De Chinese man met de hamer
Met de Omloop Het Volk is vorige week het Belgische wielerseizoen op gang geschoten. Onze eigen renners vertolken nog steeds een hoofdrol in het internationale peloton, maar dat gaat steeds minder op voor de nationale fietsenindustrie. Als Europa de antidumpingheffing op Chinese fietsen niet verlengt, dreigt er zelfs een complete catastrofe.
In navolging van toppolitici zoals Guy Verhofstadt ( VLD), Renaat Landuyt (SP.A) en Stefaan De Clerck ( CD&V) bestijgen ook steeds meer zakenlui de fiets. Een frisse neus halen in de natuur en het onder controle houden van het opkomende buikje zijn daarvoor de meest gehoorde argumenten.
De blakende conditie van deze sportievelingen steekt schril af tegen de gezondheid van onze nationale fietsenindustrie. Hoewel de resultaten van de Belgische fabrikanten op het eerste gezicht nog wel lijken mee te vallen, verbergen die cijfers een structurele zwakte. Gedwongen door de grote onzekerheid omtrent China houden de Belgische fabrikanten namelijk de hand op de knip als het op investeringen aankomt (zie cijfertabel: Drie wielerkampioenen). Alleen Race Productions, dat niet voor niets een van de snelst groeiende kleine Limburgse onderneming is (zie Trends, 27 februari 2003, blz. 62), koestert dit jaar nog grootse plannen.
De Belgische fietsenindustrie lijkt dus in gevaar te verkeren. Een spijtige zaak, want in het verleden had ons land een aardige reputatie opgebouwd. Denken we maar aan legendarische bedrijven zoals Groene Leeuw, Carlos, Superia en Flandria. Maar die zijn inmiddels van het toneel verdwenen. De schaarse overlevenden moeten in een nichemarkt gaan schuilen. Anders dreigen ze definitief uit de wielen te worden gereden door de Chinese hardrijders. De lage lonen aldaar zorgen, net als epo in het wielerpeloton, voor concurrentievervalsing.
Bedreigd door China en het groene biljet
“Vooral in de jaren tachtig greep er al een echte kaalslag plaats,” vertelt Johan Huygens, general manager van Ludo, naar eigen zeggen de grootste Belgische fietsenfabrikant. “De razendsnelle opkomst van de mountainbike was daar de rechtstreekse oorzaak van. Die fietsen werden in Azië geproduceerd tegen prijzen die voor Europese bedrijven onhaalbaar waren. Wij hebben toen een paar moeilijke jaren gekend, maar we konden overleven dankzij een partnership met het Amerikaanse Scott, dat trouwens nog altijd de referentie is op het vlak van mountainbikes.”
Gelukkig kreeg de zieltogende fietsensector in 1995 van Europa een extra fles zuurstof aangereikt. Die voerde namelijk een antidumpingheffing van meer dan 30% in op alle Chinese fietsen en fietsonderdelen. Meteen werd een te duchten concurrent, die het jaar voordien nog meer dan 2 miljoen fietsen op de Europese markt had afgezet, in toom gehouden. Deze maatregel heeft echter maar een tijdelijk karakter en blijft van kracht tot juli 2005. Het probleem rijst dus nog niet meteen, maar ondertussen groeit wel de onrust binnen de Europese fietsenindustrie. Zal Europa bereid zijn om die antidumpingheffing te verlengen? Brian Montgomery, voorzitter van de European Bicycle Manufacturers Association (EBMA), is er niet gerust in. Als de antidumpingheffing in 2005 niet wordt hernieuwd, voorziet hij dat op korte termijn de Europese fietsenindustrie hetzelfde lot zal ondergaan als de Amerikaanse: ze zal verdwijnen. Eddy Merckx is recentelijk op werkbezoek geweest in China en heeft daar gezien dat Giant, de wereldmarktleider met thuisbasis in Taiwan, 50 miljoen dollar heeft geïnvesteerd in een nieuwe Chinese productievestiging. Een teken aan de wand?
Maar er is niet alleen de bedreiging uit China. De kwetsbare Belgische fietsenindustrie kijkt tegen nog een andere belangrijke handicap aan, namelijk de dollar. Het groene biljet heeft sinds begin 2002 bijna één vierde van zijn waarde verloren, wat een dubbel negatief effect heeft voor de Belgische fietsenindustrie. In de eerste plaats bemoeilijkt dat natuurlijk de uitvoer naar de Verenigde Staten. In de tweede plaats wordt de import van Aziatische producten nog goedkoper, omdat in die landen ook de dollar als handelsmunt wordt gebruikt.
Een zootje ongeregeld
In tegenstelling tot Italië, waar al meer dan honderd fabrikanten zich hebben georganiseerd om te gaan lobbyen bij Europa, valt er in België niet meteen een gezamenlijke actie te verwachten. Bij het vijftiental overgebleven fabrikanten zijn er maar weinig die verder kijken dan de eigen bedrijfsmuren, wellicht een typisch Belgische reflex. Het wantrouwen ten opzichte van elkaar is zelfs zo groot dat iedereen de tanden op elkaar klemt wanneer we vragen hoeveel fietsen ze nu eigenlijk hebben verkocht.
Zelfs bij Febiac, de Belgische federatie van de automobiel- en tweewielerindustrie, komen ze niet verder dan een ruwe schatting van de totale markt. Stijn Vancuyck: “In 2001 werden er in ons land zowat 400.000 nieuwe fietsen verkocht, wat neerkwam op een daling van tien tot vijftien procent tegenover het jaar voordien. Amper één derde van al die nieuwe fietsen is nog van Belgische makelij.”
De bedrijven die bijvoorbeeld nog zelf hun frames maken, zijn op de vingers van één hand te tellen. Materiaalfreak Eddy Merckx , die in het verleden zelfs nog tijdens de wedstrijd aan zijn fiets sleutelde, is er natuurlijk één van. Ook Norta bouwt nog altijd zelf zijn frames, maar dan eerder in het segment van de recreatieve fietsers. Het Olense bedrijf is daarmee zowat het enige dat er in slaagt om zijn frames ook in Nederland, toch het fietsland bij uitstek, te slijten.
De rijzende ster in het koerswereldje, Race Productions (beter bekend onder de merknaam Ridley) en Ludo (met het merk Granville) laten echter al jaren hun frames in Azië bouwen. Deze twee laatste bedrijven hebben wel elk een designer in dienst die de nieuwe modellen ontwerpt en uittekent. Ook het lakwerk gebeurt nog in België, waarna de diverse onderdelen (wielen, remmen, versnellingen…) worden gemonteerd.
“Maar ook deze activiteiten zullen wellicht uit ons land verdwijnen als de heffing op Chinese producten wegvalt,” meent Johan Huygens van Ludo, die onlangs met de titel van ‘Zelfstandig Ondernemer van het Jaar van Vlaanderen’ ging lopen. “Om te overleven, zullen we onze flexibiliteit moeten bewijzen. Kan een ander dezelfde kwaliteit maken tegen een betere prijs, dan moeten we die taken gewoon uitbesteden. Wij hebben alvast drie verschillende scenario’s klaarliggen. In het slechtste geval zullen we de klemtoon moeten leggen op de distributie van fietsonderdelen.”
Nieuwe technologie en… nieuwe kleurtjes
Eddy Merckx ziet de toekomst niet zo somber tegemoet. Hij vermoedt dat de import uit China vooral de fabrikanten van de goedkopere fietsen zal treffen, een marktsegment dat al zwaar onder druk stond. Dat bewees het faillissement van United Bicycles eind vorig jaar. Al is er intussen wel een overnemer opgedoken die de productie in Maasmechelen binnenkort weer wil opstarten.
“Wij, daarentegen, streven de allerhoogste kwaliteit na en daar zal altijd een publiek voor bestaan,” meent Merckx. “Ik moet toegeven dat mijn naam in het begin een belangrijk voordeel was, maar je kunt geen 23 jaar alleen op die naam teren. Onze fietsen zullen dus wel goed zijn, zeker. Een achttal jaar geleden hebben we het wel een tijdje moeilijker gehad omdat we te lang aarzelden om de trend van staal naar aluminium te volgen. Intussen maakt aluminium meer dan 90% van onze omzet uit.”
Vooral sporters die een racefiets aanschaffen, hebben oog voor nieuwe technieken en lichtere materialen. Niettegenstaande de hoge prijs is carbon steeds populairder aan het worden, zelfs bij recreatieve fietsers. Maar hier heeft de Belgische industrie al de boot gemist want de volledige productie van deze frames gebeurt in het buitenland. Met een frame balancerend op de uitgestoken wijsvinger komt Eddy Merckx glimlachend aangestapt. “Dit is een pas binnengekomen prototype dat exact 1,185 kilogram weegt. Nadeel van deze frames is dat ze in één stuk worden gegoten, waardoor je voor elke maat een nieuwe mal nodig hebt. En die dingen kosten toch al gauw 5000 euro.”
Race Productions, het bedrijf van ex-wielrenner Jochim Aerts en business angel Paul Kumpen, zoekt het dan weer in een techniek die uit de Formule 1 komt overgewaaid. Daarbij worden de verschillende buizen van carbon in elkaar geweven tot een volledig kader, waardoor het ook rendabel wordt om kleine series te produceren. Een nichepolitiek die zeer lucratief kan zijn. Race Productions is zowat de enige fabrikant die weinig gevraagde producten zoals crossfietsen en pistefietsen standaard in het assortiment heeft zitten. Het mag trouwens geen verrassing heten dat deze revolutionaire techniek net bij Race Productions is terechtgekomen – Paul Kumpen heeft een eigen raceteam. Bovendien is F1-piloot Jos Verstappen getrouwd met de nicht van Kumpen.
“Maar niet alleen de technologie is belangrijk,” zegt Aerts. “Minstens even belangrijk zijn de kleuren en het design van de fietsen. Je mag nog de beste kaders maken, als die niet mooi gestileerd zijn, mag je het vergeten. Zo blijft een nochtans sterke fietsenbouwer als Gios krampachtig vasthouden aan zijn oubollige blauwe kleur met witte lettertjes. Dat is echt niet meer van deze tijd.”
Dirk Van Thuyne [{ssquf}]
dirk.van.thuyne@trends.be
Als de antidumpingheffing in 2005 niet wordt vernieuwd, zal de Europese fietsenindustrie hetzelfde lot ondergaan als de Amerikaanse: ze zal verdwijnen.
De kwetsbare Belgische fietsenindustrie kijkt tegen nog een andere belangrijke handicap aan: de verzwakkende dollar.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier