De elektrische superauto’s komen eraan
Na het goedkopere en het premiumsegment, valt nu ook het segment van de superauto’s voor elektrische aandrijving. Zij gaan voor snelheid. En het prijskaartje.
Elektrificatie is de voornaamste uitdaging van de auto-industrie. Zowat alle autobouwers zijn ermee bezig. In 2020 komen ook elektrische superauto’s op de markt: buitensporig dure auto’s met een batterij die ze met een uitzonderlijke snelheid aandrijft.
De meest vooraanstaande nieuwe bedrijven in dat segment pakken het bizar genoeg bijna allemaal op ongeveer dezelfde manier aan: ze gebruiken een herkenbare naam uit vervlogen tijden. Zo duikt het embleem met de vliegende zwaan van Hispano Suiza weer op. Die concurrent van Rolls-Royce produceerde voor het laatst limousines in de jaren veertig. Ook de naam Automobili Pininfarina, het bedrijf dat het koetswerk voor de mooiste auto’s van Ferrari ontwierp, is nieuw leven ingeblazen. Piëch Automotive hoopt dan weer zijn voordeel te halen uit de naam van de voormalige Volkswagen-baas die berucht was om zijn norsheid en die in 2019 gestorven is.
De bestaande superwagenbedrijven hoeven zich niet te veel zorgen te maken.
Ook bestaande gespecialiseerde autobouwers gooien zich op wat een winstgevende business lijkt te worden. Bedrijven die superauto’s produceren zijn buitengewoon rendabel. De nieuwkomers pikken van de gevestigde superautobouwers de strategie om duizelingwekkend dure auto’s in een zeer beperkte oplage te produceren voor een publiek van rijke verzamelaars. Lotus, in handen van de Chinese autoconstructeur Geely, brengt in 2020 de Evija uit, op 130 exemplaren. Kostprijs: 2 miljoen euro. Rimac, een Kroatisch bedrijf dat gedeeltelijk in handen is van Porsche, hanteert dezelfde prijs voor de Concept Two ( zie foto), de opvolger voor de belachelijk snelle Concept One, waarvan het acht exemplaren heeft gemaakt. Dit keer worden het er 150. Pininfarina maakt slechts 150 Battista’s met een prijskaartje van meer dan 2 miljoen dollar. Van de Hispano Suiza Carmen worden niet meer dan negentien exemplaren gemaakt. Wie er eentje in zijn geklimatiseerde garage wil, betaalt 1,7 miljoen dollar.
Voor verzamelaars
De bestaande superwagenbedrijven hoeven zich niet te veel zorgen te maken. Wie een auto van 2 miljoen dollar koopt, is veelal een verzamelaar, die al een aantal andere dure auto’s bezit. De toevoeging van een zuiver elektrisch exemplaar, zal hen niet tegenhouden de nieuwe hoogwaardige hyperauto met een beperkte oplage van McLaren of Aston Martin aan te schaffen. Bovendien overwegen ze allemaal hun eigen elektrische auto op de markt te brengen. Hoeveel van die bedrijven zullen overleven? Kleine constructeurs van hyperauto’s met een verbrandingsmotor zijn in het verleden vaak even snel verdwenen als ze opdoken. Sommige, zoals Pagani en Koenigsegg, bestaan nog altijd, maar wie kent nog Lotec, Cizeta-Moroder of Laraki? Zonder voldoende kapitaal en de ervaring van een groot bedrijf om op terug te vallen, zullen sommige van de nieuwkomers even geruisloos verdwijnen als hun auto’s klinken.
Deze tekst is een vertaling. Auteur Simon Wright is redacteur industrie van The Economist.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier