De Belgische ambassadeurs van technisch textiel

Op de internationale beurs Techtextil in Frankfurt vonden we een opmerkelijke plejade van Belgische bedrijven die al langer actief zijn in het segment van technisch textiel. Bijna alle zijn leverancier aan de industrie, waardoor ze voor het grote publiek relatief onbekend blijven. Ten onrechte, want stuk voor stuk zijn het performante bedrijven die een hoge waardering genieten in de professionele sector. Het Belgische antwoord op de Chinese dumpingpolitiek:

Utexbel: leger en avontuur

De militaire industrie blijkt een grote afnemer te zijn van technisch textiel. “Samen met de industriële groepen vormen de klanten uit de administratie ( nvdr – een eufemisme voor de militaire industrie) onze belangrijkste klanten,” klinkt het bij Utexbel, met thuisbasis in Ronse. De hoofdmoot van de divisie technisch textiel bij Utexbel heet beschermkledij – waarin bijvoorbeeld ook Sioen of Syntex erg actief zijn – dat op jaarbasis een productie genereert van ruim 18 miljoen lopende meter stof. Daarvan gaat een flink stuk naar diverse legers, al is productverantwoordelijke Patrick Merchiers op zijn hoede voor wat hij vrijgeeft. Militairen kiezen hun partners op strategische punten, loslippigheid hoort daar duidelijk niet bij.

Merchiers: “Door de heroriëntering van de verschillende nationale legers, van pure defensie- en gevechtseenheden naar meer humanitaire taken, wordt hun uitrusting ook steeds meer aangepast. De soldaten worden vandaag overal ingezet, zowel in de tropen, waar lichtere kledij gewenst is, als in Europese gebieden, waar een zwaardere uitrusting nodig is. Dat heeft ook zijn invloed op de toepas- singen van de stoffen.”

Zo heeft Utexbel – op vraag van en met medewerking met militaire laboratoria – een gepatenteerde technologie ontwikkeld waarbij een mug- en tekenwerend middel in de textielvezel zit verwerkt. De stof houdt, via microcapsules of een coatinglaag, ongenode insecten op afstand. “Naast het leger is nu ook de outdoor- en adventuremarkt zeer geïnteresseerd in die technologie. En ook de wereldgezondheidsorganisatie toont interesse.”

Luxilon: tennis en facelift

Nico Van Malderen spitst zich met zijn tweedegeneratiebedrijf Luxilon toe op de filamenttechnologie (filament is een synthetische draad die verkregen wordt door extrusie en niet door regulier spinnen). In 1959 richtte zijn vader Leo Van Malderen Luxilon Industries & Co op, dat actief werd in de synthetische vezelproductie. De belangrijkste toepas- singen vonden hun weg in de papierindustrie, de ruimtevaart en de medische sector. Opvallendste activiteit is de productie van snaren voor racketsporten.

“Vandaag speelt 65 % van de top-100 bij de mannen uit het tennis met onze snaren. Bij de vrouwen is dat 35 %, maar we zijn nog maar anderhalf jaar hoofdsponsor van het WTA,” legt Nico Van Malderen – een neef van de Ontex-familie – uit. Onder zijn hoede groeide het bedrijf uit tot een leverancier voor orthopedische en medische uitrusting, en voor hoogtechnologische filamenten.

De grootste nieuwigheid die Van Malderen voorstelt, is een elastisch monofilament. Terwijl een regulier garen uit verschillende vezels (filamenten) bestaat, is hier maar sprake van één vezel. “En die is ook nog eens elastisch, en behoudt die elasticiteit gedurende ten minste vijf jaar,” aldus Van Malderen. De toepassingen zijn zowel de medische sector (facelift) als de industrie. “De draad is resistent tegen UV-stralen of chemische zuren.” Luxilon is indertijd gestart als een producent van naaigarens. “Vandaag is dat nog amper 1 % van onze productie.”

Vetex: tapes en operatiekamer

Ook Kris Messely van het Kortrijkse Vetex schetst een significante koerswijziging. Al hoeft het niet steeds met oogverblindende technologie te zijn. Ooit was Vetex een textielververij, met ruim 250 werknemers. Vandaag werken hier 40 mensen in een bedrijf dat is uitgegroeid tot een Expert Coater & Laminator. “We hebben aan een oud bedrijf een nieuwe profilering gegeven. Eigenlijk zijn we vandaag meer een chemisch bedrijf dan een traditioneel textielbedrijf,” legt Messely uit.

Vetex is opgesplitst in drie belangrijke segmenten. Enerzijds medisch textiel – een sterkhouder binnen het technisch textiel, die je bij opvallend veel spelers terugziet – waarbij door laminaatcoatings op chirurgenschorten en andere medische hoezen een barrière wordt gevormd tegen bacteriën en virussen. “Geen spectaculaire nieuwigheden en een vrij stabiele markt,” aldus Messely. In de industriële divisie zijn het voornamelijk de adhesieven (een fixatie) die zorgen voor zowat 25 % van de omzet. Daarmee kan je bijvoorbeeld stoffen zelfklevend of vlamvertragend maken. “Dergelijke toepassingen worden vaak specifiek op vraag van de klant gemaakt.” Maar waar Messely bijzonder trots op is, en veel van verwacht zijn de seam sealing tapes. “Die stroken, van tientallen millimeters, worden gebruikt om de naden van waterdichte kledij eveneens waterdicht te lassen.” Vandaag goed voor amper 8 % van de groepsomzet die Messely schat op 6 miljoen euro.

“Technisch textiel moet je zien als het afstappen van een productiegedreven bedrijf naar een ontwikkelingsbedrijf. Maar we zijn volop bezig met de marketing van onze tapes. We verwachten veel van de markt in Azië.” Azië, is dat niet juist de boeman? “Alle confectiebedrijven zijn aan het opschuiven naar ginds, dus wij volgen de klanten.”