Dank u Sinterklaasje

Ook dit jaar gingen weer duizenden sinterklazen hun speelgoedvoorraad inslaan bij Fun. Deze Antwerpse miniketen van maxiwinkels werd op minder dan tien jaar tijd een begrip in de markt van de speelgoeddistributie.

Wie de Fun-winkel op de Turnhoutsebaan in Schilde bezoekt, kan niet naast de slagzin Toys That’s Fun kijken. De woordspeling, de kleuren en zelfs het lettertype van het opschrift lijken verdacht veel op het logo van de Amerikaanse speelgoedgigant Toys ‘R Us, die begin jaren negentig met veel tamtam neerstreek in onze contreien.

“Zij hebben dat bij ons zien hangen,” lacht Johan De Bie, gedelegeerd bestuurder van Fun, stiekem. Dat de multinational niets heeft terechtgebracht van zijn grootse expansieplannen in België, pleziert De Bie : “Het management van Toys ‘R Us kende de Belgische markt niet. De speelgoedmarkt is zeer lokaal. Er bestaan zelfs verschillen tussen Antwerpen en Gent.”

En De Bie kan het weten. Hij baat om het met zijn eigen woorden te zeggen een “Funnetje” van 500 m² uit in Merelbeke en een Fun-vestiging van respectievelijk 1500 m² en 2000 m² in Edegem en Schilde. Ook in Merksem kan men speelgoed vinden in een 2000 m² grote Fun. Alleen is die niet langer in handen van De Bie, die in ’79 het familiale bedrijf Elboma verliet om zijn eigen doe-het-zelfketen Selfmade op te starten.

BUITEN HET CENTRUM.

Fun startte in ’89 in Edegem met een basisassortiment speelgoed en schoolgerief. “Wij waren een van de eerste ondernemingen in Vlaanderen die een ruime speelgoedwinkel neerplantten buiten het stadscentrum,” aldus Johan De Bie, die ook gedelegeerd bestuurder is van ACSI ( Aankoop Centrale Speelgoed Interactief), een aankoopvereniging van 22 grote speelgoedoppervlakten. Intussen hanteren ook Droomland dat door Colruyt werd opgeslorpt en Maxi Toys dat recentelijk voor 50 % door het Nederlandse Blokker werd ingepalmd dat succesvolle recept.

In ’91 kreeg de nv Fun een broertje in Merksem de nv Fun Plus , in ’93 volgden de nv Fun Merelbeke en de nv Fun Factory in Schilde. Intussen werd de winkel in Merksem overgelaten. “De beschikbare oppervlakte werd daar te klein voor ons,” zegt De Bie. Maar eigenlijk geldt dat voor al zijn winkels. “Het liefst zouden we in al onze vestigingen het aantal vierkante meters verdubbelen. In Gent hebben we al jaren een project lopen, ook in Schilde blijft het wachten op de sociaal-economische machtiging. Wij willen investeren, wij willen mensen aanwerven. In de praktijk blijkt dit echter moeilijk te realiseren.”

Grote speelgoedwinkels zijn dus de trend. Bij Fun liggen minstens 50.000 verschillende artikelen in de rekken. Johan De Bie : “De consument wenst vandaag een zeer ruim assortiment. Dat is de reden waarom kleine winkels teloorgaan en de supermarkten minder en minder speelgoed verkopen.” De Fun-omzet gaat erop vooruit. De vennootschappen Fun, Fun Merelbeke, Fun Factory realiseerden in ’93 een omzet van 174 miljoen frank, in ’96 was dat al 333 miljoen frank. De nettowinst steeg van 2,4 miljoen frank in ’93 naar 4,2 miljoen frank in ’96. De tewerkstelling groeide van 16 in ’93 naar 34 nu. 75 % van de omzet komt van de verkoop van speelgoed, 10 % komt van de verkoop van dixit De Bie “speelgoed voor de oudere jeugd : audio (cd, cdi, cd-rom…) en video”. Baby-artikelen en schoolgerief staan in voor de rest van de omzet.

DUTROUX-EFFECT.

Tot 60 % van de omzet wordt gehaald tussen 15 oktober en 31 december. Johan De Bie : “Sinterklaas en de eindejaarsfeesten blijven dé aanleiding om speelgoed te kopen in België, maar de besteding per gezin daalt. Dit is al enkele jaren zo, in heel Europa overigens. Vorig jaar was een uitzondering in België : toen kende de verkoop van speelgoed een abnormale stijging. Dit was het Dutroux-effect. Het leek wel of de mensen hun kinderen wilden compenseren voor wat Julie en Mélissa, An en Eefje was overkomen. De grote en duurdere stukken van meer dan 2000 frank tot zelfs 10.000 frank vlogen over de toonbank. Maar dat effect is intussen weer aan het wegebben. De consument opteert opnieuw voor vele kleintjes in plaats van één groot.”

Er zijn trouwens nog meer trends op de speelgoedmarkt. Zo merkt de gedelegeerd bestuurder van Fun dat de klant zich begint af te keren van de grote merken. Uit navraag bij enkele speelgoedwinkels blijkt dat, voor het eerst, de verkoop van Barbie en van Lego achteruit hinkt. Een evolutie waar geen enkele detailhandelaar over treurt, want de marges op deze merkproducten liggen, aldus sommigen, “abnormaal laag”. “Vooral Antwerpen was zeer merkgevoelig,” bevestigt Johan De Bie, die erop wijst dat de achteruitgang van de omzet van een handvol grote speelgoedmarkten nieuwe kansen biedt voor producenten die evenwaardig kwalitatief en/of educatief speelgoed op de markt brengen, maar over minder publicitaire slagkracht beschikken.

CAB

JOHAN DE BIE (FUN) Diversifieerde vanuit zijn doe-het-zelfketen Selfmade succesvol naar speelgoed.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content