DE AARTSVADER

Wim Kok hoort, samen met Tony Blair, tot de generatie van de flexi-socialisten. Jeremy Paxman van BBC’s Newsnight een hondse, deskundige, onpartijdige ondervrager feliciteerde Tony Blair op 17 maart ; premier Major had die ochtend aangekondigd dat er op 1 mei verkiezingen zouden worden gehouden. Zei Paxman : “Eén van de redenen waarom mensen u bewonderen is uw vermogen om van mening te veranderen”. Tony Blair straalde om het compliment.

Nederlandse journalisten stellen vast dat Wim Kok, die honderden keren geïnterviewd is, telkens gesprekken weggeeft die de moeite van het lezen waard zijn. Alleen al omdat hij steeds weer iets anders zegt. Druk op de knop, hier is de nieuwe Wim Kok. Druk op de knop, hier is de nieuwe Tony Blair.

De Britse socialist wordt met de hoogste graad van waarschijnlijkheid op 1 mei premier van de eerste Labour-regering in zeventien jaar. Wim Kok is zijn politieke aartsvader. Nederland telt 250 winkels voor Wedgwood-porselein. Nergens halen knettergekke Britten als John Cleese en zijn sick jokes zo’n applaus. Het Nederlandse sociale-zekerheidsstelsel werd gebaseerd op het zogenoemde Beveridge-rapport dat in 1942 was opgesteld door de econoom William Henry, later Lord Beveridge. De Partij van de Arbeid kijkt graag naar de ontwikkelingen van Labour. Nederland is door de Noordzee eerder met Groot-Brittannië verbonden dan gescheiden.

Wat Tony Blair wil ondernemen in het Verenigd Koninkrijk, probeert Kok sinds 3 mei 1989 in Nederland. Eerst als teammaat van de CDA’er Lubbers, na 1994 als leider van het eerste rood-blauwe kabinet. Blair en Kok zijn paarse socialisten, meer bedacht op het bereiken van gelijke kansen voor iedereen, dan op mechaniekjes en oplossingen gehaald uit de ideologische receptenboeken van de negentiende eeuw en de jaren dertig. Wie kijkt naar de acties van Wim Kok, blikt door een vergrootglas naar de handelingen van de regering-Blair. Wim Kok is voor marktwerking, beheersing van de sociale uitgaven, afbouw van de bureaucratische staat.

Zoals Blair en zijn troepen na zeventien jaar oppositie menselijk afgemat zijn door die periode van machteloosheid, keek ook toenmalig partijleider Kok in 1989 naar twaalf jaar onafgebroken oppositie voor de PvdA. Wim Kok is een pragmaticus. Hij kan de woorden van de grote Willem Drees de verpersoonlijking van de PvdA als regeringspartij tot de zijne maken : “Schoon kan de droom zijn en ons aanvuren in wil en daad, maar wij moeten er ons van bewust zijn en wij moeten kunnen verdragen dat hij in de werkelijkheid van alledag slechts gedeeltelijk vorm kan krijgen.” Een citaat dat trouwens ook op maat van Blair gesneden lijkt. Drees gaf twaalf jaar mee leiding aan de rooms-rode coalitie die in de eerste naoorlogse jaren in Nederland aan het bewind was. Na het tijdperk-Drees bracht de PvdA vele jaren door in de oppositiebanken. Het PvdA-verkiezingsprogramma van 1989 schreeuwde de wens tot regeren bijna van de daken : “De kiezers moeten er met ons en door ons van worden overtuigd dat een regering met de sociaal-democraten werkt”. Hetzelfde megafoon-socialisme typeert de vrienden van Tony Blair ( a.u.b., please, hou van ons, we zullen het goed doen, we accepteren veel hervormingen van barones Thatcher).

In Nederland lukte de kniebuiging. Thys Wöltgens : “Toen ik in 1989 PvdA-fractievoorzitter werd en voor het eerst iets positiefs over de regering moest zeggen, kwam dat bijna niet over mijn lippen. We hadden twaalf jaar in de oppositie gezeten. Ik was helemaal niet gewend de regering te prijzen.” In Groot-Brittannië leven ernstige twijfels over de bekwaamheid van de nieuwe equipe, haar regeertalent is ongeoefend. Bovendien zal een Wöltgens-effect spelen : kunnen de kaderleden en de militanten de loutering van het dragen van verantwoordelijkheid aan ?

Ruim een jaar voor nieuwe Nederlandse verkiezingen in mei 1998 valt het kabinet een aanzienlijke belastingmeevaller in de schoot. Wim Kok kan dus die verkiezingen met vertrouwen tegemoet zien. Dat is niet het geval voor Tony Blair. Niemand twijfelt aan zijn overwinning op 1 mei. Velen vermoeden dat hij voor de herkansing in 2002 niet zal slagen. Het eerste kabinet-Blair heeft weinig manoeuvreerruimte. Zonder de vennootschapsbelastingen te verhogen aan de personenbelastingen en de belastingen op het verbruik zal hij niet raken, dat is zijn plechtige afspraak met de kiezers kan hij weinig herverkavelen in de begrotingen. Heeft de elegante socialist bovendien de guts om als het erop aankomt de godvergeten schurk uit te hangen ?

Tony Blair is een jongen van de middenklasse die naar een public school ging en studeerde aan de University of Oxford. Hij woont in Islington, een opbouwbuurt in Londen met de shabbiness en de leerstelligheid van een progressieve buurt als het Zuid of Zurenborg in Antwerpen. Bij Wim Kok aan de Dijklaan in Bergambacht, Zeeland, hadden ze het in het rijtjeshuis niet breed. Grote Wim, vader Kok, was timmerman in ramenfabriek De Concurrent. Onder de tafel gezeten leert kleine Wim de harde wereld kennen als de arbeiders hun wekelijkse bijdrage voor de vakbond komen afdragen in de Dijklaan. Grote Wim is penningmeester én afdelingsbestuurder van de bouwbond. “Kok was een echte eenzaat,” herinneren klasgenoten uit die jaren zich. Hij leest een boek als de maten knikkeren. Echte vrienden heeft kleine Wim niet. Hij volgt de Hogere Burgerschool in Gouda. Dapper probeert hij het isolement te doorbreken en klopt aan bij Instituut Nijenrode, een cultuurschok. In 1956 is Nijenrode bij uitstek een rijkeluisinstituut voor jongeheren. De testpsycholoog noemt Wim Kok tijdens de toelatingsproeven woordarm.

Een echt nieuw bestaan voor de huidige minister-president begint als hij in september 1961 het kantoor betreedt van de Algemene Bouwarbeiders Bond. Wroetend, studerend, concipiërend wordt de polderjongen in 1973 chef van de vakcentrale. Hij is dan al jaren de man van het compromis, de bestuurder die voor een akkoord het vuur uit zijn sloffen loopt, een gewaardeerde eigenschap. Zijn achtergrond als Nijenrodiaan roept twijfels op, zoals de Oxford-jaren van Tony Blair onzekerheid creëren over diens rechtlijnigheid in de leer. Als lijsttrekker bezorgde Wim Kok in 1994 de PvdA de grootste nederlaag uit de geschiedenis. Toch wordt hij premier en wijst de weg naar de 21ste eeuw. Wim Kok is steeds meer politicus zonder partij. Tony Blair heeft Labour nodig, innerlijk heeft hij het karakter van de allemansvriend. Ook hij heeft talent als politicus zonder partij.

FRANS CROLS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content