Daalt de schuld of daalt ze niet?
De totale overheidsschuld bedroeg in 2005, 273 miljard euro of ongeveer 27.300 euro per Belg. Vijf jaar eerder was dat 271 miljard euro.
De schuld blijft dus stijgen, maar minder snel dan in het verleden. Maar gezien het bruto binnenlands product (bbp) groeit – de economische groei bedraagt ongeveer 2,5 % per jaar – daalt de schuld relatief ten opzichte van dat bbp. Dat de schuld als dalend wordt gepercipieerd, is in feite een omgekeerde toepassing van de Keynesiaanse theorie van de geldillusie, die stelt dat we verblind zijn door het nominale bedrag.
De totale schuld is dus relatief gedaald en bevindt zich sinds 2003 beneden het niveau van het bbp – einde 2006 op 87,7 %. Als we, wat natuurlijk hypothetisch is, met zijn allen elf maanden zouden werken alleen voor de afbouw van de schuld, kunnen we een schuldeloos land nalaten aan onze komende generatie. Geen enkele kritische lezer die serieus nadenkt over deze hypothese. In 2008 zouden we de klus kunnen klaren op ongeveer acht maanden – de schuld zou dan 80 % van bbp bedragen. En in 2030 zou het moeten lukken op goed drie maanden. Volgens de prognoses zou de schuldratio zich in 2030 namelijk stabiliseren op 30 % van het bbp. Is het einde van de tunnel dan werkelijk in zicht?
Europese benchmarking en bewaking. Na jaren van budgettaire orthodoxie zijn de escapades van de jaren zeventig dus nog altijd niet verteerd. Op de 117 door het World Economic Forum onderzochte landen bekleden wij de 103de plaats. Op de 25 EU-landen doen enkel Italië en Griekenland het nog slechter. Qua schuld uitgedrukt in percentage van het bbp doen we het nog veertig procent slechter dan het gemiddelde van de EU-25 – EU-25 zit op 64 %, België op 91 %, cijfers 2005. Ten opzichte van het oude Europa (EU-12) zit België twintig procentpunt hoger.
Het is dan ook logisch dat Europa met argusogen naar de Belgische openbare schuldevolutie kijkt en pleit voor een structurele aanpak. De asset strippingbenadering – eenmalige operaties die activa verzilveren – zijn echter schering en inslag. De overheid neemt de verkoop van overheidsgebouwen en van participaties (GIMV, BIAC, Belgacom, Arcelor, …) onder de loep. De Commissie schrijft de betere schuldresultaten dan verwacht toe aan deze eenmalige operaties. “De daling van schuldgraad is te wijten aan de betere economische groei maar vooral aan financiële operaties zoals de verkoop van de nationale telefoonmaatschappij of de Brusselse luchthavenexploitatie,” schrijft de Commissie in haar jaarrapport over de analyse van de publieke financiën in 2005 in de Europese Monetaire Unie.
Maar vooral operaties zoals de overname van de schulden van de NMBS moeten het ontgelden. Op basis van een koninklijk besluit van 30 december 2004 neemt de Belgische overheid de schulden over van de NMBS (7,4 miljard of 2,5 % van het bbp) op 1 januari 2005, schrijft de Commissie. Deze overname kan enkel doorgaan, bepaalt de programmawet van 24 december 2004, als de schuldratio beneden de honderd ligt.
Eurostat moet de kwestie onderzoeken en beslist dat die overname als uitgave in de begroting moet komen. Dit betekent dat het nuloverschot voor 2005 eigenlijk een tekort was van 2,5 %, besluit Eurostat, nadat ze zich al eerder had verdiept in het dossier van het Belgacom pensioenfonds.
Zonder ons uit te spreken over de inhoud van het dossier moeten we beseffen dat Europa de waakhond zal blijven van onze begroting. En maar goed ook. Dankzij de Maastrichtnormen konden we de begroting saneren. Dankzij de Europese waakzaamheid zullen wij verdere ontsporingen kunnen vermijden.
En ondertussen betaalt de Belg vrolijk verder. Jaarlijks wordt dertien miljard aan intresten betaald en vier miljard – ook na de schuldovername – voor de trein. Deze zeventien miljard vertegenwoordigen in grootorde ongeveer drie keer de transfers van Vlaanderen naar Wallonië. De intresten en de trein – gebruikt door zes procent van de Belgen – kosten samen aan iedere Belg bijna vijf euro per dag.
Een kwarteeuw geleden betaalde de Belg 482 euro per jaar aan intresten, wat omgerekend neerkomt op 1023 euro. Vandaag betaalt elke Belg 1170 euro aan intresten per jaar, dus net iets meer. De babyboomers zullen dus heel hun leven betaald hebben omdat de staat boven haar stand leefde en krijgen nu het verwijt dat ze niet genoeg spaarden voor hun pensioen. Meer dan de helft van de Belgen vreest overigens niet met zijn pensioen rond te komen, blijkt uit de recente AXA pensioenbarometer.
Pluk de dag en reken zo min mogelijk op die van morgen, stelde de Latijnse dichter Horatius. Deze carpe diembenadering is wellicht nodig wil men aan de waarheid niet ten onder gaan. Maar al bij al valt het nog mee. De intresten bedragen 8,7 % van de begroting terwijl dit ooit begin jaren negentig, wanneer de hoge schuld gepaard ging met hoge intresten, een vierde van de begroting opslorpte. En hoewel Belgen minder sparen, zetten ze nog steeds 13 % van hun inkomen opzij. Als de overheid eens een voorbeeld nam aan de burger dan zou de schuld binnen twee regeerperiodes geheel verdwenen zijn. Wie schulden heeft, moet immers de terugbetaling ervan meerekenen in zijn begroting. Zou dat geen mooi programma zijn voor de volgende regering?
De auteur, secretaris-generaal van het Vlaamse Departement Economie, Wetenschappen en Innovatie, schrijft deze column in persoonlijke naam.
Rudy Aernoudt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier