Dag en nacht verschil ?

De vierdagenweek maakt weer opgang. Als element van arbeidsherverdeling, of als manier om de bedrijfstijd te verlengen. Maar wat betekent zo’n regeling voor het dagelijkse leven van de werknemer ?

Tilburg.

De federale regeringstop geeft groen licht voor een beperkt aantal experimenten met arbeidstijdverkorting. Bedrijven die hun werktijd tot 32 uur per week verminderen, krijgen een extra lastenverlaging. Tot nu toe bestond die mogelijkheid enkel voor bedrijven in moeilijkheden.

En het ACV wil nog verder. Op 8 juli sleutelt het aan de actualisering van zijn plan voor de toekomst. Een van de ankerpunten : arbeidsherverdeling resulterend in de vierdagenweek.

De vierdagenweek is weer “in”. Waarbij het evengoed kan gaan en de meeste bestaande toepassingen zijn daar een voorbeeld van om een andere verdeling van hetzelfde aantal uren over de week. In plaats van vier dagen van 8 uur en een van 4 uur bijvoorbeeld, wordt er vier keer 9 uur gewerkt.

Macro-economische berekeningen hierover bestaan, onderzoeken naar de niet altijd voor de hand liggende concrete implementatie in sectoren en ondernemingen (in jargon het meso-niveau) ook. Maar wat die vierdagenweek op het micro-niveau, voor het dagelijkse leven van de werknemers betekent, bleef tot nu toe weinig of niet onderzocht.

Stephan Raaijmakers probeert dat te verhelpen. Half juni verdedigde hij zijn proefschrift aan de Katholieke Universiteit Brabant (KUB) onder de titel “Een dag van verschil” (uitgegeven door Tilburg University Press). In de promotiecommissie zat ook Mark Elchardus, SP-ideoloog en VUB-prof. Raaijmakers is verbonden aan de vakgroep Vrijetijdwetenschappen van de Tilburgse KUB. Eerder haalde hij zijn doctoraal in planologie (Katholieke Universiteit Nijmegen) en westerse sociologie en economie (Landbouwuniversiteit Wageningen).

“Weinig mensen zijn bezig met tijd,” zegt Stephan Raaijmakers. “Het is een verwaarloosd onderwerp in de wetenschap. In 1990 was de vierdagenweek van de ene dag op de andere een hot item in Nederland nadat Philips ze had ingevoerd. De werkgevers vreesden voor een domino-effect. Sommigen dachten dat die vierdagenweek enorme gevolgen zou hebben voor de temporele organisatie van onze maatschappij. En dat is wat ik onderzocht heb.”

Voor zijn proefschrift verzamelde Stephan Raaijmakers in het najaar van ’92 twee onderzoeksgroepen : 107 mensen die in een vierdagenweek werken (en 65 partners) en 107 mensen die actief zijn in een klassieke vijfdagenweek (en 65 partners). Bij de vierdagengroep gaat het wel om mensen die op collectieve basis zijn overgestapt, dus niet om werknemers die er individueel om gevraagd hebben. De hoofdconclusie van het onderzoek ? Raaijmakers : “De vierdagenweek maakt wat uit, maar is zeker geen hemelbestormende aangelegenheid.”

FLEXIBILITEIT.

Werknemers in een vierdagenweek zijn minder bereid op niet-reguliere tijdstippen te werken. Klinkt misschien verrassend, maar dat is het niet. Want het enige verschil draait rond het avondwerk, waartoe minder bereidheid bestaat. Niet onlogisch als je weet dat een vierdagenweek meestal gepaard gaat met langere werkdagen. Wat weekendwerk betreft, is er geen verschil tussen de werknemers in de vierdagen- en die in de vijfdagenweek. Uit het onderzoek blijkt ook dat de weerstand tegen avond- en weekenduren gevoelig afneemt bij mensen die al met het systeem hebben kennisgemaakt. Eens te meer, onbekend is onbemind.

HUISHOUDELIJKE TAAKVERDELING.

Zeven categorieën onderzocht Stephan Raaijmakers : schoonmaakwerk, verzorging huishouden, onderhoud huis (klussen), financiën, regelingen kinderen (bezoek arts, crèche, school…), verzorging kinderen en spelen met kinderen. “Een vierdaagse werkweek betekent geen radicale herverdeling van de zorgtaken,” zegt Raaijmakers. “Op de meeste van de onderzochte vlakken gebeurt geen verschuiving bij de man die overschakelt naar een vierdagenwerkweek. Alleen bij de verzorging huishouden en het klussen neemt de vierdagenwerknemer meer taken op zich.”

Met klussen bedoelt Raaijmakers onderhoud van het eigen huis. Want voor het andere soort klusjes, zwartwerk zeg maar, is er geen verschil ondanks de extra vrije dag tussen werknemers in een vierdagen- en die in een vijfdagenweek.

OPENINGSTIJDEN.

Verondersteld kan worden dat langere werkdagen aanleiding geven tot een wens tot langere openingstijden van winkels en administratie. “Vandaar het verzet van de Dienstenbond tegen de vierdagenweek,” zegt Stephan Raaijmakers. “Maar dat is onterecht. Werknemers met een vierdaagse werkweek hebben een significant geringere behoefte aan verruiming dan hun pendanten met een vijfdaagse werkweek.”

VRIJE TIJD.

Vijf terreinen onderzocht Raaijmakers : dagelijkse behoeften, massamedia, sociale contacten, uitgaan, actieve vrijetijdsbesteding. Raaijmakers : “Alleen het uitgaan krijgt een iets hogere frequentie bij de werknemers met een vierdaagse werkweek.”

De eindconclusie is duidelijk dat de magische vierdagenweek helemaal niet zo magisch is. Raaijmakers : “Het blijkt toch dat mensen in een vierdagenweek alles ook voorspelbaar willen houden, de routine neemt een bijzonder belangrijke plaats in. Flexibiliteit is een deugd die meer in de theorie dan in de praktijk wordt beleden.”

G.M.

STEPHAN RAAIJMAKERS (KU BRABANT) De magische vierdagenweek is helemaal niet zo magisch.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content