De allernieuwste economie

In het voorjaar begon de economische temperatuur om te slaan. …

In het voorjaar begon de economische temperatuur om te slaan. Met terugwerkende kracht kreeg de vorig jaar nog zo nieuwe economie bijkomende klappen te verduren toen in de Verenigde Staten de productiviteitscijfers van de voorbije jaren naar beneden werden bijgesteld. Gaandeweg werd steeds duidelijker dat de telecomzeepbel de dotcomzeepbel in ruime mate overtrof, waardoor trotse bedrijven als KPN, BT, AT&T, Deutsche Telekom en France Télécom opeens kneusjes bleken te zijn, terwijl het bescheiden Belgacom uitgroeide tot begeerde huwelijkspartner.

Daarnaast sloeg de globale antiglobaliseringsbeweging bressen in het veiligheids- en zekerheidsbewustzijn van westerse beleidsmakers. Niet alleen bleken topconferenties moeilijk te beveiligen, de beweging droeg bovendien ideeën die niet gemakkelijk konden worden weggewimpeld. Want als je goed naar haar argumenten kijkt en luistert _ beter dan papa Verhofstadt _ dan merk je dat veel van haar teksten en voorstellen zich niet zozeer tegen de internationalisering van de economie keren, als wel tegen de erg westers gecentreerde wijze waarop die plaatsvindt. Op sommige punten, zoals de kritiek op de handelsbelemmeringen tegen producten uit de Derde Wereld, is die beweging dan ook liberaler dan de Amerikaanse en Europese beleidsmakers. Opvallend was dat de jarenlang verguisde Tobin-taks opeens op de beleidsagenda kwam.

Als letterlijke klap op de vuurpijl kwam daar ruim een maand geleden de dubbelaanslag op het World Trade Center en het Pentagon bovenop. Op slag werd het Amerikaanse wereldbeeld weer multilateraal. Op slag verdween het Amerikaanse verzet tegen controle op internationale financiële bewegingen als sneeuw voor de zon. Sterker: opeens werd de VS op dit punt vragende partij. De vraag is natuurlijk hoe lang dat momentum aanhoudt, maar ineens komt ook de internationale aanpak van witwaslanden en belastingparadijzen op de beleidsagenda. Bovendien is men er zich weer sterker van bewust dat we moeten voorkomen dat grote groepen in de wereld zich permanent achtergesteld en misdeeld voelen. Want ook al bleken de kamikazes in New York en Washington uit meer gegoede families te komen, hun daad droeg wel degelijk de sympathie weg van grote groepen in de islamitische wereld.

Op slag verdwenen eveneens de bezwaren tegen overheidssteun aan ondernemingen en sectoren in nood. Voorts verdween ook het optimisme over de blijvende overschotten op overheidsbegrotingen. Na jaren verguisd te zijn, werd zelfs keynesiaans beleid weer bespreekbaar. Want als het consumentenvertrouwen geschokt is, helpen belastingverlagingen niet om de economie op te krikken. Dan vergroten ze alleen het spaarlek en dreigt de economie op een structureel lager niveau te blijven functioneren. Op zo’n ogenblik moeten overheidsbestedingen de economie naar een hoger niveau brengen. Lang geleden dat we dat nog gehoord hadden, maar opeens heeft iedereen het erover.

De allernieuwste economie heeft dus duidelijk oude trekjes: overheidsinterventie, overheidsbestedingen, internationaal overleg, herregulering, zorg over meer rechtvaardige internationale economische verhoudingen. Het beate optimisme van de voorbije jaren, dat alles puur met technologie cum liberalisering kon worden opgelost, was ook wel erg simplistisch. De combinatie van het leeglopen van de verschillende technologische zeepbellen met de opkomst van de antiglobalistische beweging en de klap in de Verenigde Staten, heeft gewoon voor de beleidsmakers én grote delen van de publieke opinie aanschouwelijk duidelijk gemaakt dat internationale economische en politieke verhoudingen wat complexer in elkaar zitten dan we even dachten. En in het verlengde daarvan: dat vormen van internationaal overleg en internationale regulering die we in het verleden ooit bedacht hebben, maar niet tot het uiterste hebben doorgetrokken, wel degelijk een functie hebben.

Die vormen van overleg van regulering op internationaal niveau ontstonden als reactie op de Tweede Wereldoorlog en de internationale economische en politieke verhoudingen ervoor en erna. Gaandeweg zijn veel van die internationale organismen en mechanismen weliswaar versloft en gebureaucratiseerd. Bovendien zijn sinds de val van de Muur de verhoudingen waaruit ze voortkwamen totaal veranderd. De nodige mensen in oost, west en zuid hebben de voorbije jaren pogingen ondernomen om nieuwe organismen en mechanismen tot stand te brengen die een antwoord waren op de nieuwe uitdagingen. Maar tot nu toe ontbrak de sense of urgency. Na 11 september 2001 is daar _ gelukkig _ verandering in gekomen. Als gevolg van deze klappen worden hopelijk grotere voorkomen, al vrees ik dat we nog het nodige te zien krijgen. Natuurlijk blijven zowel technologie als verdergaande liberalisering mede oplossingsrichtingen. Maar mede is niet hetzelfde als enkel. Het is al eerder opgemerkt: de onzichtbare hand van de economie kan niet zonder de zichtbare.

Dany Jacobs

De auteur is hoogleraar strategisch Management aan de Rijksuniversiteit Groningen en Associate Dean van TSM Business School, de Business School van de universiteiten van Groningen en Twente.

De allernieuwste economie heeft oude trekjes: overheidsinterventie, overheidsbestedingen, internationaal overleg, herregulering.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content