De denker achter George W. Bush

L awrence B. Lindsey, geboren in 1955 in Peeksville, New York, is de belangrijkste economische adviseur van presidentskandidaat George W. Bush. Over Lindsey heeft George W. zich al eens kort en krachtig uitgelaten: “Ik vertrouw zijn beoordelingsvermogen en bewonder zijn intellect.”

De algemene verwachting is dat Larry Lindsey, in de veronderstelling dat Bush het toch op Al Gore haalt, ofwel minister van Financiën wordt, ofwel de voorzittersstoel van de Council of Economic Advisors ( CEA) gaat bezetten. Hoe dan ook is Lindsey de voorbije maanden het brein achter het economische programma van George W. Bush geweest.

Dat programma bestaat uit drie grote onderdelen. Ten eerste liggen er ingrijpende hervormingen in de sociale zekerheid op tafel. Ten tweede wil Lindsey opnieuw een sterke dereguleringsbeweging op gang brengen, zoals president Ronald Reagan dat deed. Ten derde zou Lindsey de belasting willen verlagen met zo maar even 483 miljard dollar, gespreid over vijf jaar.

“De belangrijkste impuls achter de grote economische boom van de jaren negentig in Amerika waren de belastingverlagingen van Reagan. Het duurt een tijdje, maar zo’n ingreep brengt een enorme ondernemingsactiviteit en creativiteit op gang,” zei Lindsey toen we hem ontmoetten in het American Enterprise Institute in Washington.

Lindsey maakte in het begin van de jaren tachtig als stafmedewerker al eens deel uit van de eerste CEA van Ronald Reagan, de president die de meest omvangrijke belastingverlaging uit de Amerikaanse geschiedenis doordrukte. In 1984 trok Lindsey naar Harvard University, waar hij een jaar later doctoreerde met een proefschrift over de gevolgen van belastingen. Die visie publiceerde hij vijf jaar later in een boek gericht op een breder publiek: The Growth Experiment: How the New Tax Policy is Transforming the U.S. Economy. Zelfs critici moeten toegeven dat, ruim tien jaar later, die titel een wat magische bijklank heeft gekregen, gezien de Amerikaanse ervaring van het voorbije decennium.

Lindsey behaalde zijn doctoraat onder leiding van de man die hem ook naar de Council of Economic Advisors haalde: Martin Feldstein, Harvard-professor en de eerste voorzitter van de CEA onder president Reagan. Zelfs in de kleurrijke wereld van het Amerikaanse establishment is de wereld echter klein: diezelfde Feldstein superviseerde ook het doctoraat van Larry Summers, de invloedrijke minister van Financiën in de tweede helft van het Clinton-presidentschap. Deze ” arrogante zak“, zoals velen in Washington en ver erbuiten hem noemen, deinsde er de voorbije jaren niet voor terug om Europese en vooral Japanse bewindvoerders in volle vergadering te vernederen. De zelfingenomen en ongemeen intelligente Summers doet overigens ook niet de minste moeite om zijn misprijzen voor het economische denken van Lindsey onder stoelen of banken te steken. Summers omschrijft de plannen tot belastingverlaging van het Bush-team als krankzinnig. Lindsey wuift dat lachend weg: ” We all know Larry!

Larry Summers zou de begrotingsoverschotten gebruiken om de staatsschuld terug te betalen. De andere Larry vindt dat getuigen van gebrek aan lef en van een onvoldoende bereidheid om te leren uit de lessen van het verleden. “Een nieuwe omvangrijke belastingverlaging kan de Amerikaanse economie weer een gezonde groei-impuls geven, waardoor de overheidsschuld over de jaren heen ook zal wegsmelten. Er is immers geen enkele reden om aan te nemen dat nieuwe belastingverlagingen voor een groot begrotingstekort zullen zorgen. De terugverdieneffecten zijn zeer reëel en omvangrijk,” aldus een zelfverzekerde Lindsey.

Wanneer gevraagd naar zijn grote voorbeelden, wijst Larry Lindsey onmiddellijk in de richting van Martin Feldstein en Alan Greenspan, de voorzitter van de Amerikaanse centrale bank ( Federal Reserve) die in de Verenigde Staten al enkele jaren het statuut van halfgod geniet. Na een viertal jaren aan Harvard te hebben gedoceerd kwam Lindsey, via een korte stop als adviseur van vader Bush tijdens diens presidentschap, in november 1991 in het directiecomité van de Federal Reserve terecht. Greenspan en Lindsey konden erg goed met elkaar opschieten. Te goed, vonden andere leden van het toenmalige directiecomité. De sterke positie van Greenspan werd volgens hen nog verstevigd door de slaafse houding van Lindsey ten aanzien van Greenspan.

In februari 1997 stapte Lindsey op uit het directiecomité van de Federal Reserve. De weerstand die Lindsey opriep bij mensen als Summers zou daarin een belangrijke rol hebben gespeeld. De politieke vrienden ontfermden zich echter over Lindsey. Hij kreeg bijna onmiddellijk de prestigieuze Arthur F. Burns Chair in Economics toegewezen aan het American Enterprise Institute, een van de meest vooraanstaande conservatieve denktanks in Washington. Sinds midden 1998 trad Larry Lindsey steeds nadrukkelijker naar voren als de belangrijkste economische adviseur van George W. Bush.

johan van overtveldt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content