De Duitse erfenis

Marc De Vos © Marc De Vos

In 2021 eindigt het EU-voorzitterschap van Duitsland en het kanselierschap van Angela Merkel. Duitsland geldt als de betrouwbare rots in de branding van de Europese Unie. Er is ook een andere realiteit: door de exit van het Verenigd Koninkrijk en de zwakte van Frankrijk kan Duitsland zonder veel tegenstand de Unie naar zijn hand zetten. Neem het kersverse investeringspact met China. Het is goed dat Europa met China onderhandelt over handel en marktwerking. De keerzijde is de handelsoorlog tussen China en de Verenigde Staten en de systemische rivaliteit tussen China en het Westen. Daarin horen Europa en de Verenigde Staten op één lijn te staan, want we staan voor dezelfde waarden. President Joe Biden wil een gemeenschappelijke Chinastrategie, maar Europa zet hem een neus. Het investeringspact belooft toegang tot de Chinese markt voor Europese bedrijven. China was gretig om papieren beloftes te maken, omdat het pact een entente tussen Europa en Amerika verijdelt. Die beloftes zijn op het terrein alleen bij communistische gratie afdwingbaar. Maar Duitsland wilde graag een symbolisch akkoord, omdat dat het risico van Chinese represailles tegen de Duitse exportindustrie vermindert. Dus kwam er een akkoord.

Telkens als grote Duitse belangen op het spel staan, volgt de Europese Unie.

Dat is een patroon. Telkens als grote Duitse belangen op het spel staan, volgt de Europese Unie. De beruchte deal waarmee Europa de controle van de vluchtelingenstroom aan Turkije uitbesteedde, was een must voor Merkel na het ‘Wir schaffen das’-fiasco. Sindsdien kan Turkije zijn eigengereide weg gaan, en Europa afdreigen als het protesteert. De besparingsdrift tijdens de eurocrisis was Duitse hardnekkigheid, met nationalistisch populisme tot gevolg. De tolerantie voor het Rusland van Vladimir Poetin, van de Krim over Oekraïne, van Wit-Rusland tot de gecontesteerde aardgaspijpleiding Nord Stream, is van Duitse makelij.

Merkel is geen heilige, die standvastig en onbaatzuchtig het algemene Europese belang voorstaat. Ze slaagt erin zonder grote perceptieproblemen Europa op de Duitse koers te zetten. Die agenda zal niet veranderen na Merkel, nu de Britten weg zijn en ook Frankrijk zijn nationale ambities opkrikt. Getuige de Green Deal en het Europese relancegeld voor nationale industriële planning. Getuige de officiële doelstelling voor een strategisch autonoom Europa (versta: een Europa dat nog meer de agenda van de grootste lidstaten reflecteert).

Europa staat niet alleen met zijn ambitie voor autonomie of zijn zorgeloosheid over de nieuwe Amerikaanse president. Zowel Rusland als Turkije keurde de afgelopen week draconische wetten goed tegen het middenveld en de protestvrijheid. China deporteert en veroordeelt zonder omkijken Hongkong-activisten. Dat is het gat dat Donald Trump geslagen heeft in het morele gezag van de Verenigde Staten. Het land zal zijn weg terug niet cadeau krijgen.

Maar Europa verschilt fundamenteel van China, Rusland en Turkije: het heeft geen leger. Strategische autonomie kan niet zonder militaire autonomie. Het getuigt van een grenzeloze naïviteit om autonomie te declareren zonder de capaciteit voor veiligheid en defensie. Daarin blijven de NAVO, en dus de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, onontbeerlijk. Zolang Europa niet het fortuin wil besteden en het bloed wil offeren waarop echte macht is gebaseerd, zijn geopolitieke statements provocaties van de Amerikanen, die nog altijd de prijs van onze vrijheid torsen.

Europa moet niet de poedel van Amerika zijn. Een Europese invloedssfeer is wenselijk en mogelijk. Maar die zal pas slagen door strategische coördinatie met de Amerikanen. Op het gebied van China en, eerder al de regulering van digitale platformen, kiest Europa nu voor de vlucht vooruit. Dat zal geen goede erfenis zijn.

De auteur is decaan aan de Macquarie University in Sydney en visiting fellow bij de denktank Itinera. @devosmarc

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content