre tussen Almanij, Cobepa en Gevaert op een ogenblik dat de competitie om zijn opvolging bij Cobepa scherper is (vorig jaar onderging hij een ernstige heelkundige ingreep). Wat verwacht Pierre Scohier, in woord en stijl le parfait gentleman, van de herschikking van de belangen tussen zijn holding, Gevaert en Almanij ? “Dat de Vlamingen door de operatie hun huiver voor het Franse uit de familie van Paribas en Franstalige Cobepa zullen verliezen en aan zullen pikken bij zijn financiële groep,” zegt een hoge ome van Ibel, de Vlaamse Cobepa-dochter. Cobepa was tot voor twee weken met 35 % de enige grootaandeelhouder van Gevaert. Almanij krijgt nu de helft van Gevaert in handen en voor de Vlaamse holding wordt dit de zogenoemde vierde poot. Met Gevaert gelost door Pierre Scohier arriveren er industriële participaties binnen Almanij, een breuk met 60 jaar traditie. Almanij zwoer tot voor 23 mei ’97 uitsluitend bij deelnemingen in financiële ondernemingen.

De Waalse financiers Pierre Scohier en Albert Frère ( GBL) contrasteren. De baas van Cobepa deed aan corporate governance alvorens het woord zelfs bedacht was, Albert Frère is en blijft de alleenheerser, Scohier bouwde zijn belangen uit in het noorden (Vlaanderen en Nederland), Frère zweert bij Frankrijk, Scohier is een topkaderlid van een internationale groep, Frère leidt een internationale groep.

André Leysen (Gevaert) en Pierre Scohier zijn onder meer tot het besluit gekomen om de Vlaamse kaart te trekken uit een groeiend onbehagen over hun professionele leven in de Brusselse salons. André Leysen lust de stijl van Albert Frère niet langer, Pierre Scohier heeft veel sympathie voor de Vlamingen en de Nederlanders en een stijgende irritatie over wat er in la capitale als economisch-politieke strategieën wordt opgedist. Geleidelijk is Pierre Scohier Vlaanderen beginnen begrijpen en steeg zijn belangstelling. Uit zijn eentaligheid heeft hij zichzelf al vele jaren geleden verlost. Ook is hij nooit vergeten dat Maurits Naessens, de historische Vlaamse chef van Paribas Bank België, hem bij het begin van zijn loopbaan uit de obscuriteit haalde en alle kansen bood om door te breken. Naessens ontdekte de vrijzinnige Scohier, zoon van een Waalse vader en een Vlaamse moeder, als docent financiële economie aan de Ecole de Commerce Solvay. Scohier is de pedagogiek trouw gebleven en lanceerde menig oud-student (onder meer Peter Kluft) in het zakenleven. Maurits Naessens haalde de huidige Cobepa-voorzitter naar de Bank Paribas, waar deze een dienst financiële analyse uitbouwde, een schitterende voorbereiding voor een toekomstige holdingman. In 1971 splitste de holding Cobepa zich af van de bank en Scohier werd snel de nummer 1. Cobepa is steeds van het type merchant bank geweest en minder de klassieke holding à la Generale Maatschappij. De Belgische staatshervorming is drieledig, Cobepa organiseerde zijn staatshervorming tweeledig, Ibel voor het noorden en Mosane voor het zuiden. Cobepa werd de neutrale landshoofdstad.

Pierre Scohier eerbiedigt de belangen van alle aandeelhouders ook de minderheidsaandeelhouders. Dat demonstreerde hij met het verminderen van het disagio voor zijn ter beurze genoteerde groep, door de rationalisering en vereenvoudiging van 23 mei door te voeren. Jarenlang al voert hij een eenzame kruistocht tegen de excessen van Albert Frère, waar kunstig stapelwerk van holdings en subholdings de Karolinger forse opbrengsten bezorgt en de kleine aandeelhouder een speelbal zijn van diens pirouettes. “In de Latijnse landen komen de holdings meer en meer in opspraak als gevolg van de overdrijvingen uit het verleden, terwijl in de Angelsaksische wereld en Nederland er een vraag is naar professionele aandeelhouders en bestuurders,” zei Pierre Scohier tijdens de presentatie van de jaarresultaten 1996. Cobepa zal meer investeren in niet-genoteerde bedrijven, de co-participaties met Paribas zijn voorbij (“Paribas en Cobepa zijn twee verschillende zaken”), Scohiers beleggingsvehikel breekt door in Nederland. Cobepa heeft wat met Nederland. Boven de Belgische vennootschappen hangt de dreiging om een meerwaardebelasting in te voeren. “Indien dat gebeurt, zitten we morgen in Nederland,” is Scohiers reactie. In ’95 werd Cobepa symbolisch herdoopt van Compagnie Belge de Participations tot Compagnie Benelux Paribas. De nieuwe naam knoopt rechtstreeks aan bij de traditie van de Banque de Paris et des Pays-Bas, gesticht in 1872 door twee florissante financiehuizen van respectievelijk dr . Sarphati in Amsterdam (Sarphati betekent de Fransman in de taal van de Sefardische joden) en Edmond Joubert in Parijs.

Pierre Scohier is Cobepa. Gedurende bijna 25 jaar drukte hij een zware stempel op de holding. Pierre Scohier werd in ’74 benoemd tot gedelegeerd bestuurder, in april ’95 tot voorzitter van het directiecomité. Cobepa heeft vandaag twee gedelegeerd bestuurders, Nicole Hardenne en de Fransman Christian Varin. Al ruim een jaar wordt gespeculeerd over wie van beiden Pierre Scohier zal opvolgen.

Pierre Scohier is geduldig, hij verbeidt zijn tijd en slaat daarna goed voorbereid terug. Op verhaal komt hij tijdens de weekeinden in het Henegouwse Salles op de herenboerderij sarl Les Ivres, waar zijn echtgenote raspaarden fokt en Pierre Scohier door bos en veld draaft. In het parcours van Pierre Scohier is weinig fout gelopen, met uitzondering van de participatie in GIB. In ’91 werd hij voorzitter van GIB in opvolging van de familiale hoofdaandeelhouder, baron Vaxelaire, die overleed in ’90 (Cobepa spitste zich tradtioneel toe op de professionalisering van grotere familiale bedrijven). Het voorzitterschap van GIB rondde Cobepa’s raid op de distributeur af. Het Belgische warenhuis bezorgt Pierre Scohier al jaren grote kopbrekens. De turnaround wordt om de zoveel maanden aangekondigd, de verwezenlijking laat op zich wachten. Het zoeken van partners voor de onderdelen van de gediversifieerde distributeur loopt evenmin vlot. Voor de lange omzwaai bij UCO, nog een bekende participatie, kon als alibi gelden dat textiel en confectie een crisissector zijn met veel concurrentie. Bij GIB zijn uitvluchten moeilijker te vinden als men kijkt naar de successen van Delhaize, Colruyt, Ahold. Op GIB hebben reeksen topmensen hun tanden gebroken. Eén misser mag men Pierre Scohier niet ten kwade duiden.

FRANS CROLS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content