DE 4 TENOREN VAN HET DURFKAPITAAL

Stijn Bijnens (LRM), Luc Bertrand (AvH), Clair Ysebaert (PMV) en Koen Dejonckheere (GIMV) staan samen voor een beheerd vermogen van 3,7 miljard euro. Zij wikken en wegen over investeringen en de miljoenen aan lefgeld glijden bij manier van spreken door hun vingers. Toch zijn dit geen Gordon Gekko’s. “We voelen ons verantwoordelijk voor die duizenden gezinnen.”

Het had heel wat voeten in de aarde om de vier tenoren van het Belgische groei- en durfkapitaal samen te krijgen. Maar uiteindelijk stappen Koen Dejonckheere (GIMV), Stijn Bijnens (LRM), Luc Bertrand (Ackermans & van Haaren) en Clair Ysebaert (PMV) netjes op afspraak binnen. De sfeer tijdens hun eerste gezamenlijke afspraak met de pers is gemoedelijk, maar ook wel een beetje aftastend. De vier heren staan voor een gezamenlijk beheerd vermogen van om en bij de 3,7 miljard euro, en bieden via hun participaties duizenden mensen werk. Met dat engagement staan ze op en gaan ze slapen. Want hoe verschillend hun domein, actieradius en aanpak, toch klinken telkens een groot verantwoordelijkheidsbesef en nuchterheid in hun antwoorden door. Alle vier hebben ze een moeilijk werkjaar achter de rug, ten gevolge van de economische crisis en de verminderde kredietverschaffing door de financiële instellingen. Dat had gevolgen voor hun werkterrein. Meer bedrijven klopten aan voor investeringen, terwijl ze anders hun bankrelaties zouden aanspreken. Er waren minder exitmogelijkheden, door een beurs- en overnamemarkt die even op de pechstrook ging staan. En er moesten meer vervolginvesteringen in de bestaande portefeuille worden gepompt. Met deze vier heren van stand had Trends een gesprek, over de stand van het land, over groei- en durfkapitaal, en over de recepten om ons land competitief te houden.

STIJN BIJNENS (LRM). “Limburg is een belangrijke maakeconomie, waar de automotive-industrie een zeer belangrijk deel van uitmaakt. Met de crisis werd die het diepst en het snelst getroffen. Vandaag zien we dat de pessimistische scenario’s geen realiteit worden. Er zijn nog uitdagingen, maar de tendens lijkt eerder positief. Anderzijds, de verwachtingen waren zo laag, dat elk beetje beter onmiddellijk positief is.”

KOEN DEjONCKHEERE (GIMV). “We vreesden voor een double dip. Uit de signalen die we nu krijgen, blijkt echter dat de orders blijven doorgaan. Als die trend doorzet, moeten we overschakelen op een offensieve strategie, zowel in de ondernemingen als in het beleid. De jongste twee jaar hebben we veel meegemaakt en defensief gehandeld, maar nu moeten we echt niet meer wachten, moeten er nieuwe accenten worden gelegd.”

LUC BERTRAND (AVH). “Ik geloof dat de economie het over het algemeen beter doet dan men denkt. Er zijn wel grote verschillen. En in België hebben we toch een aantal zaken op orde te zetten. Ik ben globaal positief, maar over België maak ik me, onder meer door het mismanagement, zeer grote zorgen.”

CLAIR YSEBAERT (PMV). “Ik durf het woord mismanagement niet te gebruiken, maar er is wel een gebrek aan langetermijnvisie en het geloof in eigen kunnen om initiatieven tot volle ontplooiing te laten komen.”

BERTRAND. “Ik durf een kat een kat te noemen.”

Zijn onze beleidsmakers zich nog altijd te weinig bewust van wat het mismanagement teweegbrengt?

BIJNENS. “Ik ken in Limburg een aantal gevallen waar een loonkostenvergelijking wordt gemaakt tussen ons land en Duitsland. En in die dossiers, die ik persoonlijk ken en geobjectiveerd hebt, is er een loonkostenverschil van 12 procent ten opzichte van Duitsland.”

DEJONCKHEERE. “Deze zaken zijn structureel, en we moeten ons daar niet veel illusies over maken. De achterstand in loonkosten die we hebben opgelopen in de industriële productie, kunnen we niet meer zo gemakkelijk inhalen. Toch niet als we blijven voortborduren zoals we bezig zijn, er zijn nieuwe impulsen nodig. Ik zie vandaag geen ondernemers die nadenken over extra capaciteit in deze fase van het herstel. En als ze het al doen, dan niet hier. Gevolg: geen extra toegevoegde waarde of rijkdom voor onze contreien.”

YSEBAERT. “Ik wil wel even wijzen – om het pessimisme een beetje te doorbreken – op een aantal specifieke producten waar wij mee werken. Er is bijvoorbeeld een enorme toename van aanvragen voor de waarborgregeling. Daaruit leid ik af dat ondernemers toch voortdoen, ondanks alle negatieve berichten.”

En aan de kant van de starters?

YSEBAERT. “Ik zie daar te weinig beweging, eerder een stabiliteit. Er wordt veel geklaagd, terwijl we nog nooit zoveel mogelijkheden hebben gehad voor starters. Zowel voor de beginfinanciering, als de doorgroei en de verdere expansie. Alleen al bij PMV is het scala instrumenten nog nooit zo uitgebreid geweest. We moeten nu vooral op zoek naar talent om met die instrumenten om te gaan. Het cultiveren van talent is de uitdaging.”

BERTRAND. “Maar zullen al die subsidies leiden tot rendabele ondernemingen? Ik ben vol bewondering voor de vele mogelijkheden die er vandaag bestaan. Maar men moet de capaciteit hebben om competitief en productief te kunnen ondernemen. En daar zet ik toch vraagtekens bij.”

DEJONCKHEERE. “Ik denk dat we moeten erkennen dat er inderdaad een mooi aanbod van instrumenten bestaat. Maar we zien te weinig gebeuren. Zelfs de technologie om internationaal te netwerken, is nooit zo goed en goedkoop geweest. Eigenlijk moeten we dus naar onszelf kijken, want aan de rest ligt het niet.”

BIJNENS. “In vergelijking met tien jaar geleden worden starters nu gepamperd. Maar de angst om te falen, is heel groot in ons land en wordt almaar groter. Ook dankzij die technologie, Koen. Toen ik vijftien jaar geleden Ubizen opstartte, wist ik niet eens wie mijn concurrenten waren. Ik had een idee, en de gezonde naïviteit dat we uniek waren. Vandaag heb je een idee, en je googelt en krijgt een waslijst van bedrijven die daar al mee bezig zijn, waardoor je meteen dat idee opzijschuift. Dat is een typisch Belgische reactie.”

In jullie jaarverslagen weerklinkt unanimiteit: het was een moeilijk werkjaar, meer nood aan vervolginvesteringen, minder kansen op een exit. Waren er ook kansen?

DEJONCKHEERE. “Als je investeert in een bedrijf haal je de media. Maar dan begint het pas. We hebben allemaal een portfolio van ondernemingen, en we hebben allemaal aandeelhouders en stakeholders. En plots is het dan crisis. Het eerste moment ga je zorgen voor je portfoliobedrijven. Je bent een engagement aangegaan, en dat gaat over duizenden en duizenden mensen, gezinnen. Men vergeet dat graag hé, men kijkt liever naar de marketcap, naar de multiples of wat dan ook. Maar die duizenden mensen zijn onze eerste zorg. In tweede instantie kijk je of die crisis ook kansen biedt. En we hebben inderdaad ook nieuwe dossiers kunnen aanvatten.”

BERTRAND. “Ik deel die analyse. Wij hebben in de groep 16.000 mensen. Ik voel me daar verantwoordelijk voor. Je kunt welomschreven risico’s nemen in een periode waarin je de lange termijn ziet. Maar we hebben meer dan een jaar in de mist moeten rijden, en dan wil je weten wat er een meter verder gebeurt. Dan ga je niet met 100 kilometer per uur de snelweg op.”

De rol die jullie schetsen, staat haaks op de gebruikelijke perceptie van gehaaide financiers.

DEJONCKHEERE. “Ik kan u verzekeren dat de euro’s van GIMV voor 90 procent zijn geïnvesteerd in bedrijven. Niet in het uitkopen van aandeelhouders, multinationals, families, fondsen. En het imago dat u schetst, was ooit niet onterecht, omdat er een spel van vraag en aanbod was, en omdat we in een andere marktcontext speelden. Veel van die gehaaide jongens en meisjes zijn er vandaag niet meer. Het private-equitylandschap verandert volledig, en het wordt straks ook gereguleerd door Europa. We hebben allemaal door scha en schande bijgeleerd.”

BERTRAND. “Maar Koen, ik denk dat rond deze tafel toch geen Angelsaksen zitten. Ik voel me dus niet aangesproken. Het gehaaide waar u over spreekt, is misschien wel in Londen of New York te vinden, maar wij hebben daar de middelen noch de ingesteldheid voor.”

BIJNENS. “Integendeel zelfs. Ik merk graag op dat tijdens de crisis een aantal van die zogenaamde buy-outfondsen het op een lopen hebben gezet, terwijl wij naar oplossingen hebben gezocht. Toen de mist opstak, zijn wij zelfs iets sneller gaan rijden, deels doelbewust. Wij werken met overheidsgeld, en dat betekent dat we zeker niet marktverstorend kunnen werken. Als de zon schijnt en de private markt doet haar ding, dan stellen wij ons terughoudend op.”

Ondervinden LRM en PMV druk door die maatschappelijke rol?

BIJNENS. “De crisis was ook een opportuniteit om te bewijzen dat je wel degelijk nodig bent als overheidsinstrument. Het puur kapitalistische model zegt dat je niet moet ingrijpen. Ik denk dat we bewezen hebben dat we op een gegeven moment in de economische cyclus een rol hebben. In 2006-2007 verschenen artikels waarin de LRM als investeringsmaatschappij ter discussie werd gesteld. In 2009 heb ik daarover niks gelezen of gehoord. Een crisis heeft vele drama’s, maar we konden ook aantonen dat er een heel boeket aan investeringsmateriaal voor handen is, en dat iedereen een eigen plaats heeft.”

YSEBAERT. “De maatschappelijke rol van PMV staat buiten kijf. 2009 heeft bewezen dat flankerende overheidsinitiatieven uitermate zinvol kunnen zijn als de economie in de gevarenzone belandt. We hebben op dat ogenblik gezorgd voor zowat 81 miljoen aan bijkomende investeringen. Maar wij moeten altijd een moeilijke spreidstand maken. Als we snel onze investeringsbereidheid tonen, wordt onmiddellijk gevraagd of het belastinggeld wel goed besteed is. Risico’s nemen, wordt in ons geval al gauw gelijkgesteld met verspilzucht. Maar als PMV niet stante pede beweegt als bedrijven het moeilijk hebben, vraagt men in het parlement of we onze maatschappelijke rol wel vervullen. Voorzichtigheid wordt in ons geval gelijk gesteld met immobilisme.”

Ook als dat tijdelijk ten koste gaat van het eigen rendement?

BIJNENS. “Je moet dat over een langere termijn bekijken. Het hangt soms af van het gegeven of je een exit doet of niet.”

YSEBAERT. “We hebben zaken in de markt gezet die vrij innovatief waren en die je eerder zou verwachten in zorgeloze tijden. Wat ik zo vervelend vind, is dat de media de jongste tijd wat overdrijven in hun sfeerschepping. Het is juist dat niet alles wat de overheid doet onfeilbaar is, maar sommige ingrepen zijn verantwoord. Alleen, de melk is pas uit de uier en jullie willen al meteen de boter zien. Een beetje geduld oefenen, is de boodschap. Als je producten in de markt zet waar iedereen om roept, moet je ze ook de tijd geven om tot volle wasdom te komen. Als het daarna verkeerd loopt, kunnen jullie nog altijd oordelen.”

BERTRAND. “Ik heb toch investeringen zien gebeuren waarbij de enige parameter werkgelegenheid was, en de cashflow of rendabiliteit geen belang had. Ik denk dat u gelijk hebt dat men pas op lange termijn moet oordelen, maar dat ontslaat de overheid niet van haar plicht dat ook zij een rendement moet kunnen tonen.”

Er zijn veel instrumenten, maar de economische context oogt niet zo gunstig.

BERTRAND. “Wij zijn het India van dertig jaar geleden geworden. Ik heb een enorm grote bewondering voor de Duitse bondskanselier Angela Merkel ( algemene instemming rond de tafel). De manier waarop ze vooruitgaat; Duitsland is hét exportland voor Europa. Ze creëert een enorme welvaart. En zoals Fons Verplaetse ons destijds verplichtte om de Duitse mark te volgen, zouden we nu verplicht de Duitse politiek moeten volgen. En zeker niet de Franse politiek.” ( lacht)

BIJNENS. “Duitsland ligt op twintig kilometer van ons, hé. Men moet het wiel niet heruitvinden, neem die recepten gewoon over. Kopieer slim, maak tactische keuzes. Daar hoef je niet lang over na te denken, Merkel heeft het al gedaan. Het is ook dat wat mij een beetje angst inboezemt. We zouden beter moeten doen dan de Duitsers, omdat zij er beter voorstaan dan wij. Maar we doen het net minder, op vele vlakken en dat is….”

DEJONCKHEERE. “… Zorgwekkend. Onze overheid betaalt een pak mensen om niet actief te zijn. Vanuit een zorgvisie moet ze dat ook blijven doen, maar dat is een ander debat. Kunnen we ondertussen niet werken aan budgetten om andere mensen nog meer gericht te activeren, ook als ondernemer?”

BERTRAND. “Vandaag moet de eerste prioriteit zijn om iedereen aan het werk te zetten. Ik ben verstomd als ik zie dat men mensen op hun vijftigste met pensioen stuurt, terwijl wij die mensen nodig hebben. En ik weet dat de ondernemers de eerste verantwoordelijkheid dragen, dat zij zo zware kosten afwentelen.”

Is het aanbod van kapitaal en middelen niet te versnipperd?

DEJONCKHEERE. “Als je durfkapitaal wil inzetten, zit je best zo dicht mogelijk bij de ondernemer. Je moet ook naar het DNA van onze economie kijken. Kent u grote projecten die niet gefinancierd zijn geraakt? Ik niet, maar ik sta open voor voorbeelden. Ken ik kleinere projecten? Ja, soms wel, maar dan zie ik dat er systemen worden opgezet om dat gat te dichten. Arkimedes en dergelijke, en ik heb daar sympathie voor. Moeten we rouwig zijn omdat we geen antwoord hadden op de heel beperkte en korte periode in onze geschiedenis van de buy-outs? Als het niet de financiële spelers waren geweest, dan misschien wel de industriële spelers. Het gaat toch niet op dat we ons hele kapitaal zouden mobiliseren voor één project? Dat zou pas een verkwisting zijn.”

BERTRAND. “Ik kan u zeggen dat er geen enkele grote deal op de Belgische markt is geweest, op misschien twee uitzonderingen na, die wij niet op een of andere manier hebben bekeken, en soms een bod hebben uitgebracht. En soms vinden wij collega’s om in syndicaat mee samen te gaan. Maar het is ook gebeurd dat bepaalde partijen zeer hoge multiples aanboden, van elf of twaalf keer de bedrijfskasstroom. Dat is gebeurd. We zien vandaag het resultaat. Dat is de reden waarom wij niet meededen. Niet omdat we het niet konden doen, maar omdat we niet wilden. Dat wij dachten dat het surrealistisch werd, wat achteraf ook vaak zo gebleken is.”

lieven desmet, fotografie jonas hamers – reporters

‘Er wordt veel geklaagd, terwijl we nog nooit zoveel mogelijkheden hebben gehad voor starters’

Clair Ysebaert

PMV

‘Zoals Fons Verplaetse ons destijds verplichtte om de Duitse mark te volgen, zouden we nu verplicht de Duitse politiek moeten volgen’

Luc Bertrand

AvH

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content