Bert Lauwers
De chemie is weg
Schaliegas maakt de gasfactuur van bedrijven in de VS goedkoper, waardoor ze almaar meer investeringen naar zich toe trekken. Onze overheden staan erbij en kijken ernaar.
Schaliegas maakt de gasfactuur van bedrijven in de VS goedkoper, waardoor ze almaar meer investeringen naar zich toe trekken. Onze overheden staan erbij en kijken ernaar.
Een game changer. Dat is de terechte omschrijving voor de massale ontginning van goedkoop schaliegas in de Verenigde Staten. Het maakt de gasfactuur voor veel bedrijven in de VS drie tot vier keer lager dan die voor ondernemingen hier. De immense aanzuigkracht van die goedkope energie op nieuwe investeringen zorgt ervoor dat het industriële weefsel in de VS opleeft. Vooral de Amerikaanse chemiesector, die heel wat van zijn pluimen had gelaten, heeft eindelijk weer een reden tot feesten.
Europa en Azië kunnen enkel met lede ogen toekijken. Dat is slecht nieuws voor de Belgische chemiesector, maar ook voor ons allemaal. Het belang van de sector is zo groot dat die evolutie in de VS een regelrechte aanslag op onze economie kan betekenen. Gecombineerd met farma en biotech, is de chemiesector goed voor bijna een derde van de nationale export en een tewerkstelling (direct en indirect) van 237.000 mensen.
De Belgische, lees vooral Vlaamse, chemiesector staat gelukkig nog als een huis. Dat die schaliegasrevolutie ook psychologisch zo hard aankomt, is omdat ze boven op een al stevig stapeltje pijnpunten komt. De hoge loon- en energiekosten zijn al zo’n oud zeer dat het geklaag erover nog nauwelijks gehoor vindt bij, noch indruk maakt op onze overheden. Nochtans moet het bij de bevoegde instanties ooit toch doordringen dat een voltijds werkende chemiearbeider ruim een kwart duurder is in naburig Duitsland. De sector begrijpt ook niet waarom de subsidies voor offshorewindmolens worden afgewenteld op de industriële bedrijven.
Echt op de heupen krijgen grote buitenlandse spelers à la BASF of Bayer het bovendien van het gebrek aan een solide en gezond langetermijnbeleid, vooral op fiscaal niveau. “Niets is zo erg als volatiliteit”, zei de BASF-topman voor Europa enige tijd geleden nog in Trends. Het gekissebis over de no-tionele-intrestaftrek en andere fiscale maatregelen bewijst evenwel dat ook die duidelijke boodschap snel verloren is gegaan.
En dan zijn er nog de delicatere problemen, die de sector liever niet aan de grote klok hangt. De houdgreep van de vakbonden op de chemiebedrijven heeft vroeger al menig buitenlands hoofdkwartier de gordijnen in gejaagd.
Intussen betreurt de chemiesector via zijn sectorfederatie essenscia dat zijn competitiviteit in België almaar meer onder druk komt. Zonder substantiële ingrepen wordt de gevreesde verhuizing van activiteiten wellicht eerder regel dan uitzondering. Nu al wordt her en der gevreesd dat er over 20 jaar geen sprake meer is van onze Belgische chemie.
Tegenover dat alles staat een onthutsend gebrek aan actiebereidheid van de overheden. De High Level Group Chemie, een federaal overlegplatform dat het investeringsklimaat en concurrentie- vermogen van de sector moet verbeteren, lag eerder al eens stil door de vervroegde verkiezingen van 2010, en boekt ook nu geen vooruitgang door de budgetopmaak voor 2014. Ook begrippen als Nieuw Industrieel Beleid en Industrieraad duiken nog te pas en onpas op, maar tot nader order blijft het veel geblaat en weinig wol. Bovendien is de kans zeer reëel dat de federale en de regionale neuzen voor de verkiezingen van volgend jaar niet meer in dezelfde richting te krijgen zijn. De snelheid waarmee schaliegas ingrijpt in de economische machtsverhoudingen, bewijst nochtans dat verder uitstel ronduit absurd is.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier