De Britse variant
Boris Johnson heeft zijn volk voorspoed en welvaart beloofd na de brexit. Maar hoe realistisch is zijn idee van een ‘global Britain’?
Vijf jaar geleden maakte een krappe meerderheid van de Britse kiezers duidelijk dat zij niet langer deel wensten uit te maken van de Europese Unie. Daarna bleef het lange tijd onduidelijk waaruit de Britten zich precies wilden terugtrekken. De acht vrijhavens die de regering in het land wil creëren, zijn tot dusver het meest tastbare project van premier Boris Johnson en minister van Financiën Rishi Sunak.
Het is een stap in de richting van hun visie van een ‘global Britain’: een trotse handelsnatie, goed in zakendoen met iedereen, afhankelijk van niemand, gesteund door de invloedrijke financiële industrie in de City. Sunak zegt dat “het potentieel van onze trotse historische havens zal worden ontsloten en dat gemeenschappen in het hele land een impuls zullen krijgen”. Het Verenigd Koninkrijk stevent af op een “ongekende economische boom” en een “gouden eeuw van welvaart”.
De realiteit ziet er somberder uit. De start van de brexit ging gepaard met heel wat problemen. Ondernemers trokken gefrustreerd naar de EU, omdat de bureaucratische rompslomp hen te veel werd. Volgens de brexiteers zullen die problemen snel vergeten zijn. Maar is dat zo?
John Springford heeft zijn twijfels. De econoom bij het Centre for European Reform (CER) in Londen heeft een economisch model ontwikkeld om de schade van de brexit te beoordelen. Hij vergelijkt de huidige ontwikkeling van het land met een ‘dubbelganger’ zonder brexit. De cijfers wijzen op meer dan een tijdelijke terugval. Al in 2019 was de Britse economie 2,9 procent kleiner dan bij een normaal traject mocht worden verwacht. De meeste deskundigen hadden geschat dat de economie na tien jaar 2 tot 7 procent kleiner zou zijn. Dat de ondergrens al in 2019 werd bereikt, is te wijten aan een neerwaartse spiraal van een afnemend concurrentievermogen, een lagere productiviteitsgroei en minder innovatie.
Ook het enthousiasme voor de nieuwe vrijhavens wordt lang niet door iedereen gedeeld. In 1983 creëerde de regering van Margaret Thatcher vrijhavens in zes regio’s. Tegen 2012 waren die zones opnieuw gesloten, omdat ze zo weinig hadden opgebracht. Dat zou weer kunnen gebeuren.
Nog geen zwanenzang
Een ander probleem: de Londense City. Na de brexit zou Groot-Brittannië uitgroeien tot een gigantische belasting- en regelgevingoase pal naast de Europese Unie, met een van de meest succesvolle financiële centra ter wereld. Maar de stad is nu zwakker dan voor het referendum. Amsterdam doet het beter dan Londen. Door de brexit hebben veel elektronische handelsplatformen hun Europese afdelingen naar Nederland verplaatst. Een vijfde van het dagelijkse aandelenvolume in Europa wordt nu daar afgewikkeld.
Maar het is te vroeg om de zwanenzang van de City af te kondigen. De Britten zijn met Zwitserland overeengekomen dat hun financiële toezichthoudende autoriteiten gelijkwaardig zijn, en daarom kunnen nu ook Zwitserse aandelen op het eiland worden verhandeld.
De hoop van de Britten die op de City rust, is enorm. Londen wil meer hippe fintechs aantrekken, grondstoffenhandelaars meer ruimte geven en sommige witwasregels versoepelen. Ook financiële investeerders worden het hof gemaakt.
2,9 procent
kleiner was de Britse economie in 2019 dan zonder de brexit mocht worden verwacht.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier