De Europese handicap van Anderlecht & Co.

Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

De Belgische voetbaltopclubs worden goed geleid en zijn financieel relatief gezond, maar in Europa worden ze budgettair onder de voet gelopen. Ook het verse geld van het nieuwe tv-contract kan daar niet veel aan veranderen. Alleen een pan-Europese competitie zou Anderlecht & Co. bevrijden uit hun kleine Belgische markt.

Voetbalclub Germinal Beerschot is de Belgische bekerwinnaar, maar komt met een omzet van bijna 7 miljoen euro budgettair niet eens aan de knieën van Sporting Anderlecht. De vice-kampioen is met een omzet van 25 miljoen euro Belgiës rijkste club, maar is op zijn beurt financieel geen partij voor Ajax Amsterdam. De Nederlandse topclub boekt 70 miljoen euro, maar ook dat is ruim onvoldoende om zich met de Europese top te meten. Manchester United, ‘s werelds rijkste voetbalclub, rijft jaarlijks 262 miljoen euro inkomsten binnen. Dat is bijna 40 keer meer dan het bedrag waarmee we bij Germinal Beerschot begonnen zijn.

Europees voetbal: op het veld is het elf tegen elf, naast het veld is het een ongelijke strijd tussen KMO’tjes en multinationals (zie grafiek: David tegen Goliath). De groeiende inkomenskloof en de machtsconcentratie bij een select aantal topclubs is een van de grootste kopzorgen van het Europese voetbal. De Belgische voetbalcompetitie die dit weekend start, wordt betwist tussen enkele grote kleintjes en vele kleine kleintjes.

Ook Belgacom kan aan deze ongelijke Europese strijd weinig veranderen, al ontpopte het zich de jongste maanden tot gulste sponsor van het Belgische profvoetbal. Het telecombedrijf troefde Telenet af in de strijd om de voetbalrechten en betaalt jaarlijks 36 miljoen euro (en dat drie jaar lang) voor de uitzendrechten van het Belgisch voetbal. De Belgische clubs zijn maar wat blij dat voetbalbeelden de digitale televisierevolutie, in de versie van Belgacom dan, tot in de huiskamer moeten brengen.

Het nieuwe tv-contract zorgt voor een stevige financiële injectie. De Belgische eersteklassers moesten het de voorbije seizoenen met een gezamenlijke omzet van ongeveer 120 miljoen euro rooien. De nieuwe tv-deal voegt daar nu 21 miljoen euro aan toe (het vorige contract was 15 miljoen euro per jaar waard). Dat betekent dat de doorsnee profclub op een omzetverhoging van ongeveer 15 % à 20 % kan rekenen. De meeste clubs zeggen het verse geld niet door deuren en ramen te gooien, maar willen op de eerste plaats komaf maken met het gemiddelde exploitatietekort van 0,5 à 1 miljoen euro. De termen ‘realisme’ en ‘voorzichtig financieel beleid’ zetten hun opmars verder in de bestuurskamers van de Belgische topklassers. Van de Belgische G5 (Anderlecht, Club Brugge, Standard, Racing Genk en AA Gent) verloor er het voorbije seizoen geen enkele club geld aan de bedrijfsactiviteit en iedereen wil die prestatie ook dit seizoen herhalen (zie kaders en tabel: Inkomsten en uitgaven van de G5).

De clubs die al rondkwamen zonder het verse tv-geld, kunnen het extraatje investeren in extra talent. “100 % van het extra tv-geld gaat naar het spelersbudget,” zegt Harry Lemmens, gedelegeerd bestuurder van Racing Genk. “Onze tv-inkomsten stijgen van 1 naar ongeveer 3 miljoen euro. Dat geld laat ons toe om interessante aanbiedingen voor onze spelers af te wimpelen door de spelers betere contractvoorwaarden te geven.”

Kloof wordt alsmaar groter

Is het nieuwe tv-contract een grote stap voor het Belgische voetbal, het is maar een klein pasje in de Europese concurrentieslag. De Belgische G5 is in geen velden te bekennen in de Europese rich list (zie tabel: De rich list). “En nu snellen ook de topclubs uit Oost-Europa ons budgettair voorbij. We zakken naar een bedenkelijke plaats in de Europese omzetrangschikking,” klaagt Herman Van Holsbeeck, algemeen manager van Anderlecht. “We halen nochtans evenveel toeschouwers als Juventus,” zucht Filips Dhondt van Club Brugge. “Maar Juventus speelt in een veel grotere markt en verkoopt zelf zijn tv-rechten.”

Of vergelijk Anderlecht met Champions League-winnaar Liverpool. De lokale markt van Anderlecht moet niet onderdoen voor die van Liverpool, maar het budget van de Engelse club is wel zeven keer groter dan dat van Anderlecht. Liverpool haalt zijn voordeel uit de grote Engelse markt die vijf keer de omvang heeft van de Belgische (zie tabel: Liverpool-Anderlecht:141-25).

Sporteconoom Stefan Kesenne (Universiteit Antwerpen) wijst erop dat clubs als Manchester United, Real Madrid of Juventus het beste van twee werelden combineren: “Ze hebben én een grotere thuismarkt én kunnen genieten van een vrije spelershandel. De machtsverhoudingen zijn daardoor volledig scheefgetrokken.”

De grotere clubs uit de kleinere voetballanden (zoals Anderlecht, Ajax of Porto) zitten gevangen op kleinere thuismarkten en zijn de grootste verliezers van de huidige structuur van het Europese voetbal. De zaligmakende oplossing is niet om het aantal clubs in de eerste klasse te reduceren tot 14 of 12 – dat verandert niets aan de kleine Belgische thuismarkt en kan ten hoogste tot een kleine budgetverhoging leiden. Stefan Kesenne weet wat er wel nodig is: “De productmarkt moet vrijgemaakt worden. Dat betekent de creatie van pan-Europese competities, waaraan de topclubs uit alle landen kunnen deelnemen.”

Het teloorgegane idee van een Beneliga was een stap in die richting. De Britse sporteconoom Stefan Szymanski zit op dezelfde golflengte en ziet in een betere economisch georganiseerde productmarkt Anderlecht wekelijks voetballen tegen de topteams uit België, Frankrijk en Nederland (zie kader: Elk weekend topvoetbal). Pas als de Belgische topclubs zich weten te nestelen in zo’n grote markt, kunnen ze weer meestrijden op Europees topniveau.

Kampioenenbal is er voor de rijken

De topclubs uit de rijke voetballanden vinden het echter prima zoals het nu is. Ze hoeven hun rijke markt niet te delen met de rest van Europa, maar kunnen in datzelfde Europa wel vrij het beschikbare talent opkopen. De Real Madrids van deze wereld krijgen er zelfs de vette bonus van de Champions League bovenop, waar ze hun surplus aan talent nog eens kunnen vertalen in extra inkomsten.

De clubs die de vijf grote voetbalmarkten domineren, gaan met het gros van de vetpotten van de Champions League aan de haal. Vorig seizoen ging het om een pot van 415 miljoen euro en liefst 75 % ging naar de clubs uit de vijf grote landen. Dat komt ook omdat bijna de helft van dat geld niet op basis van de prestaties op het veld wordt verdeeld, maar op basis van hoeveel de tv-rechten in een bepaald land opbrengen. De kassa rinkelt voor de clubs uit de grote landen dus automatisch, zelfs bij slechte prestaties op het veld.

De Champions League vergroot de voorsprong van de grote markten dus verder. “Maar we hebben als club uit een kleiner land wel één groot voordeel: het is relatief gemakkelijk om toch de voorrondes van de Champions League te halen. De middelgrote clubs uit de grote landen, zoals Manchester City, hebben een veelvoud van onze budgetten maar komen niet of nauwelijks aan de bak in de Champions League.” En, zegt Herman Van Holsbeeck: “In de Belgische competitie komen we altijd op onze pootjes terecht. Zelfs in een rotseizoen als vorig jaar eindigen we tweede. We zijn bijna verzekerd van Europees voetbal.”

Vergroot de Champions League de dominantie van de grotere ploegen, dan trekt ze ook de verhoudingen in de nationale competities scheef. De clubs uit de kleinere markten die af en toe kunnen meedoen aan het kampioenenbal worden financieel heer en meester in eigen land. De Champions League kan voor Anderlecht en Club Brugge goed zijn voor een kwart extra inkomsten, of bij sportief succes zelfs nog meer. Meer dan een troostprijs is dat in Europa evenwel niet.

Cashflow in het voorbije seizoen (2004-2005), transferverrichtingen inbegrepen (in miljoen euro).

Kasuitgaven – Kasinkomsten

Anderlecht: 25 – 25

Club Brugge: 16,8 – 17

Standard: 13 – 14,5

Racing Genk: 13,8 – 15

AA Gent: 6,5 – 6,4

LIVERPOOL – ANDERLECHT (BRUSSEL)

Inwoners: 500.000 – 1.000.000

Toeschouwers: 40.000 – 22.000

Budget: 141 miljoen euro – 25 miljoen euro

Engeland – België

Inwoners: 48 miljoen -10 miljoen

Gemiddeld aantal toeschouwers: 35.000 – 10.000

Inwoners/team: 2.400.000 – 560.000

Gemiddeld budget clubs: 77 miljoen euro – 7 miljoen euro

Daan Killemaes

De grotere clubs uit de kleinere voetballanden (zoals Anderlecht, Ajax of Porto) zitten gevangen op kleinere thuismarkten.

Europees voetbal: ongelijke strijd tussen KMO’tjes en multinationals.

Nieuwe tv-rechten Belgisch voetbal: omzetverhoging van 15 % à 20 % voor doorsnee profclub.

De termen ‘realisme’ en ‘voorzichtig financieel beleid’ zetten hun opmars verder in de bestuurskamers van de Belgische topklassers.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content