De eenzame strijd van Belgiës 72-jarige bierpatriarch
Quizvraag: welke brouwerij is vandaag de grootste met de meerderheid van het kapitaal in Belgische handen? Mis poes. Niet InBev. Nee, het is Brouwerij Haacht, de kleinste onder de groten op de biermarkt. Maar hoelang nog voert de 72-jarige patriarch Frédéric van der Kelen zijn eenzame strijd?
Misschien mijmert koning Albert II morgen, 21 juli, tijdens het militaire defilé toch even over dit snel uiteenvallende land. Zelfs de nationale trots en grootste brouwer van de wereld, InBev, is sinds 27 augustus 2004 niet langer in Belgische handen. De Belgische families van Interbrew bezitten na de fusie met het Brazi- liaanse AmBev net geen 50 % meer.
De grootste brouwer in Belgische handen bevindt zich vandaag – in vogelvlucht – op een kleine twaalf kilometer van het Leuvense hoofdkantoor van InBev. Brouwerij Haacht, met als beursschelp Co. Br. Ha., werd na de combinatie van Interbrew en Ambev de grootste Belgische brouwer. De Belgische familie Van der Kelen controleert minimaal 81 % van Co. Br. Ha. (zie kader: Wie wordt rijk van Co. Br. Ha.?).
Koning Albert moet zich wel kunnen vinden in deze familie, die staat op haar nationale en onafhankelijke karakter. Al 108 jaar opereert de brouwerij vanuit Vlaams-Brabant. Met topman Frédéric van der Kelen staat de derde generatie aan het roer. Een zekere belgitude is deze familie niet vreemd. De familie Van der Kelen komt uit het Brusselse. Frédéric van der Kelen, geboren in Ukkel, is kasteelheer van Relst bij Kampenhout en draagt het predikaat jonkheer. Een jonkheer behoort tot een adellijke familie, maar heeft geen recht op een adellijke titel. Zijn in 2003 overleden echtgenote Marie-Louise Peterbroeck was de zus van baron Jean Peterbroeck. Die nog steeds zeer invloedrijke netwerker en voorzitter van Petercam bekleedt een mandaat als bestuurder bij Co. Br. Ha.
Het is ook een familie die onafhankelijkheid hoog in het vaandel voert. Steeds weer herhaalt Frédéric van der Kelen dat zijn brouwerij niet te koop staat. De inkoop van eigen aandelen sinds 2003 geeft de stelling extra kracht. Maar de beursschelp heeft met een gemiddeld volume van elf verhandelde aandelen per dag een wel zeer lage liquiditeit. De laatste handel in het aandeel dateert van 1 juli, toen er één aandeel over de toonbank ging. De geringe liquiditeit leidde tot de koersexplosie en een topkoers van 1174 euro per aandeel op 4 november 2004 (zie beursgrafiek).
Geen internationale groei
Brouwerij Haacht heeft nog zo’n typisch Belgisch trekje. Het voelt zich kiplekker in de rol van underdog. Noem Co. Br. Ha. gerust de David van België, tegen de Goliaths van deze wereld. In eigen land is dat in de eerste plaats InBev. Haacht werkt met een eigen merkenportefeuille en via de onafhankelijke drankenhandelaars. De drank – in 2004 een productie van 1,12 miljoen hectoliter – wordt gemaakt met water uit een natuurlijke bron op het bedrijventerrein, 150 meter diep. De drankenportefeuille reikt van bier via frisdranken tot wijn. De pils Primus is het product nummer één. Volgen Witbier van Haacht, abdijbier van Tongerlo en Keizer Karel. Val is het eigen merk voor waters en frisdranken. Haacht is de bottelaar van Pepsi Cola in glazen verpakking in België. Het commercialiseert Pepsi voor de horeca. Ook in dit segment strijdt David tegen Goliath Coca-Cola. En er is de wijn: Château La Grande Barde is de eigen wijngaard in Saint-Emilion. Met als merknamen Haut Saint-Georges en La Grande Barde.
Het eigen distributiekanaal is vooral de horeca. In die nauwe relatie met cafébazen is een persoonlijke aanpak erg belangrijk. Een brouwer in de rol van underdog moet dus snel en flexibel beslissen en niet wachten op het groene licht van een buitenlandse directie. Die relatie is er één van de langere termijn, in synergie. Het is niet de brouwer die unilateraal zijn voorwaarden oplegt. Haacht levert aan 6000 horecazaken in België, het zuiden van Nederland en het noorden van Frankrijk. In Nederland is Haacht eigenaar van brouwerij De Leeuw uit Valkenburg. In het noorden van Frankrijk vloeit het gerstenat via de dochter (en gelijknamige pils) Le Coq Hardi. Maar daarbij blijft het. Zoek bij Co. Br. Ha. geen spectaculaire internationale groei. Laat dat karwei maar aan Goliath InBev.
Valkuilen in de biermarkt
Hopelijk schouwt koning Albert zijn troepen morgenmiddag onder een wolkenloze hemel. Want het weer is voor Haacht een belangrijke graadmeter. Volgens de brouwer maakt een goede of een slechte zomer tot enkele miljoenen euro’s verschil in de omzet uit. Die bewering wordt gestaafd in een onderzoek door de Unie van de Belgische Brouwers uit juni 1999 (voor het jaar 1998). Een hogere gemiddelde temperatuur leidt tot een hoger bierverbruik. De maanden mei tot en met augustus waren goed voor 37 % van de jaarlijkse bierconsumptie. Met augustus als topmaand: ruim 1 miljoen hectoliter consumptie. Maar het weer heeft hoofdzakelijk een invloed op verfrissingsbieren. Die lessen de dorst, met vooraan de pils. Haacht haalt het leeuwendeel van zijn biervolume uit pils, voornamelijk Primus.
Brouwerij Haacht is op nog meer fronten kwetsbaar. Nee, topman Frédéric van der Kelen laat zich niet snel betrappen op eigen lof. In de jaarverslagen van Co. Br. Ha. worden vooral de minpunten in de verf gezet. Steeds was er wel iets verkeerd in een voorbij boekjaar. Ook al haalt het bedrijf meer dan behoorlijke cijfers.
Haacht opereert op een verzadigde markt en is vooral actief in het segment horeca. De bierconsumptie in België daalt stelselmatig en bereikte in 2004 een historisch dieptepunt, met een consumptie van 9,7 miljoen hectoliter. Wat een daling impliceert met 27 % in een kwarteeuw. De redenen voor die achteruitgang zijn velerlei. Water en frisdrank verdringen bier. De reglementering voor reclame wordt steeds strenger. Alcoholcontroles wegen op de consumptie. En er is de achteruitgang in de horeca. Volgens cijfers van het Nationaal Instituut voor de Statistiek, daalde het aantal cafés in België tussen 1994 en 2003 met zowat een derde, van bijna 30.000 naar ruim 20.000. Ruimer gemeten daalde het aantal horecazaken minder fel, van 57.641 naar 54.945. In de categorie horecazaken zitten cafés, maar ook hotels, campings, dancings, restaurants en frituren. In de horeca zijn de marges echter veel hoger, want de winkels gebruiken dranken nog vaak als een lokker.
Een ander gevoelig thema voor de topman van Brouwerij Haacht is de verticale integratie in de biersector. Het marktaandeel van InBev bedraagt 57 %, dat van Alken-Maes 15 %. Haacht bezit als nummer drie 6 %. De grote brouwers kopen steeds meer bierhandelaars. Die weren bepaalde assortimenten van concurrenten uit hun aanbod. Of ze vragen hogere kortingen. En ze zullen zeker niet de verkoop van die concurrenten aanzwengelen. Bovendien wil een cafébaas aan zijn consument in de eerste plaats Jupiler schenken, de marktleider in België. Die marktmacht leidt ook tot hogere prijzen. Haacht zit daar in een wurggreep tussen groot en klein. Zeker in zijn belangrijkste segment, de pilsmarkt, is de concurrentie meedogenloos. De omzet in 2004 klom weliswaar, omdat Haacht de prijsstijgingen van marktleider InBev volgde. Maar de brouwerij is er niet gelukkig mee. Duurdere bieren remmen de consumptie.
Gezakt voor communicatie
En nog stopt de link met InBev niet. Tot begin 1997 had het toenmalige Interbrew een participatie van 35 % in Co. Br. Ha. De concurrent nestelde zich comfortabel in het hol van de leeuw. Van der Kelen kon die lastige aandeelhouder uiteindelijk uitkopen voor 10,66 miljoen euro. Maar het bracht mee dat de aandeelhouders tot vandaag weinig informatie krijgen. Het bedrijf schuwt de publiciteit. Die naam alleen al, bijna onuitspreekbaar. Co. Br. Ha. staat voluit voor Société Commerciale de Brasserie, of NV Brouwerij Handelsmaatschappij.
De financiële informatie op de website van Co. Br. Ha. is zo goed als onbestaande. Het jaarverslag – alleen verkrijgbaar via persoonlijk contact met de brouwerij – beperkt zich tot de informatie die wordt neergelegd bij de Nationale Bank. Geen gegevens over de omzetverdeling van de dranken, het aantal cafés. Of de waarde van het patrimonium. Haacht heeft 300 tot 400 cafés in eigendom. Met menig herberg op een toplocatie. Haacht bezit als enige enkele cafés in de Wetstraat en op het Martelarenplein in Brussel. En is eigenaar van het historische pand ‘t Galgenhuisje op de Groentemarkt in Gent. Of De Pauw op de Brusselse Grote Markt.
Sinds 1992 werd zowat 55 miljoen euro gestopt in een complete modernisering van de productie. De brouwersfederatie roemt het bedrijf voor zijn mix van oude bouwerijtraditie en efficiëntie. Toch stonden de materiële activa eind 2004 voor slechts 65,7 miljoen euro in de boeken. Al heel wat aandeelhouders hebben tijdens een algemene vergadering gehengeld naar de reële waarde van al dat vastgoed. Tevergeefs. Maar Frédéric van der Kelen gaf in het verleden wel een indicatie. De aankoopprijs van een café schommelt gemiddeld tussen 150.000 en 250.000 euro en de verkoop levert een meerwaarde van gemiddeld 50.000 tot 75.000 euro op. Wat dus zou impliceren dat alleen al het cafépatrimonium een verborgen meerwaarde van zowat 24 miljoen euro inhoudt. Meer duidelijkheid volgt waarschijnlijk bij de bekendmaking van de halfjaarresultaten van 2005. Want vanaf boekjaar 2005 moet Co. Br. Ha., zoals elke beursgenoteerde onderneming, de boekhoudkundige IAS-regels toepassen. Dat houdt onder meer een waardebepaling van de vaste activa tegen de reële marktwaarde in.
De baas kan moppen tappen
En hoeveel waarde kleeft eigenlijk op de Franse wijngaard in Saint-Emilion? De topman van Haacht is erg gehecht aan zijn domein en het daarbij horende kasteel. Want wijn is de persoonlijke hobby van Frédéric van der Kelen. Geregeld raast hij in de TGV naar zijn kasteel en wijngaard in Bordeaux. Al gebeurt dat voor maximaal één week, want de brouwerij blijft zijn levensdoel.
Tenminste, dat wordt zo gezegd. Van de uiterst discrete Frédéric van der Kelen is weinig bekend. Hij schuwt de media, interviews geeft hij uiterst zelden, foto’s zijn al helemaal verboden. Hij weigerde een gesprek met Trends. Vanwaar die discretie? Van collega’s uit de sector krijgt hij uitgebreid lof. Hij oogst bewondering en respect. Van der Kelen is een uitstekende brouwer en Primus een uitstekende pils. De gewiekste zakenman is standvastig, staat met beide voeten op de grond. Hij leeft zuinig, zonder veel luxe. Het personeel is loyaal, werkt “met volle goesting” voor “meneer Van der Kelen”. Een vakbondsman wijst erop hoe in de voedingsindu-strie de voorbije jaren de ene herstructurering op de andere volgde. Brouwerij Haacht bleef immuun voor die ingrepen.
Maar zijn discretie verbaast niemand. Wie hem niet kent, treft een nors, teneergeslagen, kurkdroog personage. Mensenschuwheid zit in zijn karakter. Collega’s respecteren hem, hoewel hij daarom nog niet geliefd is. Maar intimi waarderen hem zeer. Voor een kleine, beperkte kring kan hij hartelijk uit de hoek komen. En bijzonder grappig: hij kan moppen tappen als een echte cafébaas. De ultieme waardemeter in de sector gaat zeker op voor hem. Ja, hij is een brouwer waarmee je op café kan gaan (dan laat hij zijn chauffeur rijden).
In 1968 nam Frédéric van der Kelen de leiding. Ook na 37 jaar aan het roer wil hij niet weten van opvolging. Niets wordt beslist zonder het uiteindelijke fiat van de kasteelheer van Relst. De patriarch domineert nog steeds, de pater familias beslist.
Of hoort hier enige nuance? Broer Marc is actief op de financiële afdeling. Diens schoonzoon François Monfils werkt op de juridische dienst. Een zoon van Frédéric, Patrick, is verantwoordelijk voor de informatica.
Maar het is een andere zoon, Boudewijn, die wordt klaargestoomd voor de topjob. Boudewijn doorspartelde diverse functies. Van de projectontwikkeling voor een vernieuwing van de bottelarij, tot vandaag de marketing en reclame. Boudewijn wordt systematisch betrokken bij alle belangrijke beslissingen. De zoon heet losser in de omgang, waarschijnlijk vanwege zijn 36 lentes. En zijn werkdag is naar verluidt iets korter dan die van zijn vader.
Frédéric slijt nog steeds overvolle dagen op kantoor. Wanneer neemt hij afstand van de brouwerij? Een collega-brouwer lacht bij die vraag. Al dertig jaar wordt gefluisterd dat een grote jongen de brouwerij zal kapen. Nee, Frédéric van der Kelen zal nooit stoppen. Hij wees alle verleiders vriendelijk maar beslist de deur. Hij blijft zoals steeds gejaagd, druk bezig met de zaak. Zo niet verveelt hij zich dood. Zolang hij tot in de brouwerij kan raken, zal hij de zaak leiden. En op zijn gezondheid valt tot nader order niets aan te merken.
Wolfgang Riepl
De laatste handel in het aandeel dateert van 1 juli, toen er één aandeel over de toonbank ging.
Wie hem niet kent, treft een nors, teneergeslagen, kurkdroog personage. Collega’s respecteren hem, hoewel hij daarom nog niet geliefd is.
Een brouwer in de rol van underdog moet snel en flexibel beslissen, en niet wachten op het groene licht van een buitenlandse directie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier