DAKBEKLEDING. De zinken dakdekker
Dakdekker Christian Dumolin van Koramic is nu ook zinkwalser. In zijn hersenen zitten niet langer enkel dakpannen. De core business van Koramic wordt het bekleden van daken, en dat hoeft niet meer noodzakelijk met dakpannen te zijn. Met als gevolg dat de grootste konkurrent van de Kortrijkse groep gekend is : het plat dak.
Locatie : Budel, Nederland.
“Vijf jaar deden we het hier zonder arbeidsongeval. Net vòòr de overname door Koramic gebeurde er één. Puur van de zenuwen, ” lacht Marcel Dresen, algemeen direkteur van de zinkwalserij Nedzink bv uit het Nederlandse Budel. Dresen rapporteert rechtstreeks aan Thomas Lenders, direkteur van de Nederlandse Koramic Holding bv, de bestuurdersmaatschappij van de Belgische Koramic Groep. Op 19 augustus ’94 raakte bekend dat de Kortrijkse producent van dakbekledingsmaterialen Christian Dumolin de Budelse zinkwalserij Billiton Zink, een onderdeel van de metaalpoot van de Koninklijke Shell Groep (zie kader Australisch onderonsje) en in ’94 goed voor 104 jobs en 1,28 miljard Belgische frank omzet, wou overnemen. Vandaag heet Billiton Zink NedZink en is Koramic 100 % eigenaar.
Nedzink is, naast het Belgische Union Minière en het Duitse Rhein-Zink (een Metallgesellschaft-dochter), één van dé drie Europese producenten van zinken dakbedekkingsmateriaal, met name bladerzink, én van afwerkingsprodukten voor het dak, zoals goten en afvoerpijpen.
HERSENEN VOL DAKPANNEN.
“We gebruiken onze hersenen nu anders, ” zegt Ignace Gheysens, sekretaris-generaal van Koramic. “Vroeger dachten we, zoals de konkurrenten, vanuit de grondstoffen ; het keramische bepaalde onze strategie. We bekeken wat we konden aanvangen met klei. Vandaag redeneren we niet meer vanuit de grondstoffen, wel vanuit de toepassingen. Decennialang hadden we dakpannen in onze kop. Klei was de grondstof, de dakpan ons produkt. Vandaag is Koramic geen producent meer van dakpannen, maar leverancier van dakbekledingsmateriaal. Onze konkurrenten zijn niet langer andere producenten van dakpannen. Ons basisgegeven vandaag is het hellend dak ; onze grootste konkurrent nog het plat dak. Een hellend dak kan op vele manieren worden bedekt : met dakpannen, maar ook met zink, koper, lei, eternit of, kijk maar naar Zweden, metaal. Dat zijn allemaal dakbedekkingsmaterialen én dus, in ons nieuwe denken, potentiële Koramic-produkten. Betekent dat dat we aan het diversifiëren zijn ? Wie grondstofgericht denkt, zegt ja. Wij antwoorden neen. We spreken gewoon de andere mogelijkheden aan van onze core business : het bedekken van daken. “
NedZink bleek zo’n opportunity. Anderhalf jaar geleden liet Christian Dumolin zijn oog vallen op de zinkwalserij, net over de Belgisch-Limburgse grens, in het Nederlands-Brabantse Budel. De walserij, ooit onderdeel van de Zink, de in 1893, door de Luikse broers Lucien en Emile Dor, in Budel opgestarte Société Anonyme des Zincs de la Campine, of Kempensche ZinkMaatschappij. De Dors beschikten er over 628 hektare moeras en veen, een ideaal “uitwaaigebied” voor de vervuilende zinkindustrie. Om diezelfde reden trokken, ook al eind vorige eeuw, veel bedrijven naar de Kempen : de kruitfabriek het latere PRB naar Kaulille, de zinkfabrieken nu Union Minière naar Overpelt en Lommel, de arsenicumfabriek naar Reppel, de chemiebedrijven nu Tessenderlo Chemie naar Tessenderlo.
MEIDEN MET ELASTIEKEN BUIKEN.
De komst van de Zink naar Budel veranderde het leven in het grensplaatsje drastisch. De broers Dor die, mee door de zichtbare vervuiling van de 14 aktieve zinkfabrieken in het Luikse, in eigen land geen toestemming kregen om nog een zinkfabriek te bouwen, vonden in Budel een ideale vestigingsplaats. Eerst probeerden ze het in het Nederlandse Weert, maar daar prijkt vandaag, op de grond die de Dors op het oog hadden, de Philips-fabriek. De Weertse burgemeester zag de komst van de Zink wel zitten, maar de pastoor verklaarde de Luikenaars vanop de kansel de Heilige Oorlog. De komst van de industrie zou een verval der zeden met zich brengen, want, zo preekte de paster, “die fabrieksmeiden hebben buiken van elastiek. “
In Budel stelde de pastoor zich enigszins elastischer op : de fabriek kwam er en de Dors mochten zelfs, bij gebrek aan lokale vakmannen, horden Waalse zinkbewerkers naar Budel overbrengen. Om de Walen te lokken, bouwde Emile Dor een heel sociaal dorp, het Projet de Dorplein, inclusief kerk, ziekenhuis, kruidenierszaak annex café en beenhouwerij.
Al in 1893 produceerde de Zink 545 ton zink ; de Nederlandse zinkindustrie was geboren. “Dankzij de Luikenaars bezit Budel vandaag iets waarvoor elke andere Nederlandse gemeente ons benijdt : een als waardevol dorpsgezicht geklasseerde Belgische vestiging, het Dorplein, ” lacht Thomas Lenders.
Het dorp is gebleven, de Waalse migranten zijn geïntegreerd tot rasechte Nederlanders, de laatste telg uit de Dor-familie is kaderlid bij Budelco Zink (zie kader De Patriarchen), het Frans als voertaal binnen de zinkwalserij verdween midden de jaren zestig, de Hotelkantine, het voormalige door nonnen beheerde “internaat” voor Waalse arbeiders-vrijgezellen is vandaag een asielzoekerscentrum. En toch : vandaag zijn de Belgen weer baas in Budel.
GROOT GEHEIM.
Hoeveel de Kortrijkse “steenbakker” uiteindelijk heeft afgedokt voor de Budelse zinkwalser, is top secret. Lenders geeft, niet zonder enig Nederlands flegmatisme, toe dat het veel is geweest.
“De deal tussen Koramic en Billiton heeft aangesleept, omdat”, zo zegt Ignace Gheysens, “er zowel een walserij als een smelterij aktief zijn. Wij wilden enkel de walserij ; Billiton wou walserij én smelterij parallel verkopen. “
Bovendien zijn NedZink, de walserij, en Budelco, de smelterij, geografisch nauw verstrengeld. NedZink-direkteur Dresen moet zich nog elke morgen bij de Budelco-portier aanmelden om zijn bureau in te kunnen. Uitbreiden is voor NedZink, gezien de Budelco-omarming, erg moeilijk : walserij, expeditieruimte en hoofdkantoor beslaan samen 17.000 m², in vier “postzegeltjes” her en der verspreid over het honderden hektare groot Budelco-terrein.
GOEDE KANTEN.
“Je moet daar ook de goede kanten van zien, ” lacht Thomas Lenders. “We zijn tenslotte het kleine broertje. Wij hebben nu nog 90 personeelsleden in de walserij ; Budelco heeft er 600. Het Australische Pasminco dat Budelco, de smelterij, heeft overgenomen, had geen interesse in de walserij. Smelterij en walserij zijn ook twee verschillende industrietakken : Budelco is een chemisch bedrijf (nvdr : het zink wordt er gewonnen via elektrolyse ; het produktieproces is vergelijkbaar met dat van het enkele tientallen kilometer verder gelegen Balense Vieille Montagne van Walter Van den Broeck), wij zijn eerder mechanisch. Dankzij onze aanwezigheid op de Budelco-terreinen genieten we, uiteraard tegen betaling we zitten tenslotte in Nederland van wat voordelen : een gezamenlijke toegang, bedrijfsbrandweer en medische dienst. “
Ook commercieel is het nabuurschap erg interessant : Budelco kan vloeibaar zink, de zogeheten broodjes, aanleveren, tegen de marktprijs.
“Onze verkoopprijs gaat mee met de prijs van de zink ; de grondstof zit ver boven de 50 procent van onze kostprijs. Momenteel ligt de prijs, met 1040 dollar per ton, tamelijk laag. NedZink moet het vooral hebben van de toegevoegde waarde.
“NedZink verwerkte in ’94 16.000 ton zink. De huidige installaties hebben een kapaciteit van 20.000 ton. De markt van zinken dakbedekkingsmateriaal heeft nog groeipotentieel. Het komt er nu vooral op aan, via een produktiviteitsverhoging, de efficiency te verbeteren. Technologisch kan de fabriek, zonder belangrijke investeringen, nog tien jaar mee. “
NedZink heeft de voorbije jaren enkel winst gegenereerd, in 1994 nog 90 miljoen frank op 1,28 miljard omzet. De verwachting is dat ook dit jaar die cijfers worden gehaald ; ook al is de afdeling legeringen gesloten. Vanaf dit jaar wordt alles op het dakbedekkingsmateriaal gezet. In Nederland is NedZink met een aandeel van 60 % de absolute marktleider, in het westen van Duitsland is de firma sterk commercieel aanwezig. Om ook in de ex-DDR door te stoten, is in Freiberg, bij de Tsjechische grens, een Lager, een depot, geopend.
ELK LAND ZIJN DAK.
“Oost-Europa biedt sterke kansen, ” rekent Thomas Lenders voor. “In België is de penetratie tot nog toe gering gebleven, in Frankrijk zijn we minimaal aanwezig, net als in Groot-Brittannië. Dat is een echt loodland, daar wordt nog alles in het lood gedaan. Je kan zo aan de daken zien, in welke streek, ja zelfs in welk land je zit : in België heersen de keramische pannen, in Nederland het beton, in Groot-Brittannië het lood. “
“Het toenemend belang van het milieu speelt in ons voordeel, ” lacht Ignace Gheysens. “PVC was lang onze konkurrent, nu niet meer. Lood is ongezond. Zink daarentegen gaat tot 70 jaar mee én is recycleerbaar. Eén ton grondstof levert één ton afgewerkt produkt op. Naast het milieu spelen ook de hedendaagse trends in de architektuur in onze kaarten. Zink is een veel gebruikt produkt in de moderne woning én vooral kantoorbouw. Vandaar dat NedZink zich prioritair richt op de architekten. Dat zijn natuurlijk niet de echte decision makers, maar als die zeggen dat de bouwheer best af is met zink van NedZink dan is de veldslag al voor de helft gewonnen. “
Of de Nederlandse Brabanders het intussen al gewend zijn met de nieuwe bazen uit het Belgische West-Vlaanderen ? “Ja, hoor, ” lacht Marcel Dresen. “Er is niets veranderd en alles wordt efficiënter aangepakt. “
Of het sowieso leuk werken is voor de Belgen ? Antwoordt, een alweer flegmatieke, Thomas Lenders : “Neen, ontzettend. “
RON HERMANS
CHRISTIAN DUMOLIN (KORAMIC) Het bedekken van daken wordt onze core business.
MARCEL DRESEN EN THOMAS LENDERS (KORAMIC HOLDING) Oost-Europa is dé groeimarkt.
DOR-PLEIN Waalse ingenieurs bezorgden Nederlandse Budel uniek Belgisch dorp.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier