De comeback van de dollar
Uitgerekend de munt van het land waar de financiële crisis uitbrak, heeft de beste kansen om in 2009 te profiteren. Al blijft het allemaal nattevingerwerk.
Voorspellen welk pad wisselkoersen zullen volgen, is zelfs in kalme periodes gekkenwerk. Economen kunnen de meest aannemelijke argumenten aandragen waarom de ene munt zal stijgen en de andere dalen, en dan hun voorspellingen zien tenietgaan door kleine verschuivingen op de financiële weerkaart. Uitvinden waar de deviezenmarkten binnen een week, laat staan een jaar, zouden staan, was in 2008 al even gemakkelijk (en zinvol) als tijdens een tornado een vinger in de lucht te steken.
Om het allemaal nog wat ingewikkelder te maken, waren de financiële crisissen in het verleden nationaal of regionaal van aard – wat wil zeggen dat de analisten zich maar op een paar munten moesten toespitsen. Maar nu is de beroering veel omvangrijker. Economieën kunnen het in hun geheel moeilijk krijgen en beurzen kunnen overal ter wereld crashen, maar op de deviezenmarkt zijn relatieve prijzen van tel: of de wereldeconomie het nu goed of slecht doet, altijd moeten sommige munten stijgen en andere dalen.
Dat neemt niet weg dat er trends waargenomen kunnen worden. En die zien er niet al te slecht uit voor uitgerekend de dollar, ook al begon de financiële crisis in de Verenigde Staten en maakt de Amerikaanse economie zware tijden door. Naarmate in de loop van 2008 de crisis intenser werd, sloeg de achteruitgang van de dollar tegenover de euro en andere belangrijke munten om. Bovendien zijn er gegronde redenen om aan te nemen dat de dollar zich ook in 2009 goed zal houden.
Alles is relatief
De vraag naar een munt hangt af van de winst die beleggers hopen te maken door haar aan te houden. Dat hangt op zijn beurt weer grotendeels af van de rentevoeten en van de onderliggende economische groei. Op het eerste gezicht zit daar weinig bij dat in het voordeel van de dollar kan spelen. De officiële Amerikaanse kortetermijnrente maakt veel meer kans om te dalen dan om te stijgen. De vooruitzichten voor de Amerikaanse groei in 2009 zijn pover. Sommige economen hebben zelfs al aangevoerd dat de financiële crisis de doodsklok kan luiden over de lange heerschappij van de dollar als de belangrijkste reservemunt van de wereld – en de greenback kan aandoen wat de Depressie de goudstandaard aandeed.
Kijk even rond en u zult zien dat er in de wereld betere aanbiedingen te vinden zijn dan de dollar. De yen, bijvoorbeeld, al sputtert de Japanse economie. Het ziet er evenmin naar uit dat de Chinese yuan zijn opgang zal stopzetten, zelfs als de export en de economie vertragen. Maar de Europese munten zijn een heel ander verhaal.
Zowel in Frankfurt als in Londen beschikken de centrale banken over meer armslag om de rente te verlagen dan in Amerika, en ze zullen daar waarschijnlijk ook gebruik van maken. Dat zou het trans-Atlantische verschil kleiner maken. De groeivooruitzichten in Europa zijn niet veel beter – misschien zelfs slechter – dan in Amerika. De huizenmarkt in Groot-Brittannië, Ierland en Spanje was al net zo’n grote bubbel als die in Amerika.
Bovendien is de dekking door Uncle Sam nog altijd iets waard. Dat zal een steun zijn voor de dollar mocht de vertraging van de wereldeconomie de investeerders in de opkomende markten een langdurige aanval van angstzweet bezorgen. Schatkistcertificaten worden nog altijd beschouwd als een veilige vluchtheuvel en zullen vertrouwen blijven genieten, ook al moet Amerika nog voor vele miljarden dollars in omloop brengen om de reddingsplannen van de banken te financieren. Stephen Jen, een econoom bij Morgan Stanley, wijst erop dat er in de voorbije vijf jaar enorme geldstromen op gang gekomen zijn, weg van de dollar en de yen en naar Europese munten en deviezen van opkomende markten. Die zullen uiteindelijk ook moeten terugvloeien. Hij heeft een lange lijst van munten die zwaar onder druk kunnen komen, zoals de Indiase roepie, de Zuid-Koreaanse won en de Braziliaanse real, evenals de meeste Oost-Europese munten.
Als de wereldeconomie stokt, dan zal dat ook wegen op de munten van de grondstoffenproducenten: de Australische en Nieuw-Zeelandse dollar, die in 2008 al terrein verloren, kunnen in 2009 nog meer achteruitboeren. De meest kwetsbare munten zijn evenwel die van landen waar de banken, bedrijven en gezinnen grote kortetermijnschulden hebben die uitgedrukt zijn in vreemde munt. Tijdens de Aziatische crisis van 1997-’98 leidde dat tot de instorting van onder meer de Thaise baht en de Indonesische roepia. Dit keer was de IJslandse kroon het meest in het oog springende slachtoffer. Ook al staan ze niet voor zo’n moeilijke tijden, dan nog zullen sommige andere landen eveneens blootgesteld worden. (T)
DE AUTEUR IS ADJUNCT-HOOFDREDACTEUR BEDRIJVEN VAN THE ECONOMIST .
Door Patrick Lane
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier