Daadkracht voor het klimaat
EEN STEVIGER milieubeleid vergt een samenwerking van bedrijven, wetenschappers, de overheid en het grote publiek. En politieke moed, om keuzes te maken die sommigen zullen raken in hun portemonnee. Maar weinig Belgische politici durven nog zulke maatregelen te nemen.
De kans is klein dat op de klimaattop in New York grote beslissingen worden genomen. Twee presidenten, Donald Trump van de Verenigde Staten en Jair Bolsonaro van Brazilië, zijn afwezig, en de top bereidt vooral die in Chili in december voor.
Ondanks de lage verwachtingen eisen betogers wereldwijd een steviger klimaatbeleid. Die eis wordt breed gedeeld. De World Meteorological Organization (WMO) wijst erop dat de snelheid waarmee het klimaat verandert, toeneemt.
De neiging de verantwoordelijkheid bij anderen te leggen, helpt niet. Sommige milieuorganisaties verwijten de bedrijven, en die blinken evenmin uit in eensgezindheid. Ook daar hebben vele de oplossing, zolang de buur de factuur maar betaalt. Een oplossing vergt inspanningen van iedereen.
Technologie is een deel van het antwoord. Maar daarvoor moeten overheden de juiste randvoorwaarden scheppen. Tegelijk moeten burgers milieubewuste keuzes maken. Een koolstofbelasting, in welke vorm dan ook, is bijna onvermijdelijk. Die zal sommigen pijn doen. Het protest van de gele hesjes toont aan dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen.
Dat vergt meer dan vijf minuten politieke moed. Helaas prijkt België in Europa nu al bovenaan in de lijst van landen met het minst coherente klimaat- en energiebeleid. Ook in andere dossiers – rekeningrijden en salariswagens – blinkt ons land uit door een gebrek aan wat we nu meest nodig hebben: politieke daadkracht.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier