De duistere kant van Bill Gates
Nooit eerder werd Bill Gates zo duister en driest, maar tegelijkertijd zo kwetsbaar en tobberig geportretteerd. David Bank reconstrueert de aanloop naar de Microsoft-processen, de interne twisten en koele afrekeningen. Welkom in de slangenkuil.
“Zet die aandelenopties maar uit je hoofd en ga maar vrijwilligerswerk doen. Heeft er hier niemand ooit gehoord van Windows? Windows is waar dit bedrijf om draait.” Dat zou Bill Gates in maart 1997 gebruld hebben tegen één van zijn topontwikkelaars, die pleitte om de programmeertaal Java uit te bouwen. In die briesende Gates vinden we meteen de kernboodschap van het opzienbarende Bill Gates en de strijd binnen Microsoft, waarin David Bank de voorbije vijf jaar van Microsoft navlooit. De harde kern: als hij een bedreiging ziet van zijn geldmachine Windows, zet de hedendaagse Croesus zijn stekels op.
Maar precies zijn krampachtige bescherming van Windows vertroebelde zijn ooit zo geroemde zicht op nieuwe ontwikkelingen. Zo verkeek Gates zich op de opmars van het internet. Op de valreep kon hij zijn blunder bijsturen. Dat gebeurde dan weer zo drastisch, dat het de antimonopolisten wakker schudde. De late, maar ongemeen felle reactie van Gates op het internet leidde tot het antimonopolieproces in de VS, dat dezer dagen in een misschien wel beslissende fase getreden is.
Pas op voor e-mail. De hevige reactie om onder meer de internetaanval op Windows af te slaan, kunnen we nu meemaken via een smeuïge vlieg-op-de-muur-reconstructie van David Bank, een journalist die bij The Wall Street Journal één bedrijf volgt: Microsoft. Hij won het vertrouwen van diverse directeurs en logeerde zelfs in het zomerverblijf van Gates. Toch zou zijn kroniek nooit zo spectaculair geworden zijn, mocht hij niet het voorrecht gehad hebben om duizenden e-mails van Microsoft-executives uit te pluizen. Die kans kreeg hij vreemd genoeg van het Amerikaanse gerecht, dat de e-mails van Gates en zijn stoottroepen opgevangen en vrijgegeven heeft als bewijsmateriaal.
Gates panikeerde toen de internetnavigator van Netscape de markt domineerde. Hij vreesde dat de snelgroeier via de internettoegang ook de softwaremarkt in handen zou krijgen. Er stond immers een nieuw businessmodel in de steigers (een model dat pas na het doorprikken van de dotcomballon op ongeloof stuitte). Microsoft reageerde door de eigen browser Internet Explorer te integreren in Windows. Daaruit ontstond de klacht van koppelverkoop en machtsmisbruik. Pc-fabrikanten die Netscape verkozen, zouden onder druk gezet zijn. In plaats van aan de kant geschoven te worden, wist Windows zich te versterken. Zoals het zich de jongste tijd opnieuw versterkt door ontwikkelingen als instant messaging en innovatieve software voor beeld en muziek mee te leveren.
Tactvol opzijgeschoven. Aan de strategische keuze van Gates ging een erg onzekere tijd vooraf. Binnen het concern vormden zich twee groepen die de degens kruisten. Uitdagers waren Brad Silverberg en zijn team, door Bank de internetduiven genoemd. Zij wilden een open Microsoft met een apart internetplatform, zelfs als dat de concurrentie met Windows zou aangaan. Wie het web niet omarmde, dreigde immers achter te blijven als een zoveelste bedrijfsdinosaurus. Die opvatting kreeg tegenwind van James Allchin en diens Windows- haviken.
De twee technologische luitenants van Gates waren in alles elkaars tegenpool. Allchin groeide op in armoede, in een huisje met zinken dak. Hij trok blootsvoets naar school. Zijn studies elektrotechniek aan de universiteit financierde hij met baantjes en wisselde hij af met een zwerversbestaan als rockgitarist in cafetaria’s en clubs. Nadat hij zich passioneel op software gestort had, hield hij er een werkritme op na van 36 uur werken, dan slapen en opnieuw 36 uur ononderbroken zwoegen. Zo kan je ook bij Microsoft de top bereiken. Silverberg, zoon van een arts, studeerde geschiedenis en vervolgens informatica. Toen hij inzag dat Gates voor de harde aanpak van Allchin koos, kreeg hij als troost van zijn vriend Lance Armstrong enkele wielershirts en ging maandenlang fietsen door de VS. Als je puissant rijk als Silverberg bent, kan je je ook als 43-jarige verliezer nog heel wat permitteren.
Bank beschrijft wel meer kleurrijke figuren, zoals de huidige CEO Steve Ballmer, de vertrouweling van Gates, die het de jongste tijd ook aandurft om met de stichter in de clinch te gaan. Hij kan dat, nu Gates steeds meer beschouwd wordt als de man die verantwoordelijk is voor de processen. In plaats van teruggetreden te zijn als dagelijkse dirigent, is Gates wellicht tactvol opzijgeschoven.
Ondertussen maken we ook kennis met duistere en rancuneuze praktijken van Gates en co. Niet alleen concurrenten worden fijngemalen, ook ontwikkelaars die een eigen bedrijf opstarten, worden genadeloos weggeranseld uit de markt. Ongetwijfeld wordt Bank na zijn ontluisterend portret van een bijwijlen erg onzekere, dan weer woedende en op wraak beluste Gates niet meer te logeren gevraagd.
Luc De Decker [{ssquf}]
David Bank, Bill Gates en de strijd binnen Microsoft. Spectrum, 336 blz., 21,50 euro.
Een ontluisterend portret van een bijwijlen erg onzekere, dan weer woedende en op wraak beluste Bill Gates.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier