DE DERDE BOCHT

Op 1 september 1999 wordt Peter Praet, hoofdeconoom van Fortis Bank (ex- Generale Bank), kabinetschef van minister van Financiën Didier Reynders ( PRL-FDF). “Ik ben geschrokken van de reacties. Daarin klinkt telkens weer de verwachting door dat er met deze regering echt iets zal veranderen in de Belgische politiek. Het maakt me een beetje bang dat die verwachtingen misschien onrealistisch hoog gespannen zijn.”

Met Peter Praet verdwijnt een van de meest opvallende én bekwame figuren uit het Belgische analistenlandschap. Elke economische journalist in België wist dat een telefoontje met Praet altijd nieuwswaardige bedenkingen rond actuele thema’s opleverde. De nu 50-jarige Praet werd geboren als zoon van een Belgische militair en een Duitse moeder: “Als kind in de jaren ’50 met een Duitse moeder maakte het leven soms hard voor mij. Die ervaring leverde mij echter een mentale weerbaarheid op, waarop ik steeds kan terugvallen.” Als 17-jarige trok hij, middenin de hippiebeweging waar hij zich toen nauw mee verwant voelde, naar de Brusselse ULB om economie te studeren. Amper 20, huwde hij, een verbond dat in 1978 op de klippen liep. Tegen die tijd zat Praet op het Internationaal Monetair Fonds ( IMF) in Washington, waar hij na een jaar in de Afrika-afdeling ook een jaar doorbracht op de gerenommeerde researchafdeling.

Ondertussen huwde hij zijn tweede vrouw. “Zij heeft mij stabieler en bescheidener gemaakt, ook meer bewust van de andere zaken in het leven. Een tweede belangrijke impact op mijn leven ging uit van de periode op het IMF. Daar werd ik een gepassioneerd econoom. Ook zeer belangrijk zijn de Generale Bank en haar jarenlange topman Fred Chaffart. Via de bank leerde ik immers Vlaanderen kennen. Een vierde diepgaande invloed in mijn leven en mijn manier van werken ging uit van Etienne Kirschen, mijn mentor op de ULB,” vertelt de kersverse kabinetschef.

Na zijn terugkeer uit Washington klom Peter Praet snel op tot hoogleraar aan de ULB, waar hij ook administratieve taken vervulde. In zijn cursussen lag de nadruk op het monetaire. In 1987 volgde de overstap naar de Generale Bank, waar hij bijna onmiddellijk de nachtmerrie van elke analist-commentator te verwerken kreeg. Praet gaf in oktober zijn eerste interview aan de krant De Standaard. “Er komt geen crash op de aandelenmarkt,” stelde hij zelfverzekerd. Het artikel verscheen op zaterdag. Op vrijdag waren de beurzen ineengeklapt. “Ik heb me zelden zo beschaamd gevoeld. Maar ook deze les maakte me uiteindelijk weerbaarder.”

Twaalf jaar later leek Peter Praet gebeiteld te zitten als hoofdeconoom van de Fortis Bank, al gonsde het de voorbije maanden van de geruchten dat het niet zo best boterde tussen hem en de topman van de nieuwe Fortis Bank, Herman Verwilst. Beide kennen mekaar al lang. Op het einde van de jaren ’70 brachten ze enkele maanden samen door op het IMF. Veel meer dan om eventuele ideologische tegenstellingen – de liberaal Praet versus de vanuit de socialistische politieke familie stammende Verwilst – zou het daarbij om de persbelangstelling gaan. Meer specifiek, zo weerklinkt het in het geruchtencircuit van financieel België, zou het een doorn in het oog van Verwilst zijn dat Praet zo makkelijk én frequent de media haalt. “Niets van,” weerlegt Praet. “Ik ga in de beste verstandhouding weg op de bank en houdt aan de samenwerking met Verwilst goede herinneringen over. Ik kreeg de voorbije maanden trouwens veel respect voor de wijze waarop hij zijn uiterst moeilijke taak aanpakt.”

De beslissing om in te gaan op het aanbod van PRL-boegbeelden Louis Michel en Didier Reynders kent andere motieven. Na 1978 en 1987 ziet Praet zijn huidige overstap als de derde belangrijke bocht in zijn loopbaan: “Ik had die overweging wel al eens eerder gemaakt, maar dit jaar tijdens mijn zomervakantie bekroop het gevoel me toch wel of het geen tijd werd dat ik na twaalf jaar als analist gewerkt te hebben, niet hoognodig andere horizonten moest verkennen. Ik heb te veel goede analisten intellectueel zien leegbloeden om niet beducht te zijn voor een gelijkaardig proces. Met de mogelijkheid van een kabinetsfunctie hield ik niet zo meteen rekening. Mijn mijmeringen gingen meer in de richting van internationale instellingen als de Europese Commissie, het IMF en de Oeso.”

Hoe ziet de gewezen Fortis-econoom de prioriteiten in zijn functie op het kabinet van de minister van Financiën? “De eerste prioriteit is de voorbereiding van de fiscale hervorming, die tegen september 2000 klaar moet zijn. Zoals het regeerakkoord voorschrijft, moeten de hoofdaccenten daarin liggen op een meer arbeids- en milieuvriendelijke fiscaliteit. Ik zal snel werk moeten maken van de ontwikkeling van een degelijke werkmethodologie om die hervorming tot een goed einde te brengen. De tweede prioriteit ligt, vooral naar het jaar 2000 toe, op het Europese niveau. De eerste helft van volgend jaar zit België immers op het niveau van de ministers van Financiën de informele club van de euro-11 voor en tijdens de tweede jaarhelft moet ons land het voorzitterschap van de Europese Raad op zich nemen. Voorts zal ik als kabinetschef uiteraard ook aandacht besteden aan de interne financiële en monetaire ontwikkelingen en aan de evolutie van de begroting.”

Neemt Praet met deze sprong naar het kabinet geen groot persoonlijk risico? Bij Fortis Bank had hij ongetwijfeld een grote job- en inkomenszekerheid, terwijl hij nu aan boord komt van een schip dat zijn stabiliteit nog moet bewijzen en waarrond vele vragen en onzekerheden hangen. Peter Praet ontkent dat hem concrete beloften gedaan werden inzake de postkabinetsfase (zie ook rubriek Inside). Hij kijkt er nuchter tegenaan: “Vergeet niet dat ik met mijn professoraat aan de ULB altijd over een minimaal veiligheidsnet blijf beschikken. Valt de regering snel, bijvoorbeeld binnen de twaalf maanden, dan zie ik geen problemen om, weliswaar niet bij Fortis Bank, terug te keren naar een vergelijkbare baan. Doet de regering de volledige rit uit, dan ligt dat misschien iets moeilijker, maar dan zijn we vier jaar verder. Eerlijk gezegd, ik heb echt het gevoel dat er in deze regering een nieuwe wind waait en dat er een groot enthousiasme is om datgene waar zovelen zo sceptisch tegenover staan, ook tot een goed einde te brengen.”

JOHAN VAN OVERTVELDT

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content