De eerste tekenen van duurzaam herstel
Na een desastreuze schuldherschikking vorig jaar, waarbij 80 % van het kapitaal verwaterde, kruipt Deceunink uit de rode cijfers. Maar de beleggers twijfelen nog aan het duurzaam herstel van de West-Vlaamse producent van pvc-profielen.
Na een uiterst zwak 2009 boekte Deceuninck tijdens de eerste helft van 2010 opnieuw een nettowinst van 3,8 miljoen euro. Dit bedrag ligt 400.000 euro onder de verwachtingen, maar 12,7 miljoen euro boven het verlies van vorig jaar. De geconsolideerde omzet in die periode steeg met 10,9 % tot 265,3 miljoen euro, vooral in Turkije (+38,2 %) en de Verenigde Staten (+22,2 %).
Toch reageerde de beurs negatief op de resultaten (-6,8 %). De strenge bankvoorwaarden op de schuldherschikking van vorig jaar wegen nog zwaar door. Bovendien vrezen beleggers dat de economische terugval op het einde van dit jaar een negatieve invloed zal hebben op de groei van de West-Vlaamse producent van pvc-profielen. De meeste analisten zetten hun advies op houden, behalve ING, dat kopen aanraadde met een koersdoel van 2,2 euro per aandeel. KBC hield hun prognose op 2 euro per aandeel, terwijl Petercam en Degroof hun koersdoel tot respectievelijk 2,14 & 1,9 euro per aandeel verhoogden. Ondertussen ziet het management de toekomst echter vol vertrouwen tegemoet. Alleen bouwt de nieuwe CEO, Tom Debusschere, ex-zaakvoerder van spaanplatenfabriek Decor (Unilin), de nodige voorzichtigheid in wat het economisch herstel en de prijs van de grondstoffen betreft.
Waarom heeft u de vooruitzichten bijgesteld tot ééncijferige omzetstijging?
Debusschere: Aangezien de Amerikaanse en Europese overheden hun fiscale steunmaatregelen voor de bouw terugschroeven, verwachten wij de komende zes maanden een dalend groeipercentage. Het blijft onduidelijk welke impact de verminderde overheidsuitgaven zullen hebben op de renovatiewerken. Op lange termijn geloven wij in energie-efficiënt bouwen. Niet minder dan 30 % van ons energiegebruik gaat naar wonen, waarvan een derde langs ramen en deuren naar buiten vliegt. Om de klimaatnormen te halen, zullen we massaal moeten gaan investeren in isolatie. Juni jongstleden keurde de Europese Unie haar richtlijn goed om tegen eind 2020 alle nieuwe gebouwen ‘bijna energieneutraal’ te maken. Van dan af mogen enkel nog passiefhuizen of gebouwen met een uiterst laag energieverbruik gebouwd worden. Wat energiebesparing betreft, zijn en blijven PVC-ramen de beste keuze. In die zin lacht de toekomst Deceuninck toe. Daarom blijven wij bijna 3 % van onze omzet in productinnovatie investeren, goed voor 7,8 miljoen euro tijdens de eerste helft van het jaar.
Gelooft u dat de kentering is ingezet?
Debusschere: Ik blijf voorzichtig omwille van twee redenen. In de eerste plaats denk ik niet dat het huidige herstel duurzaam is. Ondanks alles zitten we nog altijd in een kleine dip. Bovendien baart de stijging van de grondstofprijzen me zorgen. Wij kunnen ze aan onze klanten in de Verenigde Staten en Turkije doorrekenen, maar niet in Europa.
Hoe heeft u die turnaround gerealiseerd?
Debusschere: Ik ben begonnen op het diepst van de crisis, namelijk 6 februari 2009. We zijn toen onmiddellijk een herstructureringsprogramma gestart met een focus op cash. Dat is spijtig genoeg gepaard gegaan met de sluiting van vier fabrieken en 630 afdankingen, maar met behoud van onze capaciteit. Vandaag draaien we met 2967 werknemers nog 200.000 ton per jaar, wat goed is voor een bezettingsgraad van 70 %. Dankzij deze operatie hebben wij wel op korte termijn 38 miljoen euro bespaard, zodat we nu voor het eerste semester de hoogste winstcijfers sinds 2005 realiseren. Bovendien staan we nog altijd sterk in innovatie, waarin we bijna niet gesnoeid hebben. Op lange termijn blijft energie-efficiëntie de motor van de bouwsector. Zo ontwikkelen onze designteams de meest energiezuinige producten op de markt. In maart 2010 lanceerden we met succes ons nieuwste neusje van de zalm – het Eforte raamsysteem met een inbouwdiepte van 84 mm en versterkt door de introductie van een thermische composietversterking – op de tweejaarlijkse vakbeurs van Nürnberg. Met deze uitvinding, die aan de strenge normen van een passiefhuis (E15) voldoet, hebben we de hele markt verrast. In Vlaanderen moeten de nieuwe woningen en vergunde verbouwingen sinds begin dit jaar nog maar aan een energierendement van E-80 voldoen. De rest van het land zit nog maar aan E-90 (Brussel) of E-100 (Wallonië).
Ook uw West-Vlaamse drive zal wel een handje hebben toegestoken?
Debusschere: (stilte): Communicatie is zeer belangrijk. Als je de mensen kunt motiveren en laten samenwerken, kunnen ze bakens verzetten. Bovendien ben ik hen persoonlijk het saneringsplan gaan uitleggen onder het moto van ‘zeg wat je meent en meen wat je zegt’. Dit veronderstelt ook een luisterbereidheid, maar altijd in een sfeer van wederzijds respect.
Toch reageerde de beurs negatief. Ondanks de positieve resultaten, zakte de aandelenkoers met 6,8 % Enige verklaring?
Debusschere: De recurrente bedrijfskasstroom lag met 29 miljoen euro iets boven de verwachting, terwijl de nettowinst van 3,8 miljoen euro licht onder de analistenprognoses viel. De markt kijkt nog even de kat uit de boom. Beleggers vrezen namelijk dat een groot gedeelte van de winst naar onze schuldeisers – lees banken – gaat. Nochtans ligt het afbetalingsplan van onze convenanten vast. Met het huidige rentepeil zullen we zelfs vroeger kunnen aflossen dan voorzien.
Probleem is wel dat de prijzen voor PVC en additieven nu al voor de zevende maal op een rij stijgen?
Debusschere:Wij vangen deze schommelingen op door een mix van maatregelen. In de Verenigde Staten werken we met indexprijzen, terwijl we in Europa dag per dag onderhandelen met elke klant afzonderlijk. In Turkije controleren onze twee dochtermaatschappijen, die onafhankelijk van elkaar opereren, de markt. Wat onze basisgrondstof petroleum betreft, evolueert de prijs van ons product (pvc) mee, zodat wij geen winst noch verlies maken. Ten slotte speelt de klimaatverandering in ons voordeel. De laatste winters zijn zo koud geweest, zeker in Oost-Europa, dat veel gezinnen besloten hebben te gaan investeren in energiebesparende ramen en deuren.
Historisch heeft PVC echter een negatief imago op het vlak van de ecologie. Hoe pakken jullie dat probleem aan?
Debusschere: Het probleem zat hem vooral in de additieven en recyclage. Het thema weekmakers in zacht PVC is opgelost. Die bestanddelen hebben wij echter nooit gebruikt in onze producten.. Wat de loodhoudende stabilisatoren betreft, zijn wij overgeschakeld op een milieuvriendelijk alternatief, namelijk calciumzink. Dat is een niet-zwaar metaal. In de loop der jaren heeft de industrie wel ingespeeld op alle groene verzuchtingen. De laatste vijf jaren schenkt Deceuninck echter zeer veel aandacht aan recyclage van de grondstof. Volgens de Vlaamse milieuminister Joke Schauvliege (CD&V), die in april 2010 een bezoek aan het bedrijf bracht, zijn wij een pionier in het sorteren en hergebruiken van afvalstoffen. Een duurzaam materialenbeleid is een prioriteit voor de groep. Bovendien heeft onze bedrijfstak het vrijwillig engagement onderschreven om jaarlijks 200.000 ton consumentenafval te recycleren Die doelstelling is gehaald. De kern van de zaak blijft dat het gebruik van kunststoffen energie bespaart. De Oostenrijkse consultant Denkstatt heeft de CO2 -uitstoot berekend tijdens de volledige levenscyclus van een product in kunststof. Voor iedere ton CO2 -uitstoot in de productie, bespaart kunststof tijdens de gebruiksfase 5 tot 9 ton CO2 ten opzichte van alternatieve, traditionele materialen. Tegen 2020 kan dit zelfs oplopen tot een besparing van 1 op 15 ton CO2. In energiebesparing betekent dit voor Europa een besparing van 50 miljoen ton aardolie per jaar. Voor isolerende producten, zoals onze pvc-raamsystemen, ligt die verhouding nog gunstiger.
Welke invloed heeft de dalende rente op de resultaten van het bedrijf?
Debusschere: De voorwaarden van onze leenovereenkomst met de banken ligt vast. Dankzij de positieve cashflow kunnen we nu versneld onze schuld afbouwen. De totale rentelast bedraagt 10 à 11 miljoen euro op jaarbasis. Over een dikke vier jaar tijd is het leed definitief geleden. De deal met de banken geeft ons de nodige zuurstof om te overleven en zelfs te groeien. Op dit ogenblik doen we in ieder geval beter dan gepland.
Hoe zit de regionale spreiding?
Debusschere: West-Europa neemt nog altijd 41 % van onze omzet in beslag. Tijdens de crisis heeft het oude continent ons recht gehouden. Als gevolg van de Europese maatregel om de isolatienormen te verstrengen en vanaf 2020 passiefhuizen te verplichten, verwachten wij een geleidelijke groei in deze regio. België en Frankrijk gaan nog altijd vooruit, terwijl Spanje en het Verenigd Koninkrijk slecht boeren. De verkoop in Centraal-Europa (27 %) – inclusief Duitsland, de thuismarkt van onze vier grootste concurrenten – en de Verenigde Staten (12 %) zal naar onze mening op hetzelfde niveau blijven schommelen. Alleen mikken we op een sterke groei in Rusland. Daar zijn namelijk nog veel gebouwen te renoveren en afgelopen winter was zo koud dat vele eigenaars nu aan nieuwe ramen en deuren denken. Ook Turkije doet het goed: een stijging van 38,2 % in vergelijking met het eerste semester van 2009. Dat land beschikt nog over groeimogelijkheden. Met onze twee vestigingen ter plaatse schatten we dat we ondertussen marktleider geworden zijn. Vanuit Istanboel – de hoofdstad van het Ottomaanse Rijk – beleveren wij klanten in Noord-Afrika en het Midden-Oosten.
Komt China in zicht?
Debusschere: In september 2010 ga ik eens ter plekke kijken naar de snelst groeiende economie ter wereld (+10 %), maar ik denk dat het voor Deceuninck nog te vroeg is om daar zaken te doen. Wat prijzen betreft, kunnen wij moeilijk concurreren met lokale producenten temeer omdat de kwaliteitseisen er niet hoog zijn.
Bent u niet te afhankelijk van de cyclische bouwsector?
Debusschere: Gelukkig bestaat 70 % van onze verkoop uit renovatie, zodat we niet zo afhankelijk zijn van de cyclische bouwnijverheid. Als je de publicaties van Euroconstruct – een netwerk van 19 onderzoeksinstituten in Europa – consulteert, verloor de hele sector in 2009 niet minder dan 8,8 %, terwijl de hernieuwbouw zich min of meer kon handhaven met een terugval van 3,3 %. Tegen 2011 verwacht Euroconstruct opnieuw een gemiddelde groei van 1,6 % in haar 19 aangesloten landen.
Is nu de tijd rijp voor consolidatie?
Debusschere: Het afgelopen decennium heeft Deceuninck fel geïnvesteerd in fusies en overnames. Zo kochten wij zeven bedrijven: 3 in de Verenigde Staten, 1 in Groot-Brittannië, 2 in Turkije en 1 in Duitsland). Na de grondige saneringsoperatie van vorig jaar is de groep opnieuw stabiel en breekt nu een periode van organische groei aan. Langzaam aan kruipt de wereld uit de recessie, wat de nodige opportuniteiten biedt. Daarom zijn we nu een nieuw vijfjarenplan aan het opstellen. Alles zal draaien rond energie-efficiëntie.
Welke droom wenst u nog te realiseren met Deceuninck of bent u de ‘cost cutter’, die na de omschakeling van verlies- naar winstcijfers nieuwe uitdagingen zoekt?
Debusschere: Ik ben naar Deceuninck teruggekeerd om te doen wat ik mijn hele carrière heb mogen doen: investeren, innoveren, groeien, met andere woorden ondernemen. Het ‘cost-cutten’ was simpelweg een spijtig gevolg van de diepste crisis sinds de recessie van de jaren dertig. De volgende stap is duidelijk: de nieuwe energie-eisen zullen een revolutie ontketenen in de bouw en de renovatie. Ik geloof sterk dat Deceuninck de marktpositie en – misschien nog belangrijker – alle talent in huis heeft om op deze ‘isolatie-golf’ te cashen! (C)
Eric Pompen
Na het ‘cost-cutten’ om uit de crisis te geraken zullen nu de nieuwe energie-eisen een revolutie in de bouw en de renovatie ontketenen. Deceuninck wil op deze ‘isolatie-golf’ cashen. Tom Debusschere
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier