De dood van de drukkers?
Turnhout leeft tweehonderd jaar van papier. IJverig werd het volgedrukt, zonder dat daar veel over werd nagedacht. De kern van Brepols ontploft terwijl een denktank groeit voor Flanders Graphics Valley. Webpromis ontwerpt een stek voor publishing-on-demand.
Een Turnhoutenaar heeft inkt in de aderen. Met drukkerij Brepols (zie blz. 36) begon in 1796 de industriële revolutie in de Kempen. Vandaag groeit in een oud-kazerne van de landmacht een denktank voor de grafische industrie en de nieuwe media. Twee kilometer verder schopt de new economy naar de kaskrakers van Brepols: encyclopedieën en agenda’s verpieteren door het internet, de cd-roms en de organisers. De halfmoeder van Brepols, Casterman in Doornik, heeft het eveneens kwaad.
Wat is Flanders Graphics Valley? Directeur Dirk Salens, ex- Vlerick, ex- Febelgra, pendelt dagelijks van achter Gent naar Turnhout: “De vallei is geen plaatselijk Kempens verschijnsel. Als buitenlanders me vragen, waar is de Valley, dan duw ik ze in mijn auto en rijden we van Hasselt naar het westen. In heel Vlaanderen zit nieuw en oud drukkerstalent. Concentra zet de toon in Limburg, Xeikon in Antwerpen, Barco Graphics in Oost-Vlaanderen, Roularta in West-Vlaanderen. Het Vlaams Innovatiecentrum voor Grafische Communicatie (VIGC) omvat het geheel. Wat ben je met het verspreid creëren van valleien?”
De Belgische drukkerij-omzet beloopt 160 miljard frank; een kwart wordt uitgevoerd. Dat is een hoog percentage, vergeleken met dat van de EU-buren. De uitvoer per hoofd in Vlaanderen is een record.
Het VIGC publiceert het elektronische blad EyeOpener, een trendwaarnemer, voor 200 abonnees. Webpromis van Ubicom, dochter van Ubizen, ontwikkelt een informatiesite voor de grafische industrie met intelligente zoeksoftware. Een digitale assistent selecteert de gevraagde informatie uit de bedrijfsprofielen die op het systeem staan. Salens: “Dit moet de belangrijkste webstek in zijn soort worden.”
Het VIGC kocht 6000 vierkante meter in de gerenoveerde delen van de kazerne Blairon voor zijn incubatiecentrum. Vier kandidaten onderhandelen: een spin-off van de telecomnijverheid, een ontwikkelafdeling uit Seattle (VS) en twee lokale bedrijven. Gesprekken over herlokalisering lopen met twee plaatselijke grafische hogescholen. “De kans dat dit lukt, is reëel en dan ontstaat de kruisbestuiving tussen de nieuwste technieken, de nieuwe investeerders en het menselijke talent,” zegt Salens.
Opleidingscontract.
De kloof tussen de A1-opleidingen en de vraag van de bedrijven moet gedempt worden. Artwork Systems, Agfa-Gevaert,Plantin, Océ enzovoort, vragen sterkere diploma’s en trainingen. Het innovatiecentrum ondertekende vorige week een opleidingscontract met het Amerikaanse Rochester Institute of Technology ( RIT). In mei en juni doceren de RIT-profs de eerste cursussen in Turnhout. Rochester is een wereldcentrum van de drukkerijresearch. Agfa-Gevaert en Barco hebben onderzoeksbanden met het RIT.
Het VIGC is een kraaiennest, een onafhankelijke uitkijkpost. Salens: “Door de botsing van de oude en de nieuwe economie ontstaat een nieuw paradigma. De digitalisering en het internet ontketenen een revolutie in de grafische nijverheid. Ik denk bijvoorbeeld aan drukken op afroep, aan distributie langs internet, aan nieuwe bedrijfsmodellen.” Voldeden de beroepsorganisaties, de universiteiten, de consultants niet? Waarom hoefde een Vlaams Innovatiecentrum? Salens: “Een onafhankelijke organisatie bestond nog niet. Een beroepsvereniging is in de eerste plaats een belangenbehartiger, een sociale partner. De Belgische universiteiten ontberen kennis over de grafische industrie en de consultants werken hoofdzakelijk projectmatig voor grote bedrijven, terwijl de Vlaamse grafische industrie een KMO-branche is. Het gat gaapt. Dat gat vullen we met betaalde kennisontwikkeling en -verspreiding, we zijn echter niet honderd procent commercieel en spelen een maatschappelijke rol.”
a.b.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier